Les 14: II. De Christelijke Volmaaktheid.
Tweede Deel: Het Christelijk Leven.
De Goddelijke Deugden.
Les 14: II. De Christelijke Volmaaktheid.
198. Wat is de christelijke volmaaktheid?
De christelijke volmaaktheid is niets anders dan het volmaakte christelijk of bovennatuurlijk leven.
De christelijke volmaaktheid komt hierop neer: de goddelijke en zedelijke deugden die we ontvingen in het Doopsel zo vurig mogelijk beoefenen zodat we hierdoor zelf het leven der heiligmakende genade in ons steeds verhogen en nog meer dadelijke genaden van Gods goedheid over ons afroepen door onze edelmoedigheid.
199. Waarin bestaat het volmaakte christelijk leven?
Het volmaakte christelijk leven bestaat in de innige vereniging met God door de liefde, zodat wij in al onze handelingen geleid en bezield worden door de liefde tot God.
God is de volstrekte Meester over alles en over allen: zijn Wil is dus de hoogste Wet. God beminnen is willen wat God wil. Welnu Gods wil wordt ons duidelijk gemaakt langs de weg der Openbaring, de 10 Geboden, de geboden der Kerk en zo verder. De christelijke volmaaktheid is dan gelegen in die praktische overeenstemming van onze wil met de Wil van God: dat is de enige, werkdadige liefde tot God.
200. Wat veronderstelt de christelijke volmaaktheid?
De christelijke volmaaktheid veronderstelt dat wij trouw de geboden van God en van de Heilige Kerk onderhouden en, zo volmaakt mogelijk, de plichten van onze staat volbrengen.
1° Gods geboden onderhouden: door die geboden heeft God ons duidelijk zijn Wil bekend gemaakt.
2° De geboden der H. Kerk onderhouden: de H. Kerk die door Christus werd gesticht, vertegenwoordigt zijn gezag onder ons. Wat de H. Kerk gebiedt, gebiedt God.
3° De plichten van onze levensstaat, die trouwens niets anders zijn dan een verduidelijking, een bepaalde toepassing van de geboden van God of van de H. Kerk. Zo b.v. de zuiverheid van de huwelijke staat, aangewezen door het zesde en negende gebod van God en duidelijker voorgesteld door de wereldbrief: ‘Casti connubii’ van Paus Pius XI.
201. Noem enige middelen die ieder christenmens moet aanwenden om tot de christelijke volmaaktheid te komen
Om tot de christelijke volmaaktheid te komen moet ieder christenmens veel bidden, dikwijls biechten en communiceren, het woord Gods gaarne aanhoren, zichzelf verloochenen en getrouw zijn ook in het kleine.
1° Veel bidden: de mens is uit zichzelf uiterst zwak en nu meer dan vroeger zijn we omringd door vele gevaren: we hebben dus Gods hulp nodig, namelijk de genade. Welnu, het is een algemene schikking der Voorzienigheid, genaden te schenken naar de mate van ons gebed. Daarom ook heeft O. L. Heer ons herhaaldelijk aangespoord tot bidden. (Zie verder nr. 325.) Deze spreuk is dan ook volle waarheid: ‘Wie bidt wordt zalig, wie niet bidt gaat verloren.’
2° Dikwijls biechten: (zie verder nr. 424).
a) Om de bijzondere genaden te bekomen die we nodig hebben tot het vermijden der zonden; die genaden zijn bijzonder aan de biecht verbonden;
b) tot verdere zuivering van al onze zondevlekken;
c) om vermeerdering te verkrijgen van heiligmakende genade: dit wanneer het geldt een devotiebiecht, d.w.z. een biecht waarin we geen doodzonden te belijden hebben.
3° Dikwijls communiceren: (zie verder nr. 404 en 408).
De H. Communie is het sterkste voedsel voor het bovennatuurlijk leven der ziel meer daardoor zelf wordt de ziel meer bestand tegen de aanlokkingen en de gevaren van het kwaad.
4° Het woord Gods gaarne aanhoren:
a) Om onze godsdienst en de verplichtingen die ermee verbonden zijn steeds beter te leren kennen en begrijpen (zie hierboven nr. 5).
b) Om werkdadig aangezet te worden tot het beoefenen der deugden.
5° Zichzelf verloochenen:
a) Tot uitboeting onzer zonden.
b) Om de zonde en de gevaren der zonde te vermijden.
c) Om onze goede gewoonten te versterken.
6° Getrouw zijn ook in het kleine:
a) Onze gewone dag is samengesteld uit vele kleine feitjes: de getrouwheid in die vele kleine dingetjes veronderstelt een grote wilskracht, een grote liefde tot God en daardoor zelf doet zo'n getrouwheid in het kleine ons werkelijk vorderen in de volmaaktheid.
b) Ontrouw in het kleine brengt stilaan tot grotere fouten.
202. Wat zijn evangelische raden?
Evangelische raden zijn middelen die Jezus Christus in het Evangelie bijzonder aanraadt om de christelijke volmaaktheid gemakkelijker en vollediger te bereiken.
1° Christus, de Wetgever van het Evangelie (de blijde boodschap), gaf ze bij de verkondiging van zijn blijde boodschap. (Mattheüs 19:21)
2° Het zijn raden, dus geen geboden zoals duidelijk blijkt uit de woorden van Jezus tot de rijke jongeling. “Wilt ge volmaakt zijn…” zo dus “Ge moet niet, maar indien ge wilt dan moet ge het zo doen: ga verkopen wat ge hebt en geef het aan de armen en ge zult een schat in de hemelen hebben, en kom, volg Mij.” (Mattheüs 19:21)
3° Gemakkelijker de christelijke volmaaktheid bereiken: de drie geloften bestrijden werkdadiger de drie begeerlijkheden die aanleiding geven tot alle zonden. Bovendien door vrijwillig iets aan te nemen waartoe men niet verplicht is, toont men groter edelmoedigheid tegenover God die dit belonen zal met overvloediger genaden ter volmaaktheid.
a) Gelofte van zuiverheid: “Niet allen begrijpen dit woord, zo sprak Jezus tot zijn leerlingen, maar zij alleen aan wie het gegeven is… Wie het vatten kan, hij vatte het” (Mattheüs 19:11-12).
b) Gelofte van armoede: “Verkoop… en geef weg”, tegenin de begeerlijkheid der ogen.
c) Gelofte van gehoorzaamheid: “kom, volg Mij”, tegenin de begeerlijkheid van de geest…
4° Vollediger de christelijke volmaaktheid bereiken: door het onderhouden der drie geloften:
a) Vermijdt men werkdadiger de zonde en de gevaren der zonde.
b) Bewijst men grotere, edelmoediger liefde tot God.
203. Welke zijn de drie voornaamste evangelische raden?
De drie voornaamste evangelische raden zijn: de vrijwillige armoede, de volmaakte zuiverheid en de volkomen gehoorzaamheid.
1° Vrijwillige armoede: uit liefde tot Christus verzaakt men aan alle eigendomsrecht of ten minste aan iedere vrije beschikking over zijn tijdelijke goederen.
2° Volmaakte zuiverheid:
a) Uit liefde tot Christus verzaakt men aan het huwelijk en al de rechten die ermee verbonden zijn.
b) Men verplicht zich door een gelofte elke zonde van onzuiverheid te vermijden zoals dit reeds door het zesde en negende gebod van God wordt opgelegd. De gelofte voegt hier dus een tweede, nieuwe verplichting bij die twee geboden van God. Bovendien verzaakt men door gelofte aan het huwelijk.
3° Volkomen gehoorzaamheid: door de gelofte van gehoorzaamheid verplicht men zich de wil der wettige Oversten in te volgen voor alles wat zij oordelen nodig of nuttig te zijn.
Deze bepaling blijft opzettelijk zeer algemeen om zo eveneens in te sluiten de leden van ‘Seculiere Instituten’ waar het gemeenschapsleven, het kloosterleven niet vereist wordt. Voor kloosterlingen verplicht de gelofte van gehoorzaamheid tot onderwerping aan de bevelen der wettige Oversten in alles wat rechtstreeks of onrechtstreeks tot het gemeenschapsleven behoort, tot het onderhouden der geloften en constituties.
204. Waarom wordt de kloosterstaat de staat van volmaaktheid genoemd?
De kloosterstaat wordt de staat van volmaaktheid genoemd, omdat de kloosterlingen zich door geloften verbinden tot het onderhouden van de drie evangelische raden.
O. L. Heer sprak tot de rijke jongeling: ‘Wilt ge volmaakt zijn…’ Dan verder somt Hij de voorwaarden op.
1° Alles weggeven aan de arme, dus niets meer bezitten: feitelijke, volslagen armoede.
2° ‘Kom en volg Mij’: algehele zuiverheid en gehoorzaamheid. Die dit doet is volmaakt, is dus in een staat van ‘volmaaktheid’, rukt zich los:
a) Van al het aardse, tijdelijke: armoede.
b) Van de lichamelijke genoegens: zuiverheid.
c) Van zijn eigen wil: gehoorzaamheid.
En dit alles uit liefde tot Christus: men verwekt dus door dit drievoudig offer een blijvende toestand in zijn ziel, een staat van volmaaktheid.
205. Kunnen alle christenen de christelijke volmaaktheid bereiken?
Alle christenen kunnen, met de genade van God, de christelijke volmaaktheid bereiken, elk in zijn staat, gelijk de levens der heiligen het duidelijk bewijzen.
1° “Wees gij dan volmaakt, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is” (Mattheüs 5:48). Dit woord richtte Jezus tot alle mensen. Welnu Jezus vraagt niet het onmogelijke; wat we niet kunnen uit eigen krachten vermogen we wel met de hulp der genade.
2° Er zijn heiligen geweest in iedere levensstaat en we moeten het S. Augustinus nazeggen wanneer hij, kort na zijn bekering, het uitriep: “Wat die mannen en die vrouwen gekund hebben, waarom zou ik het niet even goed kunnen met de hulp der genade.”
3° God heeft aan ieder ziel veel meer dan juist genoegzame genade en wanneer we edelmoedig hieraan beantwoorden trekken we Gods genaden nog overvloediger over ons neer.
206. Hoe heeft onze goddelijke Zaligmaker het volledig programma van het volmaakte christelijk leven samengevat?
Onze goddelijke Zaligmaker heeft het volledig programma van het volmaakt christelijk: leven op heerlijke wijze samengevat in de ‘acht zaligheden’, die Hij in zijn berg rede heeft verkondigd.
De eerste bedoeling van de Zaligmaker toen Hij zijn ‘Zaligheden’ voorhield was de hoofdtrekken aan te geven van de inwendige gerechtigheid die er nodig is om in het Godsrijk toegelaten te worden: dit in tegenstelling met de vele uiterlijke voorschriften van de Oude Wet waaraan de Farizeeën zo schijnheilig hielden zonder zich te bekommeren om de inwendige gesteltenissen. Zo b.v. ‘Zalig de armen van geest’ d.w.z. de deemoedige, bewust van eigen nietigheid, ontoereikendheid, alles verwachtend van God: dit in tegenstelling met de Farizeeën, gans zelfvoldaan, scrupuleuze onderhouders der Oude wet, waarvoor God hen, zo dachten ze moest belonen.
‘Zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid’, d.w.z. de echte, inwendige ommekeer en niet alleen uiterlijke, rituele rechtvaardigheid der Farizeeën.
‘Zalig de zuiveren van hart’ d.w.z. niet enkel zij die zuiver zijn van alle uiterlijke smet – zo de Farizeeën – maar ook van alle inwendige smet, zij die ook de inwendige zonde vermijden.
In die eerste, historische zin moeten eveneens de andere zaligheden verklaard worden. In afgeleide betekenis mogen we van die zaligheden ook de volgende traditionele verklaring geven, die tegelijk mag gelden als een programma van volmaakt christelijk leven.
De wereld en ook onze eigenliefde (die tweespalt in het diepste van ons wezen) zoeken hun zaligheid, hun geluk buiten God, in het voldoen der drievoudige begeerlijkheid. Christus stelt daar tegenover zijn acht zaligheden die wijzen op de verloochening der drievoudige begeerlijkheid (Mattheüs 5:3-10). Dat is de grote tegenstelling tussen de wijsheid van Christus en de zogezegde wijsheid van de wereld en van de bedorven eigenliefde.
1° ‘Zalig de armen van geest…’: niet enkel zij die feitelijk arm zijn maar die onthecht zijn van alle tijdelijke goederen. – De wereld en de eigenliefde beweren: ‘Zalig de rijken, zalig die zich alles kunnen gunnen’.
2° ‘Zalig die wenen…’: d.w.z. zij die boete doen, die een verstorven leven leiden. – De wereld en de eigenliefde: ‘Zalig zij die van alles ruim kunnen profiteren’.
3° ‘Zalig de zachtmoedige…’: d.w.z. zij die niet reageren op geweld, op onrecht. – De wereld en de eigenliefde: ‘Men mag zich zo maar niet laten doen.’ ‘Oog voor oog, tand voor tand.’ ‘Het iemand betaald zetten.’ enz.
4° ‘Zalig zij die hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid…’ die steeds, hoger willen, zich inspannen tot volmaakter leven. – De wereld en de eigenliefde: ‘Het is veel aangenamer zich te laten gaan, zijn lusten in te volgen’.
5° ‘Zalig de barmhartige…’ d.w.z. zij die het aangedane leed, smaad of onrecht steeds vergeven. – De wereld en de eigenliefde: ‘Het is lafheid onrecht of smaad niet betaald te zetten wanneer men daartoe de gelegenheid heeft’.
6° ‘Zalig de zuiveren van hart…’ d.w.z. zij die zich zorgvuldig van iedere zonde vrijhouden. – De wereld en de eigenliefde: ‘Dat is veel te lastig; het is heel wat aangenamer zijn lusten steeds in te volgen, al is er ook de zonde mee verbonden’.
7° ‘Zalig de vreedzame…’ zij die steeds alles vergeven en anderen ertoe aanzetten. – De wereld en de eigenliefde: ‘Neen, het kwade, het onrecht moet gestraft worden, er moet op gereageerd worden, al brengt dit ook soms tot grotere verwarring, verbittering’.
8° ‘Zalig die vervolgd worden om Mijnentwil…’ – De wereld en de eigenliefde: ‘Zich niet zo onrechtvaardig laten behandelen en is men onmachtig om zich te verdedigen dan is men erg te beklagen’.
Zij die de zaligheden van Christus beleven zijn oprecht ‘zalig’ reeds hier op aarde door de genade die in hen zo rijkelijk leeft en hen troost en bovendien zullen ze eens ‘volzalig’ zijn later in de hemel.
207. Welke zijn de voortreffelijkste uitwerkingen van het volmaakte christelijk leven?
De voortreffelijkste uitwerkingen van het volmaakte christelijk leven zijn die deugdzame daden, die verricht worden onder de bijzondere werking van de Heilige Geest en daarom de ‘Vruchten van de Heilige Geest’ genoemd worden.
De ‘Vruchten van de H. Geest’ S. Paulus noemt er enkele op in zijn brief tot de Galaten 5:22-23.
“De Vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, getrouwheid, zachtmoedigheid, matigheid.” Aan die tekenen, zo schrijft S. Paulus, kan men herkennen of de geest Gods in ons werkt. Die tekenen merken we het best op in het leven der heiligen, zij die het christelijk leven op de volmaaktste wijze verwezenlijken.