De Heilig-Hartbasiliek van Montmartre
Pinkstermaandag 2008, gelovigen van de FSSPX in de tuinen van de Heilige-Hartbasiliek
De Heilig-Hartbasiliek van Montmartre, baken van het Heilig Hart in de nacht
E.H. Louis Bochkoltz, FSSPX Antwerpen
Begin mei begaf de voetbalploeg van onze Antwerpse priorij zich voor de elfde opeenvolgende keer naar Parijs om er deel te nemen aan het voetbaltoernooi van de Traditie. Om het sportieve met het culturele en zelfs het religieuze te combineren zijn we, de dag voordat we op het toernooi voor het tweede opeenvolgende jaar de derde plaats wegkaapten, de Basiliek van het Heilig Hart (Sacré-Coeur) op Montmartre gaan bezoeken.
De Parijse Basiliek van het Heilig Hart is een populair herkenningspunt en het tweede meest bezochte monument van Parijs. De basiliek staat rijzig op de top van de Montmartre-heuvel, het hoogste punt van de stad. Ze is vóór alles een religieus bouwwerk, daarvan getuige de voortdurende verering van de Heilige Eucharistie sinds haar opening in 1885! En dit dag en nacht!
De bouw van de Heilig-Hartbasiliek van Montmartre is een heel opmerkelijk verhaal, dat begint op het einde van de 19de eeuw. Tijdens de Franse Revolutie waren er priesters vermoord en kerken in brand gestoken, maar het geloof van de Fransen was niet dood. Dat geloof heeft uiteindelijk de bouw van die reusachtige kerk mogelijk gemaakt, die men van overal in Parijs kan zien. Het Heilig Hart moet heersen!
In de boodschap aan de heilige Margaretha-Maria Alacoque had het Heilig Hart een dergelijk bouwwerk gevraagd, maar men moest nog wachten tot de Franse nederlaag tegen Pruisen en de bloedige gebeurtenissen van de ‘Commune’ om de katholieke zielen ervoor warm te krijgen.
De ‘Commune van Parijs’ was een socialistische revolutionaire regering die heerste over de stad Parijs van 18 maart 1871 tot 28 mei van datzelfde toen ze bloedig werd neergeslagen. Antikatholiek zoals de Franse Revolutie, maar iets ‘patriottisch’ (anti-Duits), zou men de Commune ’dictatuur van het proletariaat’ kunnen noemen.
Op 4 september 1870, de dag dat de Franse Derde Republiek werd uitgeroepen, zou Mgr. Fournier de inspiratie leveren voor het Sacré-Coeur-project, door in een rede te verklaren dat de nederlaag van de Franse troepen in de Frans-Pruisische oorlog een goddelijke kastijding was voor “een eeuw van zedelijk verval”, die was gevolgd op de Franse Revolutie.
De eerste bezielers van de basiliek waren Alexandre Legentil en Hubert Rohault de Fleury. Het was de droeve winter van 1870-71 en Parijs werd belegerd door de Pruisen; Rome was zojuist door de schuld van de Fransen 1 in de heiligschennende handen van Piëmont gevallen; de Commune bereidde in het duister haar razernij voor. Wie zou de Heilige Vader kunnen bevrijden en het vaderland redden? Het zou het Hart van Jezus zijn, riepen die edele zielen uit. Laten we het een NATIONALE GELOFTE aanbieden!
Maar laten we luisteren naar wat Legentil zelf vertelde over het prille begin van het werk. Dat deed hij in een toespraak die hij op 5 april 1872 hield voor de Algemene Vergadering van Katholieke Comités van Frankrijk:
“Wij hoopten nog op de bevrijding [...] maar weldra werd duidelijk dat snelle hulp van bovenaf noodzakelijk werd, en dat volgens ons gewone hulp niet volstond; er was een grootse daad van goddelijke barmhartigheid nodig: geen enkele bescherming leek ons zo doeltreffend te zijn als die van het Heilig Hart van Onze Heer Jezus Christus. Toen er sprake van was onze gedachte nader uit te werken en steun los te weken, werden we gewaar dat we een dubbel belang te verdedigen hadden. Frankrijk is schuldig: de natie hard, maar des te meer verdiend gestraft. Het land is, zo kan men wel zeggen, afvallig geworden. Vandaar dat de geschiedenis ons laat zien dat de tegenslagen van Frankrijk, altijd samenvallen met de tegenslagen van de Kerk en de Heilige Stoel. Het lag dus voor de hand om in onze voornemens de veiligheid en de onafhankelijkheid van de Paus te paren aan het heil van het vaderland, en in onze harten twee zaken te verenigen die nooit gescheiden hadden mogen worden”.
Vóór alles vonden de Franse katholieken het nodig om de goddelijke toorn te ontwapenen met een grote akte van berouw en boetedoening. Wat een geloof! Aldus ontstond het idee om in Parijs een monumentale kerk op te richten, gewijd aan het Heilig Hart van Jezus. Ze zou oprijzen in de schuldige en gestrafte stad, zoals een erestraf ² op de plaats van een misdaad. Als verdediging tegen de dreigingen van het heden zou ze ook dienen als een les voor de toekomst. En tot op de dag van vandaag is de Heilig-Hartbasiliek dat teken op de top van de stad Parijs.
Vanzelfsprekend zegende Paus Pius IX dat initiatief maar al te graag en op 31 juli 1872 schreef hij de volgende Brief:
Aan onze beminde zonen,
Léon Cornudet, voorzitter, en de overige leden van de Raad voor het Werk der Nationale Gelofte te Parijs.
PIUS IX, PAUS.
Beminde zonen, Heil en Apostolische Zegen. Terwijl de tekenen van Gods wrekende hand zich zo zichtbaar tonen in de rampspoed waaronder de naties gebukt gaan, en die nog groter kwaad doet vrezen, hebben Wij vernomen dat u het prachtige plan hebt opgevat om in uw edele en vermaarde stad een monument op te richten, dat bedoeld is om de godsdienstige geest op te wekken en de naastenliefde aan te wakkeren. U vertrouwt erop dat die toevlucht tot de hemel de Heer zal bedaren, Hem gunstig zal stemmen en vanuit Zijn mildheid de vrede van de Kerk en het heil van uw natie zal bewerkstelligen. Daar uit die grote onderneming die u hebt opgevat een levendige vroomheid spreekt en een wijsheid die de christenharten waardig is, zijn Wij helemaal niet verrast dat uw uitmuntende Herder en zovele anderen onder Onze eerbiedwaardige broeders de Bisschoppen van Frankrijk ze sterk aanbevolen hebben, en er hun volledige medewerking aan toegezegd hebben. Zeker geven wij onze volledige goedkeuring voor uw ijver en uw vroomheid en Wij kunnen u, u en uw medewerkers, alleen maar de eer betuigen, die u toekomt. Wij verlangen bovendien dat God, geraakt door deze publieke getuigenis van vroomheid en gezwicht onder dit concert van gebeden, niet alleen de harten van uw medegelovigen naar Zich toe trekke, maar die van alle mensen, opdat ze voortaan in Zijn wegen wandelen en aldus zo snel mogelijk het goeds verkrijgen dat ze wensen. God vragend om die weldaden in de nederigheid van Ons hart, verzekeren wij u van Onze vaderlijke welwillendheid en verlenen Wij u en alle anderen die bij uw Raad en uw Werk betrokken zijn, vanuit de grond van Ons hart de Apostolische Zegen waar u om verzocht hebt.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, op 31 juli 1872, in het 27ste jaar van Ons pontificaat. PIUS IX, PAUS.
Jammer genoeg werd het plan vertraagd door de opstand van de Commune. Zodra de openbare orde echter enigszins hersteld was na de gebeurtenissen van de Commune, breidde het werk van eerherstel tot het Heilig Hart zich overal als een lopend vuurtje uit en het begon werkelijk een nationaal karakter te krijgen. De nieuwe aartsbisschop van Parijs, mgr. Guibert, haastte zich om het onder zijn bijzondere hoede te nemen. Belangrijke fondsen begonnen toe te stromen. En reeds op 14 april 1872 kon E.H. Monsabré – in een bewonderenswaardige preek die hij vanop de kansel van de Notre-Dame afstak – de voorgestelde inscriptie voor het latere monument mededelen: “Christo ejusque sacratissimo Cordi Gallia pœnitens et devota” – “Voor het Allerheiligste Hart van Christus, het boetvaardige en vrome Frankrijk”.
Hoewel de basiliek werd gewijd ter ere van de 58 000 oorlogsdoden, verduidelijkt het decreet van het Franse parlement van 24 juli 1873, waarmee werd geantwoord op een vraag van de aartsbisschop van Parijs en de bouw ervan werd goedgekeurd, dat ze dient om “de misdaden van de Commune uit te boeten”. De Communards hadden immers Georges Darboy, de aartsbisschop van Parijs, geëxecuteerd, die daardoor martelaar is geworden van de katholieke Kerk in volle wederopbloei.
In 1873 gaf kardinaal Louis-Edouard Pie, bisschop van Poitiers, uiting aan het nationale streven naar geestelijke opbloei – “Het uur van de Kerk is gekomen” ³ – dat samenviel met de zogenoemde “regering van zedelijke orde” 4 tijdens de Derde Republiek. Die laatste verbond katholieke en openbare instellingen in een “project van godsdienstige en nationale opbloei – waarvan de hoofdkenmerken waren: het herstel van de monarchie en de verdediging van Rome – in een cultureel kader van officiële vroomheid”. De Basiliek van het Heilig Hart is daarvan het belangrijkste duurzame en triomfalistische 5 gedenkteken.
Met het decreet van 24 juli 1873 werd de bouw van de basiliek goedgekeurd als een “zaak van openbaar nut”. Het project werd door de Kerk verwoord als “nationale gelofte” en parochies vanuit heel Frankrijk droegen financieel bij. Giften werden aangemoedigd door donoren toe te laten om het even welk deel van het monument te financieren, gaande van afzonderlijke zuilen tot andere onderdelen zo klein als een steen.
Een wet van openbaar nut werd aangenomen om een terrein op de top van Montmartre te verwerven en de basiliek te bouwen. Architect Paul Abadie heeft de basiliek ontworpen nadat hij het in een wedstrijd had gehaald van 77 andere architecten. Door vertraging bij de eigendomsverwerving werd de eerste steen uiteindelijk gelegd op 16 juni 1875. In 1880 bracht de basiliek heftige debatten teweeg in de gemeenteraad. Daar werd ze bestempeld als “onophoudelijke aanzet tot burgeroorlog” en debatteerde men ook over de mogelijkheid om de wet van 1873 (over de eigendomsrechten) af te schaffen. De zaak bereikte de Kamer van Volksvertegenwoordigers tijdens de zomer van 1882, waar aartsbisschop Guibert de basiliek verdedigde en President Clémenceau stelde dat ze de Revolutie probeerde te stigmatiseren. De bouw van de basiliek is niettemin voortgegaan.
De basiliek was pas klaar in 1914. Ze werd officieel gewijd in 1919, nadat de Eerste Wereldoorlog afgelopen was.
Sinds de opening van de basiliek wordt het Heilig Sacrament er dag en nacht onophoudelijk vereerd. Het is een baken van licht in de nacht, gelegen op het hoogste punt van de stad Parijs. Maar de geschiedenis van dit monument kennen is nog veel “verlichtender”: eerherstel voor de zonden van Frankrijk!
Laten ook wij ons met een berouwvol hart richten naar het Hart van Onze Heer Jezus Christus en Zijn barmhartigheid voor onze zonden vragen.
1 Immers, met het uitbreken van de Frans-Pruisische oorlog werd het Franse leger teruggeroepen en gaf het Victor Emanuel II, de koning van Italië, de gelegenheid om zich van de Pauselijke Staten meester te maken. Pius IX riep zich uit tot “gevangene van de Italiaanse staat”. Aan deze toestand zou pas een einde komen met de Verdragen van Lateranen (1929).
² Letterlijk: amende honorable (publieke schuldbekentenis), d.w.z. een straf uit het Ancien Régime, waarmee eerherstel werd gevraagd aan het slachtoffer [NVDV].
³ Louis Baunard, Histoire du cardinal Pie 1886, vol. II: 498, geciteerd in: Raymond A. Jonas, “Monument as Ex-Voto, Monument as Historiosophy: The Basilica of Sacre-Coeur”, French Historical Studies 18.2 (Autumn 1993, pp. 482–502), p. 483.
4 Gouvernement de l’ordre moral [NVDV].
5 “De reactie op de communes van Parijs en Lyon bestond uit triomfalistische monumenten, de Sacré-Coeur de Montmartre en de basiliek van Fourvière, waardoor beide steden werden overheerst. Die bouwwerken werden met private fondsen gebouwd als een soort reusachtige ex voto's, en wel om God te danken voor de overwinning die op de socialisten was behaald en om de zonden van modern Frankrijk uit te boeten” (Bertrand Taithe, Citizenship and Wars: France in Turmoil, 1870–1871, hoofdstuk “Religious Identities and Citizenship”, 2001, p. 100).
De inscriptie in Montmartre
“In het licht van de tegenslagen waardoor Frankrijk diepbedroefd is, en de wellicht grotere tegenslagen die het nog te wachten staan; in het licht van de heiligschennende aanslagen die te Rome zijn begaan tegen de rechten van de Kerk en de Heilige Stoel, tegen de heilige persoon van Jezus Christus’ plaatsvervanger; vernederen wij ons voor God en vanuit onze liefde voor de Kerk en het Vaderland erkennen wij dat we schuldig zijn geweest, en rechtvaardig gestraft; en om eerlijke betering te doen voor onze zonden en om vanuit de oneindige barmhartigheid van het Heilig Hart van Onze Heer Jezus Christus vergiffenis voor onze fouten te verkrijgen, evenals buitengewone bijstand, die het enige middel is om de Kerkvader uit zijn gevangenschap te bevrijden en de tegenslagen van Frankrijk te doen ophouden, daarom beloven wij naar onze vermogens bij te dragen tot de oprichting van een heiligdom gewijd aan het Heilig Hart van Jezus.”
[[{"fid":"99484","view_mode":"file_styles_main_visual","fields":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""},"type":"media","field_deltas":{"2":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""}},"link_text":null,"attributes":{"class":"media-element file-file-styles-main-visual","data-delta":"2"}}]]
De heuvel van Montmartre
Het is op deze heuvel dat de roemrijke heilige Dionysius, de eerste apostel van Parijs, uit haat tegen het geloof werd vermoord.
Op dezelfde plaats waar hij gemarteld werd, verhief zich een vermaarde kerk, waaraan werd gebouwd en verbouwd doorheen de tijden, en die in de 13de eeuw door Paus Innocentius III werd gewijd. Al wie in Parijs ooit uitblonk in heiligheid is er op bedevaart geweest.
Het is daar dat de heilige Ignatius van Loyola en zijn metgezellen de fundamenten legden van de latere Jezuïetenorde.
Het is daar dat kardinaal de Bérulle, “monsieur” Olier, pater de Condren, Bossuet en de heilige Vincentius a Paulo elkaar ontmoetten in hetzelfde geloof en dezelfde herinneringen.
Montmartre is dé heilige plaats van Parijs.