De euthanasie-kwestie
Mgr Bernard Tissier de Mallerais
De ingeroepen redenen: van medelijden tot cynisme.
Het medelijden voor het ongeneeslijke in het stadium van de “terminale pijnen” die voor hem en voor mij ondraaglijk zijn, dwingen me zijn lijden te verkorten. Ik zal hem een spuitje geven zoals men de dieren geeft; door zo te handelen versnel ik alleen maar zijn dood, die in elk geval ook onafwendbaar is. (cfr. D. C. 1885, 1128)
De menselijke waardigheid legt de basis voor “een recht om waardig te sterven”. Immers onuitstaanbare pijnen of de staat van onderbewustzijn zijn mensonwaardig. Ik heb dus het recht dit te voorkomen of dit te verkorten. (cfr. L’ Alsace, 21.09.84)
De vrijheid, erfdeel van de menselijke persoon, moet ook leiden tot “zijn leven te kiezen, zijn dood te kiezen” (thema van het ‘Congrès de Nice’, 21 – 23.09.1984 – genomen uit ‘ADMD’: Association pour le Droit de Mourir dans la Dignité). Ik bevestig mijn vrijheid door mij geen dood te laten opleggen door de natuur, zoals ik het niet wil. M.a.w. ik heb de volledige zelfbeschikking hoe ik mijn leven wil beëindigen.
De zelfmoord van Henri de Montherlant, veroordeeld door zijn geneesheren, is de dood van een vrij mens!
In het belang van de “gemeenschap”. “Wij geloven dat de gemeenschap er geen belang en ook geen werkelijke nood aan heeft om een ongeneesbare zieke te laten blijven leven” (Verklaring van 40 personaliteiten, waaronder drie Nobelwinnaars, 1974). “De wettelijke dood kan gesitueerd worden na 80 jaar, datum waarboven de geneesheren zich zouden kunnen veilig achten ... Ik geloof geen enkel woord meer van dit traditioneel standpunt volgens hetwelk al de mensen gelijk en heilig geboren zijn”. (Professor Crick, Tribune médicale, 21.11.1970).
Voorgestelde methodes: van de euthanasie-aanvraag tot de euthanasie-uitspraak.
De ‘ADMD’ stelt een gids voor van “zelfverlossing”: zeer angstaanjagende teksten geven de mogelijkheid, maar er zijn ook namen van geneesmiddelen en aanduidingen van de posologie, “zodanig”, preciseert Madame Paula Caucanas-Piser, “dat zelfmoord niet deze onedele en wrede daad is zoals ze vandaag wordt beschouwd.” (‘le Figaro’ 21.09.1984). Kortom: “schone en nette” zelfmoord, euthanasie thuis, “euthanasie met gebruiksaanwijzing”, (Remi Fontaine, ‘Présent’-24-25.09.1984).
Men stelt ons ook voor ons biologisch testament op voorhand te maken, te regelen met de dokter, de “afkoppeling”, “voor het ogenblik dat we geen personen meer zullen zijn” (Figaro, 21.09.1984). maar als u verkiest te wachten, dan garandeert Professor Léon Schwarzenberg dat de dokter u op uw aanvraag een “dodelijke cocktail” zal toedienen. “Het is aan de zieke en niet aan de dokter, over zijn toestand te beschikken en te weten op welk moment hij zijn bestaan en zijn onuitstaanbare pijnen wil beëindigen? Dus kort gezegd: euthanasie op aanvraag.
We eerbiedigen de wil van de zieke of op zijn minst zijn personaliteit (dokters akkoord met het manifest van 19.01.1984). Anders gezegd: verbeten therapie voor de moedigen, spuitje voor de ontmoedigden. Het is spitsvondig, zegt Professor Christian Barnard (de eerste die een harttransplantatie deed) dat de zieke schriftelijk aangeeft dat hij “geholpen wil worden om te sterven”, terwijl “wij het zijn en wij artsen alleen, die de beslissing nemen op welk moment er een einde gemaakt wordt aan zijn lijden”. (‘Présent’ 24-25.09.1984). Kort gezegd: euthanasie op uitspraak.
Gebruikte middelen:
1. De analgetische of pijnstillende dosis. Iets minder sterk: het is delicaat om de limiet te bepalen tussen de dosis met een effectieve pijnstillende en “uitschakelende” werking en de dodelijke dosis. De dokter zou kunnen geneigd zijn van de ene op de andere over te gaan. Directe of indirecte euthanasie? Zelfs de verpleegster kan het niet onderscheiden! In elk geval, art. 20 van de code van deontologie schrijft voor dat “de dokter zich moet inspannen om de pijnen van de zieke te verzachten. Hij heeft het recht niet bewust of opzettelijk de dood te veroorzaken.” (decreet van 28.06.1979).
2. De “dodelijke cocktail”: de injectie die de dood onmiddellijk veroorzaakt. Dat is de ‘zeer actieve’ euthanasie, zoals men zegt, in elk geval vanuit het ethisch standpunt is het een directe vorm van euthanasie: de bedoeling is openlijk de dood te veroorzaken.
3. De weigering van elke “therapeutische hardnekkigheid” laat de zieke die gedoemd is tot sterven in vrede sterven, zonder te proberen hem artificieel in leven te houden. Een ‘euthanasie’-testament dat stipuleert: “reanimeer me niet”, wil simpel beduiden: “Indien ik ziek ben, doe voor mij geen onnuttige of pijnlijke dingen”. Professor Raymond Villey zegt dat dit een uitnodiging is tot de passieve vorm van euthanasie, indien de toestand hopeloos is (‘Figaro’ 20.09.1984).
De “ontkoppeling” gaat wel verder; de onderbreking voor een artificieel middel om een terminale zieke in leven te houden, is actieve euthanasie (zo denkt Pascale Bosc, 17 jaar, leerling aan het lyceum de Saint-Gaudens – ‘Le Monde Aujourd’hui’ 18-19.11.1984), maar is het waarlijk directe euthanasie?
Actief indirect: het gebruiken van middelen die gericht zijn op vermindering van het lijden, maar die ook als gevolg hebben dat ze de dood bespoedigen.
HEEFT DE MENS EEN RECHT OVER ZIJN EIGEN LEVEN? MOREEL OORDEEL OVER ACTIEVE EUTHANASIE
“Gij zult niet doden”!
Een onschuldige doden is een zware zonde, volgens het 5de gebod van God. “Gij zult niet doden” is formeel. De moord ontneemt een andere van het hoogste goed: het leven hier op aarde is de voorwaarde voor al de andere weldaden, natuurlijke en bovennatuurlijke. Moord schaadt vooral het exclusieve recht van God op leven en dood. “Erken dan: Ik ben het, Ik alleen, er is geen god buiten Mij. Ik ben het, die dood maakt en levend. Ik sla wonden en heel ze ook weer; Geen is er die redt uit Mijn hand.” (Deut. 32, 39).
Wat te zeggen over zelfmoord? Hetzelfde, met eraan toe te voegen dat wie zich op eigen gezag doodt, onrecht doet aan de gemeenschap waarvan hij deel uitmaakt en aan God die het eigendom over ons lichaam bezit. Hij laat het ons gebruiken en besturen met de opdracht dit leven te behouden. Dit betekent niet dat men zijn leven in gevaar kan brengen als het nodig is, maar enkel voor een veel hoger doel, zoals om het vaderland te verdedigen of een absoluut zekere en wrede dood te ontvluchten, bv. bij brand op de zoveelste verdieping uit een venster springen, in de hoop aan een ergere dood te ontsnappen.
De vier regels van de “indirecte vrijwilligheid - wat in oorzaak gewild is”, wettigen deze “indirecte zelfmoord”. De actie van “te springen” is op zich onverschillig; de twee effecten die eruit voortvloeien zijn: het ene goed (ontsnappen aan de brand) en het andere slecht (riskeren van de dood door beneden verpletterd te worden); de intentie heeft geen betrekking op de slechte afloop”: er is absoluut geen intentie van zich te zelfmoorden. Bovendien komt het goede effect niet voort van het slechte effect. Tenslotte is er sprake van een evenredige oorzaak: het gevaar dat men vlucht, is evenredig aan het risico waaraan men zich blootstelt.
Dit voorbeeld heeft het voordeel het verschil aan te tonen tussen de directe euthanasie (= de “dodelijke cocktail” wordt gebruikt om de dood te veroorzaken) en de indirecte euthanasie (de analgetische dosis te nemen voor het verlichten van het lijden van pijnen van de ziekte, maar men weet dat dit de dood gaat versnellen). De eerste is moord of zelfmoord, de tweede is volkomen geoorloofd, op voorwaarde dat er geen intentie is om het sterven van de patient te versnellen.
Antwoord op de tegenstellingen
Actieve of directe euthanasie is dus een misdaad. De motieven hiervoor kunnen alleen maar sofismen zijn: het nut van de gemeenschap is er één van. Zeker, het individu maakt deel uit van de gemeenschap die moet samenwerken aan het welzijn van het geheel, maar aan de andere kant overschrijdt elke mens dit alles door zijn waardigheid als persoon en zijn eeuwige bestemming! Bijgevolg kan de gemeenschap “zich niet ontdoen van onnuttigen” zonder weg te zinken in een totalitarisme dat van de gemeenschap het enige absolute maakt.
“Zelf zijn dood kiezen” betekent ook de dood weigeren die de voorzienigheid ons heeft voorbereid; geboren worden zoals ik het wil, in een reageerbuis, sterven zoals ik wil, door zelfbevrijding. Het is dezelfde opstand tegen de natuurlijke orde, dezelfde opstandige geest tegenover God! De christelijke geest daarentegen leert ons de dood op te dragen: “Mijn Heer en mijn God, reeds nu aanvaard ik uit uw hand, met een gelaten en bereidwillig hart, elke wijze van sterven, gelijk U dit zal behagen, met alle daaraan verbonden benauwdheden, pijnen en smarten, U ter eer, mij ter zaligheid, en de zielen tot heil.”
“Mijn leven beëindigen dat geen zin meer heeft”, omdat men zich gedoemd weet tot een ”onwaardig leven” door de hevige pijnen; tot een “verminderd leven”, omdat ik het bewustzijn kwijt ben: zoveel sofismen!
Het aardse leven vindt zijn zin in het “eeuwige leven”, zelfs lijdend of onbewust: de persoon bewaart zijn waardigheid van wezen geschapen naar beeld en de gelijkenis van God. De waardigheid van een “eeuwig wezen”. Daarom zegt Pius XII tot de dokters (chirurgen, 13.02.1945) “de dokter zal elke suggestie die hem zal gedaan worden om het leven te vernietigen misprijzen, hoe broos en hoe onnuttig dit leven ook mag schijnen”.
“Maar ik versnel of vervroeg alleen maar een onvermijdelijke dood” of ik wil een andere “zekere en wrede dood” voorkomen.
Ik antwoord. Het goede gevolg: het voorkomen van een afgrijselijke dood is het resultaat van een slecht gevolg, nl. de dood door ‘zelfdood’. Het kwaad is het middel om een “goed” te bereiken (bv. om een ander kwaad te ontvluchten). Welnu, St.-Paulus zegt: “Zullen we het kwaad niet doen, opdat er goed uit voortkomt?” (Rom. 3, 8). Het is ons niet toegelaten kwaad te doen opdat er goed uit voorkomt. De wil mag nooit op het kwaad gericht zijn (in dit geval zelfmoord) noch als een middel, noch als een doel.
Hoeveel keren heeft Pius XII het principe herhaald dat zoveel pijnlijke morele situaties oplost! Vriend, lezer, ken dit principe, ken ook de vier andere basisregels i.v.m. “indirecte vrijwilligheid” (of “van de daad met dubbel effect”) die hoger vermeld zijn.
DE PIJN EN HET GEBRUIK VAN PIJNSTILLERS
De Romeinse Congregatie voor de Geloofsleer heeft op een uitzonderlijke manier de katholieke leer samengevat (verklaring van 05.03.1980), die reeds door Pius XII werd aangeleerd (aan het genootschap van de Italiaanse anesthesiologie, op 24.02.1957). Hier geven we een korte samenvatting.
De pijn heeft een heilsverlossende waarde.
Zoals de dood is ook het lijden een straf van de erfzonde: “Gij zijt stof en tot stof zult gij wederkeren”, (Gen. 3, 16). In “smart zult ge uw kinderen baren”, (Gen. 3, 19). “In het zweet des aanschijns zult ge uw brood eten”. (Gen. 3, 19).
Heeft de dokter de plicht het lijden te bestrijden, de zieke christen zal trachten er ten minste gedeeltelijk gebruik van te maken. Hij zal dit zien als een genade die hem wordt aangeboden om te voldoen voor zijn zonden, jegens de goddelijke rechtvaardigheid en zo de straffen van het Vagevuur vermijden, waarvan de kleinste straf erger is dan de vreselijkste op deze wereld! De vrijwillig aanvaarde pijn of smart is eveneens een gelegenheid om verdiensten te verzamelen, om “een nieuwe parel toe te voegen aan zijn kroon voor het Paradijs”. Beschouwd als een deelname aan het lijden van Christus en in vereniging met het verlossend offer, heeft het lijden een mede-verlossende waarde. (cf. 1,24)
Pijnstillende middelen weigeren of in een kleinere dosis aanvaarden, ziedaar een heldhaftige, volbloed christelijke houding.
Pijnstillers: geoorloofdheid en nadelen
“Het zou niet voorzichtig zijn indien men deze heldhaftige regel tot een algemene regel zou uitroepen. Voor veel zieken raadt de menselijke en christelijke voorzichtigheid juist aan om geneesmiddelen aan te wenden die het lijden wegnemen of verzachten, zelfs met slaperigheid of minder helderheid van geest als neveneffecten. Wat zieken betreft die zich niet meer kunnen uiten, voor hen mag men redelijkerwijze vooropstellen dat ze deze pijnstillers wensen en ze hen toedienen volgens de richtlijnen van de arts.” (SCRDF. 1980, op. cit.) Maar is een narcose of slaapverdoving toegelaten, indien deze het verlies van het volledige bewustzijn veroorzaakt of het leven van de zieke verkort? Geen probleem voor het tweede geval: men wil de pijnen verzachten, en enkel indirect staat men toe, zonder direct de verkorting van het leven te willen (in de oorzaak gewild).
Pijnstillers die het bewustzijn doen verliezen
Het feit dat pijnstillers leiden tot onbewust zijn, moet van dichterbij beschouwd worden, want wij mogen “de dood van de zieke niet stelen” door hem het bewustzijn te laten verliezen tot aan zijn dood zonder dat hij zijn morele verplichtingen, (testament, eventueel restituties te regelen) heeft kunnen vervullen, en vooral zijn morele verplichtingen, (biecht, H. Oliesel, H. Communie of Viaticum, indien mogelijk). De christelijke verpleegster heeft daar een onvervangbare plaats. Zij zal de geest van de zieke verder richten dan de pijnen en de angst voor de nakende dood; hogerop, naar de goddelijke hoop en de voorbereiding van zijn ziel bij de komst van de priester. Hier past een akte van berouw, duidelijk aan het ziekbed, door haar of een familielid gebeden, terwijl de zieke nog bewust is, maar misschien van zijn uitwendige zintuigen al beroofd. Dit zal misschien een ziel redden voor de eeuwigheid! De taak van de verpleegster: “de pijn van de zieke verzachten en personen helpen in de laatste ogenblikken van hun leven”, wordt nog edeler als ze deze beschouwd als een apostolaat voor de ziel in het licht van de goddelijke eeuwigheid.
Mgr. Bernard TISSIER de MALLERAIS, hulpbisschop van de FSSPX.
Vertaling: Monstrans