Dag Eén - Voorbereiding M.I. Toewijding

Overweging: Elke dag wordt een aspect van het toewijdingsgebed overwogen. De cursieve tekst is een uittreksel uit het originele commentaar bij de toewijdingstekst van P. Maximiliaan Kolbe.

Dag Eén

O Immaculata

Wij wenden ons tot u met deze aanroeping die zij zichzelf in Lourdes heeft gegeven: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. God is eeuwig onbevlekt, maar Hij is niet ontvangen. De engelen zijn onbevlekt, maar ook zij zijn niet ontvangen. Onbevlekt is Jezus en wel ontvangen, maar niet ontvangenis, want als God bestond Hij reeds en daarom gold voor Hem reeds de naam van God zoals deze aan Mozes werd geopenbaard. “Ik ben, die ben” (Ex 3, 14). Maar die altijd is, heeft geen oorsprong. Andere mensen worden ontvangen maar bevlekt, maar Zij is niet alleen ontvangen maar ook ontvangenis en daarbij onbevlekt. Deze naam bevat veel geheimen die in de loop van de tijd zijn onthuld, omdat het aangeeft dat haar zijn als de Onbevlekte Ontvangenis tot de essentie van de Immaculata behoort. Hoe mooi moet deze naam voor haar zijn, want deze drukt de eerste genade uit die zij op het eerste moment van haar bestaan heeft ontvangen, en de eerste gave is de mooiste. Deze naam bewees zichzelf ook gedurende haar hele leven, omdat ze altijd onbevlekt was. Daarom was ze vol van genade en de Heer altijd met haar, zozeer met haar, dat zij zelfs de Moeder van de Zoon van God werd.

Toelichting

Vanaf het begin wil P. Maximiliaan Kolbe op het unieke van het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in vergelijking met anderen wijzen: met God zelf, met Christus, met andere mensen. Ontvangenis is een niet gemakkelijk te definiëren term die veel dingen bevat. Het is het begin van het bestaan van een wezen, maar dit begin is het ontvangen van de existentie die God geeft. Mijn ontvangenis is het moment waarop God - de Schepper - me alles, wat ik ben en heb, geeft. Ik ontvang mijn ziel onmiddellijk van God, mijn lichaam echter krijg ik door tussenkomst van mijn ouders.

Dit maakt duidelijk dat alle mensen ‘worden ontvangen’. Maar ‘omdat Adams zonde op alle mensen is overgegaan’, is het moment van mijn conceptie niet zuiver, onbevlekt, maar bevlekt door de erfzonde. God echter, eeuwig heilig en ‘onbevlekt’ kan geen conceptie zijn, omdat Hij altijd was en alles in zich bezit. Hij heeft nooit een begin gehad en nooit iets van iemand ‘ontvangen’. Tussen God en de mens staat Maria: zoals alle menselijke wezens wordt ze ontvangen en is haar conceptie het begin van haar bestaan. Maar samen met God heeft ze haar zondeloosheid, haar maagdelijkheid, haar onbevlekte staat.

Dit is de eerste genade die tegelijk haar diepste wezen vormt. Als zij in Fatima verschijnt, antwoordt ze op de vraag van Lucia, vanwaar zij komt: “Ik ben uit de hemel”. Zij zegt niet: “Ik kom uit de hemel”, maar “Ik ben uit de hemel”, alsof zij wil zeggen: Mijn wezen is het vanuit de hemel te zijn, ik ben meer hemels dan aards. Immaculata Conceptio, het meesterwerk van al het geschapene, God oneindig meer nabij dan alle engelen en heiligen samen. Inderdaad: “Deze naam bevat veel geheimen”!