Inleiding - Voorbereiding M.I. toewijding

1. Inleiding

“Heb de Heer, uw God lief, met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met al uw krachten, en uw naaste als uzelf!” Dit is het grote gebod van God.

A. De liefde tot God en onze doopbeloften, de H. Grignon de Montfort

Als we slechts een klein beetje over Gods liefde naden- ken, moeten we met schande bekennen dat deze liefde in ons bijna niet bestaat. Wie bemint, denkt aan de geliefde. Hoe vaak denken we aan God? Wie bemint, verlangt naar de geliefde en wil altijd bij Hem zijn. Hoe vaak is de Heer ons totaal onverschillig en bestaat Hij niet echt in ons bewustzijn? Als je liefhebt, wil je je geliefde altijd een plezier gunnen, nooit pijn doen. Hoe vaak kwetsen we de Heer en negeren we Hem door onze zonden, onze nalatigheden?

Om ons arme, ellendige, onwaardige zondaars, te helpen stuurt de Heer ons zijn heiligste Moeder om onze Moeder en de Koningin van ons hart te zijn. Hij wil dat wij onszelf aan haar geven, volledig (totale overgave) door ons hele persoonlijke leven opnieuw vorm te geven: alles met haar te doen, altijd als een kind naar haar te kijken en haar te imiteren. Om alles door haar te doen, om haar altijd als een slaaf te behagen, om deze Koningin te gehoorzamen.

De H. Maagd heeft ons haar dienaar gestuurd om ons deze ware en volmaakte toewijding te leren, de H. Louis Marie Grignion de Montfort. Het doel van de toewijding aan Maria als slaaf is de omvorming van ons persoonlijk leven (gebedsleven, de sacramenten, de praktijk van de deugd, de geest van opoffering), dat we God meer en meer liefhebben en dus eindelijk voldoen aan onze heilige beloften, de doopbeloften. De H. Grignion leert ons dat we in alle dingen, altijd en overal, onze kleine ellendige handen in de handen van O. L. Vrouw moeten plaatsen en ons door Haar moeten laten leiden. Alleen dan zullen we in staat zijn om de toppen van de volmaaktheid te beklimmen en uiteindelijk de poorten van de hemel te bereiken.

B. Naastenliefde, H. Vormsel, P. Maximiliaan Kolbe

Maar naast het belangrijkste gebod om God lief te hebben vraagt Christus van ons dat we “elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad,” en Hij noemt het zijn nieuwe gebod. Hoeveel hield Christus van ons? Hij gaf alles om ons te behoeden voor de eeuwige ellende en om ons naar de eeuwige gelukzaligheid te leiden.

Nogmaals, we moeten ons afvragen: hebben we ooit van onze naaste gehouden zoals Hij liefhad? Hoe vaak denken we aan de redding van de mensen? De meesten kunnen ons niets schelen, de rest irriteert ons. En als we iemand iets goeds wensen, dan is dat meestal alleen maar gezondheid, welzijn en succes.

En ook hier stuurt de Heer ons een hulp, zodat we altijd beter omgaan met het grote gebod van de naastenliefde te beoefenen: het is de liefhebbende Moeder, de Koningin, die naast Christus van alle mensen houdt, van ieder individu meer dan de beste moeder ter wereld haar geliefde kind zou kunnen liefhebben. Bovendien heeft Christus haar alle genaden gegeven, zodat deze mensen kunnen worden bekeerd en gered. Maar God wil dat we delen in het werk van de REDDING VAN DE MENSEN. Daarom hebben we het sacrament, HET HEILIG VORMSEL, gekregen, dat ons de Heilige Geest niet alleen voor onze eigen heiliging geeft, maar ook om soldaten van Christus te worden en aan de opbouw van het Mystieke Lichaam van Christus deel te nemen.

Om te voorkomen dat deze grote genade van het Heilig Vormsel onbenut blijft, en wij in het leger van de Koning intreden en zijn roep volgen, stuurt Hij ons de Immaculata, zodat wij haar ridders worden, in haar kleine leger intreden en haar zo helpen om de zielen van haar kinderen zoveel mogelijk te redden.

En ook hier heeft de Immaculata ons haar dienaar gestuurd om ons te leren zielen te redden en de genaden van het  vormsel meer en meer toe te passen: P. Maximiliaan Kolbe stichtte de Militia Immaculatae om zo de hele wereld aan haar voeten te leggen, zodat zij overal de kop van satan kan verpletteren en de dwalingen over de gehele wereld kan overwinnen.

En zie, de Koningin van de Schepping wordt tot bedelaarster, komt naar mij en vraagt deemoedig: “Mijn kind ik heb u nodig! Wilt u mij helpen, mijn andere kinderen, hun onsterfelijke zielen, te redden. Zo velen gaan verloren omdat er niemand voor hen bidt en offert”. (Fatima 19.08.1917)

De P. Maximiliaan Kolbe beschrijft het als volgt:

“Is het niet mooi, dit levensideaal? De strijd om de hele wereld te veroveren, de harten van alle mensen en ieder individu in het bijzonder, te beginnen met ons zelf ... Onze kracht is om onze eigen dwaasheid, zwakte en armoede te erkennen, en ons zonder beperking aan de goedheid en de macht van de Immaculata toe te vertrouwen” (brief van 12.11.1930). “Onder het vaandel van de Immaculata gaan wij in de grote veldslag en zullen we onze vaandels op de bastions van de vorst van deze wereld planten. Dan zal de Immaculata als Koningin van de schepping en van ieder individu in het bijzonder zijn ...” (brief 30.06.1931).