Uit een brief
Zalig ziek zijn is de titel van een boek geschreven door Pater A. Simons in 1942. In deze coronatijd vinden wij het heel belangrijk om voor de zovele zieke mensen te bidden, aan hen te denken en hen te steunen. De kleine hoofdstukken zullen op wekelijkse basis op onze website (www.fsspx.be/nl) gepubliceerd worden. Laten wij ook het personeel van de zorg in onze gebeden en offers niet vergeten! Dat God en Onze-Lieve-Vrouw altijd aan hun zijde blijven.
UIT EEN BRIEF.
... Persoonlijk heb ik meer dan eens de wel doende invloed van uw « Zalig Ziek-zijn », eerste deel, kunnen nagaan. Hoeveel zieken heb ik er niet mee blij gemaakt! Een zieke is zeer gevoelig voor een hartelijke attentie en als men iets meebrengt. ln zijn vereenzaming is hij wel eens graag bedacht en ziet in zo'n aangename verrassing heel wat meer dan een hand die geeft: een hart dat begrijpt. Daarom is de dankbare glimlach van een zieke zo zuiver gemeend, is hij een dankbare groet van zijn hart aan het uwe.
In de stille ziekenkamer met haar trage nachten, met haar vlug verzwonden zonlicht, een beeld van de hoogtes en laagtes in zijn ziel; in de stille ziekenkamer, die in zijn ogen, op sommige dagen vooral, zo ver schijnt af te liggen van waar mensen wonen, bekruipt hem niet zelden de indruk dat gezonde mensen soms weinig begrip tonen voor de zielsbehoeften van zieke mensen.
Hij heeft niet altijd ongelijk. Wanneer zij hun lieve zieke eenmaal zijn kopje melk met beschuit hebben voorgezet, eventjes vriendelijk gevraagd hoe het vannacht verging, of de koortsen gemeten en het bed mollig opgeschud, is hun liefdeplicht voor die dag niet volbracht, alsof hun zieke niet wat anders behoefde dan een onberispelijke verzorging: hij heeft ook een ziel en deze lijdt meer honger en voelt grotere nood aan verkwikking dan zijn lichaam. Maak zijn ziel sterk en hij zal het kruis van zijn lichaam wel dragen naast Jezus op zijn Kruisweg.
Niemand wenst vuriger edelmoedig te zijn en op de hoogte van zijn heerlijke offertaak dan een zieke, maar niemand wenst ook vuriger geholpen te worden door een goede Cyreneeër en getroost door een begrijpende Veronica dan hij.
't Is zo bovenmenselijk moeilijk heldhaftig te zijn gans alleen; pas dan wordt men sterker dan zichzelf, waar men minstens met zijn tweeën lijdt en strijdt. 't Voornaamste in een ziekenkamer wordt wel eens vergeten, uit gebrek aan begrijpend medevoelen van ziel tot ziel. Daar kan een zieke onder lijden.
Niet de «wenende vrouwen» waren de beste troosteressen van Jezus op zijn lijdensweg; zij moesten zelf getroost worden. Gaat het zo soms niet bij het ziekenbed: de gezonden die door de zieken moeten opgemonterd worden? Niet de «wenende vrouwen» waren zijn beste troosteressen, maar wel de H. Moedermaagd, maar wel Magdalena en de heilige Vrouwen; haar offervaardige, begrijpende liefde was een balsem op elk van zijn wonden, vooral op de brandende wonden van zijn H. Hart.
Wie nu zelf altijd die delicate zending van troostengel nog niet best verstaat; wie niet goed weet, hoe het aan te pakken, en uitziet naar een leidraad, vindt in uw boekje al wat men wensen kan. Dat wou ik U maar zeggen, Beste, dat het even nuttig is voor gezonden als voor zieken, want beide kunnen elkaar niet missen.
Zo zal er door uw priesterlijke hulp veel goed gedaan worden door gezonden aan hun lieve zieken in zonnige gesprekken van ziel tot ziel. En zulke gesprekken missen nooit hun zalig uitwerksel. Niets schoner onder de mensen dan een bovennatuurlijk sterke ziel in een ziek lichaam.
Beste, het zou de moeite lonen sommige oordeelvellingen of bedenkingen van onze zieken over uw boekje op te tekenen; ik heb er een ogenblik aan gedacht. We hadden dan meteen een kostbaar brokje ziekenpsychologie. Vandaag bezocht ik een zieke kloosterzuster, ze had juist uw geschenk in handen. «'t Heeft de ronde gedaan, zei ze terwijl ze het uitbladerde, elke zieke moest het terug hebben en als ze het eens vasthad, loste ze het niet meer; Eerwaarde Moeder is verplicht geweest er ééntje te kopen voor elke zieke. »
Zo is het. De zieken die uw Zalig Ziek-zijn gelezen hebben, lossen het niet meer, ze willen het niet meer missen omdat ze het moeilijk meer kunnen missen: een levensregel houdt men bij. En ze worden dan ook uw beste ijveraars. Geen reclame werkt doeltreffender dan deze van zieke tot zieke, wat evenzeer waar is voor uw boekje als voor een geneesmiddel. De zieken hebben de reclame van uw boekje gemaakt en wel met zoveel overtuiging, dat zelfs de gezonden ervoor gewonnen werden en het uitlazen in één adem.
Met één woord: uw boekje heeft aan onze dierbare zieken veel goed gedaan in de schoonste zin van het woord, heeft ze namelijk beter gemaakt in Gods ogen. Dank vooral dunkt me aan twee hoedanigheden. Gij spreekt ten eerste met intieme kennis van zaken, juist over datgene wat ze nodig, zielsnodig hebben. Gij spreekt hun naar de ziel. Uw woord is zielenvoedsel. Geen wonder dat ze zoveel belang stellen en er alles hij vergeten. En ten tweede, gij weet het te zeggen in de gewenste taal. Een grote gave. Men spreekt niet in een ziekenkamer zoals elders. Wilt ge een zieke boeien, spreek niet alleen over datgene wat hem rechtstreeks aanbelangt alsof het U evengoed aangaat, spreek dan zacht en bovennatuurlijk opbeurend, eenvoudig gemoedelijk waardoor voeling ontstaat; weet te doseren en een einde te maken aan het gesprek; een vermoeide zieke vraagt weinig, maar iets goeds; en laat hem dan rusten met zijn gedachten, zo kan hij ze verteren. Hierin verschilt uw «Zalig Ziek-zijn» merkelijk met menig ander boek voor zieken o.a. «L'Apostolat de la souffrance» door Pater Lyonnard en zelfs « La Journée des Malades» van Henri Gerreyve, twee mooie boeken anders, parelend van gedachten, maar te zwaar op de· hand, niet ongekunsteld genoeg geschreven, niet genoeg verkruimeld.
Eén enkel woordje kritiek mocht ik horen en 't was algemeen: «Jammer dat het zo snel uit is!» Ook aan deze behoefte beantwoordt ge nu door dit tweede deel van uw «Zalig Ziek zijn». Zijn reclame is reeds gemaakt door het eerste. Onnodig het nog andere wensen mee te geven. Het zal verslonden worden zoals het eerste. En geloof me, Beste, ze zullen na dit tweede nog honger hebben. En zo komt er dan wellicht een derde en een vierde en nog meer als 't God belieft. Wat ik eensgezind wens met al onze dierbare zieken.
Kan. L. M. Van Eyck
Ave Maria. Leve Jezus. Ave Joseph.
Inleidend woord.
Zalig ziek-zijn was op zo een korte tijd uitverkocht, dat we met genoegen hebben vastgesteld, dat het boekje bij vele zieken oprecht welkom was.
Dat heeft ons er toe aangezet een Tweede Deel te schrijven, nauw aansluitend bij het Eerste, - nog meer in bovennatuurlijke zin geschreven, omdat we bij ondervinding weten, dat in ernstige ziekten, in diepe beproevingen alleen de hoogste gedachten nog troost schenken: dat God op het laatst de enige trooster kan zijn.
Wij hopen, dat dit boekje ook zijn weg mag vinden naar het hart van zieken en treurenden.