Hoe de kapel van het Allerheiligste Sacrament in Antwerpen werd gesticht

Zicht op de Mechelsesteenweg in 1890 (Stadsarchief Antwerpen)
Historiek van de Kapel van het Allerheiligste Sacrament
Naar aanleiding van de restauratiewerken van onze kapel en voor een betere kennis van deze vergeten parel aan de Antwerpse kroonzal zal in deze rubriek het ontstaan en de geschiedenis van onze kapel worden belicht.
Juffrow Griet Lucy Beldé, auteur van deze artikelen, is parochiaan en archeologe. Zij doet onderzoek naar de geschiedenis van onze kapel die maandelijks wordt gepubliceerd in ons mededelingenblad De Monstrans.
Door Juffrow Griet Lucy Beldé
Twaalf jaar na de stichting van de congregatie in 1856 hadden de novicen en de geprofesten een gemeenschap gevormd. Door het klein aantal kloosterzusters kon men echter het hoofd niet bieden aan de noodwendigheden van het huis in de Stuiverstraat. Dit bemoeilijkte de uitoefening van liefdadigheidswerk van de congregatie en het uitbouwen van een waar noviciaat. Met de hulp van enkele weldoeners kocht Anna de Meeûs korte tijd later een groot stuk grond te Watermaal. Vanwege de goede ligging in een rustige groene omgeving in de nabijheid van Brussel was het terrein ideaal. Op 25 maart 1868 werd door Pater E.P. Boone de eerste steen gelegd van het huis dat bestemd was voor het noviciaat. In 1875 vestigde Anna de Meeûs zich in het klooster van Watermaal en werd het aldus het moederhuis. Het was hier dat zij bij haar overlijden op 15 juni 1904 op 81-jarige leeftijd werd bijgezet in de crypte van een bevallige kapel in de uitgestrekte kloostertuin.
Vóór 1890 breidde de Congregatie van de Gedurige Aanbidding verder uit en stichtte de Meeûs een afdeling in Antwerpen. Het was haar vader, graaf Ferdinand de Meeûs die een bouwvergunning indiende bij de stad. De aanvraag betrof de bouw van drie woonhuizen nummer 15,17 en 19, een klooster met kapel en een tuin, nummer 21 en 23. De bouw van de kapel zou een prestigeproject worden, waarvoor geld werd geschonken door de meest vooraanstaande families. Een belangrijke schenker was graaf de Hemptinne, een Gents industrieel. Voor dit project werd dan ook gekozen voor een architect met naam, Ernest Stordiau.
Ernest Stordiau werd in 1855 geboren in een Antwerpse familie van architecten. Zijn vader, groot- en overgrootvader waren ook architecten. Ernest studeerde van 1871 tot 1875 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. De belangrijkste professoren op dat moment waren J. Schadde en L. Blomme. Zijn verdere scholing kreeg hij van zijn vader Jan-Frans Stordiau en bij bouwmeester Baeckelmans. Stordiau stoorde zich echter aan de zeer decoratieve eigenschappen van de barokke architectuur en richtte zich tot een eigen vertaling van de meer sobere renaissance, voornamelijk in de lijn van de neo-Florentijnse stijl. Rond 1880 vestigde Stordiau zich als zelfstandig bouwmeester. Eén jaar later huwde hij met Anna Herfeld. Samen kregen zij zes kinderen, waarvan zijn zoon Paul de familietraditie verderzette en ook bouwmeester werd.
In 1902 werd Stordiau aangenomen als lid van de Koninklijke Maatschappij van de Bouwmeesters van Antwerpen. In 1905 werd hij ondervoorzitter van de maatschappij en in 1907 voorzitter. Daarnaast is hij ook voorzitter geweest van de Société Centrale de l’Architecture de Belgique, de nationale beroepsorganisatie. De grootste steun en inzet leverde hij echter voor het instellen van een bouwmeestersdiploma. In 1936 werd Stordiau benoemd tot Officier van de Orde van Leopold II. In 1910 won hij de eerste prijs op de Wereldtentoonstelling van Schone Kunsten in Brussel en één jaar later ontving hij de Kroonorde ter bekroning van zijn oeuvre. Stordiau bouwde in Antwerpen tal van woonhuizen in verschillende stijlen. Zijn bouwwerken werden beïnvloed door de Toscaanse bouwkunst: onder andere door architecten Antonio da Sangallo en Giacommo Barozzi da Vignola.
Stordiau geloofde dat het begrip “schone kunsten” enkel kon blijven bestaan als we de traditie uit het verleden verderzetten. Hij was van mening dat men met de barok de verkeerde weg was opgegaan door de overvloedige decoratie en weelderigheid. Dit verklaart de sobere, neo-Florentijnse stijl waarin Stordiau zelf voornamelijk werkte. De traditionele principes hoog in het vaandel dragend was hij een veelzijdig architect. Tot zijn bekendste realisaties behoren de synagoge Shomre Hadass, onze Kapel van het Allerheiligste Sacrament in de Hemelstraat en de renovatie van het Kasteel Pulhof in Wijnegem.[1]
De vroegste briefwisseling tussen Anna de Meeûs en Stordiau dateert uit 1889 en handelt over de terreinkeuze. Eerst hadden zij hun oog laten vallen op een perceel op de hoek van de Concience- en de Lange Leemstraat en op één langs de Belgiëlei. Uiteindelijk werd gekozen voor de Hemelstraat. De vermelde terreinen waren net buiten de gesloopte 16de-eeuwse stadsomwalling gelegen waar zich nog veel open ruimte bevond. Het was vooral de burgerij die voor deze gronden interesse had.
[[{"fid":"160123","view_mode":"file_styles_main_visual","fields":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""},"type":"media","field_deltas":{"1":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""}},"link_text":null,"attributes":{"class":"media-element file-file-styles-main-visual","data-delta":"1"}}]]
Zicht op de Nationale Bank op de Belgiëlei in 1896 (Stadsarchief Antwerpen)
[[{"fid":"160124","view_mode":"file_styles_main_visual","fields":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""},"type":"media","field_deltas":{"2":{"format":"file_styles_main_visual","alignment":"","field_file_image_alt_text[und][0][value]":false,"field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_image_title[fr][0][value]":"","field_image_description[fr][0][value]":""}},"link_text":null,"attributes":{"class":"media-element file-file-styles-main-visual","data-delta":"2"}}]]
Zicht op de Lange Leemstraat, 1890 (Stadsarchief Antwerpen)
Het gekozen terrein behoorde toe aan de familie Choppinet-De Wolf uit Leuven, maar de onderhandelingen voor de aankoop verliepen via één van de huurders, de heer Rigouts. Deze wilde zijn huis niet verlaten en wenste er zelfs te sterven. Architect Stordiau zette de onderhandelingen vervolgens verder met de eigenares, mevrouw Choppinet die net weduwe was geworden. In een brief van 8 mei 1890 antwoordde zij aan mevrouw de Meeûs het volgende: “Ik had niet de intentie mijn gronden langs de Hemelstraat te verkopen, maar het doel waarvoor u ze wilt benutten kunnen mij niet doen weigeren. Het is met blijdschap dat ik mijn toestemming heb gegeven en ik hoop dat het de goede God zal behagen. Als u zich direct tot mij had gericht dan zouden wij niet de moeilijkheden gekend hebben, die we gehad hebben, maar zij waren niet te voorzien. Ik verenig mijn gebeden met de uwe, Mevrouw, voor het succes van deze onderneming en om Gods wil volledig te volbrengen.” Op 30 juni 1890 vond de eerste steenlegging plaats.
Tijdens de bouw van het klooster kon de Meeûs een huis huren voor tien maanden, vlakbij de Hemelstraat om samen met haar medezusters te verblijven. Zij installeerden er zich in december 1889. Na afloop van het huurcontract konden zij verblijven in één van de vier huisjes die op het aangekochte terrein zelf stonden.
De kapel van het Allerheiligste Sacrament behoort tot de beginperiode van Stordiau’s oeuvre. Als opzet valt ze een beetje buiten het algemene kader van Stordiau’s werk. Ze is ontworpen in een sterk doorgedreven neogotische stijl die vooral gericht is op het interieur. De onopvallende gevel is sober gehouden en integreert zich onopvallend in het straatbeeld. De kapel is noord-zuid georiënteerd, waarbij de zuidelijke gevel zich aan de straatzijde bevindt. De andere gevels zijn volledig ingebouwd en de lichtinval komt vooral via de westzijde. In de periode tussen 1888 en 1899 kwam Stordiau onder invloed van de neo-Italiaanse renaissance en zijn werk krijgt een sterk Florentijns karakter.[2]
[1] Inventaris Onroerend Erfgoed, Stordiau Ernest (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/personen/4623) [online] (Geraadpleegd op 22 oktober 2022)
[2] LAW Y.L., Bouwhistorisch onderzoek Kapel van het Allerheiligste Sacrament Hemelstraat 21-23 Antwerpen. Van Zustergemeenschap tot priesterbroederschap, Antwerpen 2008, p.38-54.

Façade van de Kapel van het Allerheiligste Sacrament met aangrenzend klooster door Ernest Stordiau 1890-1892