Les 9: II. De Vergiffenis van de Zonden

Eerste Deel: De Geloofswaarheden.

God de H. Geest en de Heiligmaking.

Les 9: II. De Vergiffenis van de Zonden (Art. 10. Van het Symbolum: (Ik geloof) de Vergiffenis van de Zonden).

132. Heeft de Heilige Kerk de macht om zonden te vergeven?

De Heilige Kerk heeft van Jezus Christus de macht ontvangen om alle zonden te vergeven, hoe zwaar en hoe talrijk die ook mogen zijn.

1° Werkelijke macht der H. Kerk.

a) Christus' woord tot Petrus: “En ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen. En al wat gij op aarde zult ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn” (Mattheüs 16:19).

b) Christus' woord tot de Apostelen: “Voorwaar, Ik zeg u: Alles wat gij zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn en alles wat gij ontbinden zult op aarde; zal ook ontbonden zijn in de hemel” (Mattheüs 18:18).

c) Christus' woord tot al zijn Apostelen: “Ontvangt de H. Geest. Wier zonden gij zult vergeven, zijn vergeven; wier zonden gij behoudt, hun zijn ze behouden” (Johannes 20:23).

Die macht is natuurlijk overgegaan op al de wettige opvolgers van Petrus en van de Apostelen.

2° Om alle zonden te vergeven. Christus' woorden, hierboven aangegeven, behelzen niet de minste beperking.

3° Wegens de verdiensten en door de wil van Christus. Christus heeft uitgeboet niet enkel voor de erfzonde maar ook voor de persoonlijke zonden van alle mensen. De vergiffenis der zonden wordt, naar Christus' Wil toegepast in en door de H. Kerk.

133. Wanneer heeft Jezus Christus aan de Heilige Kerk de macht gegeven om alle zonden te vergeven?

Jezus Christus heeft aan de Heilige Kerk de macht gegeven om alle zonden te vergeven, wanneer Hij na zijn Verrijzenis tot zijn Apostelen zei: “Ontvangt de Heilige Geest. Wier zonden gij zult vergeven, die zijn vergeven; en wier zonden gij zult wederhouden, die zijn ze wederhouden”.

Zie: nr. 132.

134. Hoe vergeeft de H. Kerk de zonden?

De Heilige Kerk vergeeft de zonden voornamelijk door de Sacramenten van het Doopsel en van de Biecht.

1° Bij de kleine kinderen die het gebruik van hun verstand nog niet hebben wordt de erfzonde weggenomen door het Doopsel.

2° Oudere kinderen en volwassenen die dus laattijdig gedoopt worden moeten alvorens gedoopt te worden berouw hebben over hun zonden: hun zonden, erfzonde en persoonlijke zonden worden weggenomen door het Doopsel.

3° Persoonlijke zonden die bedreven werden na het Doopsel worden vergeven door de Biecht.

4° Ook het H. Oliesel kan in uitzonderlijke gevallen de zonden vergeven, zelfs de doodzonden.

135. Wat is een aflaat?

Een aflaat is de kwijtschelding, door de Heilige Kerk verleend, van tijdelijke straffen, die wij, na de vergiffenis van onze zonden, hier of in het vagevuur nog moeten ondergaan.

In iedere zonde moeten we onderscheiden de zondeschuld en de strafschuld. De zondeschuld wordt weggenomen door de biecht of door het berouw. De strafschuld of tijdelijke straf kan ook vergeven worden door de biecht doch die vergiffenis is meestal niet volledig omdat er niet altijd voldoende berouw aanwezig is. Dan kan die strafschuld toch nog worden weggenomen door het verdienen van aflaten.

Krachtens de gemeenschap der heiligen (zie nr. 129) kunnen we delen in de voldoeningen van andere zielen. De Kerk nu, die volmacht heeft over hare leden, kan uit de schatkist, uit dat gemeenschappelijk, bovennatuurlijk goed putten en aan de zielen, op zekere voorwaarden, toepassen. Indien we sterven zonder volledig onze strafschuld afgelegd te hebben, zo moeten we verder gelouterd, gezuiverd worden in het vagevuur. 100 Dagen aflaat: dat wil zeggen, dat men door het voorgeschreven werk of gebed te doen, zoveel korting van strafschuld verkrijgt als eertijds de christenen bekwamen door een openbare boete van zoveel dagen. Openbare boete werd in de eerste tijden der Kerk enkel opgelegd voor publieke, openbaargekende zonden, als b.v. overspel, moord.

136. Wat is er nodig om de aflaten te verdienen?

Om de aflaten te verdienen moet men in staat van genade zijn en de voorwaarden vervullen die de Heilige Kerk voorschrijft.

1° Staat van genade: aan iemand die nog eeuwige strafschuldig is kan men geen tijdelijke straf kwijtschelden: dat ware tegenspraak.

2° Men moet de mening hebben om de aflaat te verdienen.

Een algemene mening, eens voor altijd, is voldoende. Niettemin is het geraadzaam nu en dan; b.v. iedere morgen, die mening te hernieuwen om de voorgeschreven werken met des te meer vurigheid te verrichten.

3° De voorgeschreven voorwaarden vervullen.

De gewone voorwaarden voor een volle aflaat zijn meestal: biecht, Communie, kerkbezoek en gebed tot intentie van de Paus. Ziehier in betrekking tot dit punt enkele praktische regels:

i.) Wie regelmatig 2 maal in de maand biechten kunnen met deze halfmaandelijkse biecht volstaan voor alle voorkomende aflaten, uitgezonderd voor de jubilee-aflaat.

ii.) Wie iedere dag communiceert, of toch zeker vijfmaal in de week kan zonder bijkomende biecht ook alle aflaten verdienen, behalve de jubilee-aflaat.

iii.) Eén en dezelfde biecht volstaat om tegelijk meerdere volle aflaten te verdienen.

iv.) Voor de toties-quoties aflaten, de zogezegde Portioncula aflaten moet men telkens zesmaal Onze Vader, Weesgegroet en Glorie zij de Vader bidden: een ander gebed, al is het even lang volstaat niet. Voor alle andere volle aflaten volstaat het eenmaal Onze Vader, Weesgegroet en Glorie zij de Vader te bidden.

v.) De aflaten die verbonden zijn aan schietgebeden kan men voortaan ook verdienen door ze enkel inwendig te bidden (H. Poenitentiarie, 7 december 1933).