Les 10: I. De Verrijzenis van het Vlees
Eerste Deel: De Geloofswaarheden.
God de H. Geest en de Heiligmaking.
Les 10: I. De Verrijzenis van het Vlees (Art. II van het Symbolum: (Ik geloof) de Verrijzenis van het Vlees).
137. Zal ons lichaam verrijzen?
Ons lichaam zal verrijzen op de dag van het laatste oordeel. Door Gods almacht zal het wederom met onze ziel verenigd worden en uit de aarde levend opstaan.
1° a) Alle mensen, goeden en kwaden, zullen verrijzen.
b) Ieder mens zal verrijzen met zijn eigen lichaam. Dit zijn twee geloofswaarheden.
2° Bewijzen der algemene verrijzenis.
a) H. Schrift: “Het uur komt waarin allen die in de graven zijn, de stem van de Zoon Gods zullen horen: die het goede gedaan hebben tot de opstanding des levens maar die het kwade gedaan hebben tot de opstanding der oordeels” (Johannes 5:28-29). Zie verder nog Mattheüs 22:23-32; Mattheüs 12:40; Lukas 20:27-38; Hebreeërs 6:2; I Korintiërs 15:54.
b) Overlevering: eenparig getuigenis der Kerkvaders. Dit geloofspunt staat ook herhaaldelijk uitgebeeld op de grafstenen der christenen in de Catacomben.
3° Op de dag van het laatste oordeel. Wanneer is dat? “Niemand kent dag noch uur van dit einde, zelfs niet de engelen des hemels” (Markus 13: 32).
Er zullen voortekenen zijn, doch die kunnen gebeuren over een lang tijdverloop en bovendien kan er tussen de voortekenen van het wereldeinde en de werkelijkheid ervan eveneens nog een zeker tijdverloop liggen. Praktisch zijn we dus volledig onwetend omtrent het wereldeinde.
4° Door Gods almacht. Lichaam en ziel kunnen zich uit eigen kracht niet terug met elkaar verenigen: dat kan alleen door Gods almacht.
5° Ons lichaam zal verrijzen.
a) Volgens sommigen wordt de eenzelvigheid van stof niet vereist. Trouwens na een zekere tijd – men schat 7 jaar – is het lichaam van de mens totaal hernieuwd.
b) Volgens anderen, de meeste godgeleerden: gedeeltelijk dezelfde stof van tijdens het aardse leven. Algemeen wordt ook aangenomen dat de mensen zullen verrijzen in volle leeftijd, zonder vroegere lichamelijke gebreken. De werkingen van het dierlijk leven zullen ook ophouden.
Het feit der verrijzenis staat vast vermits het een geloofspunt is; het ‘hoe’ blijft een geheim.
138. Waarom zal ons lichaam op de laatste dag verrijzen?
Ons lichaam zal op de laatste dag verrijzen om deel te hebben in het loon of in de straf van onze ziel, zoals het deel heeft gehad aan haar goede of slechte werken.
De mens heeft in de beproevingstijd van zijn leven goed en kwaad gehandeld; daartoe heeft het lichaam steeds meegeholpen en meegewerkt. Het is dus heel en al in overeenstemming met Gods voorzienigheid dat de hele mens, dus lichaam en ziel, loon of straf ontvangen en bijgevolg daartoe weerom samen verenigd worden. Trouwens het lichaam behoort uiteraard bij de menselijke ziel: scheiding van ziel en lichaam is een onnatuurlijke toestand die, zo moeten we vermoeden, niet eeuwig duren zal.
139. In welke staat zullen de lichamen verrijzen?
De lichamen van de gelukzaligen zullen verheerlijkt zijn gelijk het verrezen lichaam van Christus; de lichamen van de verdoemden zullen geschikt zijn om eeuwig te lijden.
1° Van de gelukzaligen: gelijk Christus' verheerlijkt lichaam namelijk:
i.) Onlijdelijk: in feite zal het verheerlijkte nooit meer lijden; meer nog, het zal niet meer kunnen lijden.
ii.) Klaar: ziel en lichaam zijn dan weer zelfstandig verenigd zodat er opnieuw wisselwerking tussen beiden ontstaat: zo zal de glorie, het geluk der ziel volkomen en zonder weerstand afstralen op het lichaam en dit eveneens overgelukkig maken.
iii.) Licht en snel: het lichaam zal in alles gedwee volgen, ogenblikkelijk, zonder vermoeienis en geen afstanden kennen.
iv.) Subtiel of fijn: zoals Christus verrezen is uit het gesloten, verzegelde graf; zoals Hij later plots aanwezig stond te midden zijner leerlingen in het Cenakel, alhoewel alle deuren en vensters vast gesloten bleven; gelijk het goddelijk Kind ter wereld kwam zonder de lichamelijke maagdelijkheid van zijn Moeder Maria te verbreken, zo zullen eveneens alle verheerlijkte lichamen niet meer onderhevig zijn aan stoffelijke weerstand.
Het verheerlijkte lichaam is met één woord geworden als een vergeestelijkt lichaam.
2° Van de verdoemden.
Hun lichaam zal lijden onder de pijn van gevoelen (zie verder nr. 240).
Tot aan de algemene verrijzenis geniet de gelukzalige ziel het eeuwig geluk, lijdt de verdoemde ziel alleen de eeuwige verwerping; pas na de verrijzenis komt het lichaam delen in het loon of de straf.
Enkel het lichaam van Christus en dit van zijn Moeder Maria mochten dadelijk delen in de verheerlijking hunner ziel.