Voor de Meimaand - Dag 10: Maria's ja-woord

Uit "Voor de Meimaand"
Maria's leven in 31 beschouwingen van E. Till S.J.
In het Nederlands bewerkt door G.v. Gestel S.J.
Uitgegeven in 1920 bij N.V. uitgevers-mij. V.H. Paul Brand te Bussum
IMPRIMI POTEST. E.J. Beukers S.J., 15 febr. 1920
IMPRIMATUR J. Pompen, Vic. Gen. Busc. Buscoduci, die 25 Martii 1920
Dag 10: Maria's ja-woord
Door de aartsengel Gabriël had de Allerheiligste Drievuldigheid aan Maria Haar uitverkiezing tot Moeder van Gods Zoon medegedeeld. De engel wacht nog slechts haar toestemming. Waarom is zij niet terstond bereid? Is er iets hogers in de hemel en op de aarde dan deze waardigheid? En toch weifelt zij. -
1. Bedenkingen. Eens heeft Maria op ingeving van de H. Geest aan God eeuwige maagdelijkheid beloofd. God heeft dat offer aangenomen. En toch: nu wil de Heer, dat zij moeder zal worden, Moeder van de Verlosser. Vandaar haar vraag in onschuld en eenvoud: “Hoe zal dit geschieden, daar ik geen man beken.” - d.w.z. eeuwige zuiverheid beloofd heb; niet dat zij als Zacharias aan Gabriëls woorden twijfelt, haar geloof is onwrikbaar, maar zij - vraagt de engel uitleg, hoe goddelijk Moederschap en maagdelijkheid kunnen samengaan. Zij staat voor een mysterie. Maar de engel lost gaarne haar moeilijkheid op: “De H. Geest zal over u nederdalen en de kracht van de Allerhoogste u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat uit u geboren wordt, Gods Zoon genoemd worden.”
Gelijk eenmaal bij de schepping der wereld de Geest Gods over de wateren zweefde en alles leven deed, gelijk Hij als een zegenrijke wolk de ark van het Verbond omhulde, zo zal Hij goddelijk leven doen nederdalen in de reine maagdenschoot en deze levende Bondsark overschaduwen. Uit dit heiligdom zal niet een gewoon mensenkind op gewoon menselijke wijze te voorschijn treden, maar de Heiligste der heiligen, de Zoon van God. En met verwijzing naar Elisabeth, die nog in haar ouderdom moeder zal worden, toont de engel haar, hoe bij God alles mogelijk is. Door 's Heren toedoen zal haar maagdelijkheid ongeschonden blijven, het brandend braambos gelijkend, dat midden in de vuurgloed toch niet verteerde.
Hier verschijnt ons Maria in het stralende licht van haar reinheid en maagdelijkheid. Eens heeft zij de Heer reinheid en maagdelijkheid beloofd: nu haar de hoge waardigheid van 't goddelijk Moederschap wordt aangeboden zijn reinheid en maagdelijkheid weer haar eerste gedachte. Reinheid en maagdelijkheid schat de H. Drievuldigheid in haar zo hoog, dat een ondoorgrondelijk wonder van Haar almacht en wijsheid Haar niet te veel is, om de ongeschondenheid dezer Maagd der maagden ongerept te bewaren. 't Zijn juist deze reinheid en maagdelijkheid, die haar de hemelse Koning zo boven alle schepselen welgevallig maken. Het reine Lam Gods, dat tussen leliën weidt, wil slechts rusten in de kuise schoot der Maagd: maar ook zijn daardoor ontelbare maagdenzielen voor de maagdelijke reinheid gewonnen. Hoog en fier draagt Maria de banier der maagdelijkheid vooruit - banier waarop de blanke lelie blinkt! - en duizenden zijn haar gevolgd, hebben de gelofte van eeuwige zuiverheid afgelegd, als een H. Agnes of een H. Cecilia bereid, liever alles, zelfs het leven te verliezen, dan hun maagdelijkheid prijs te geven.
Laat ons die parel der deugden toch altijd hoger en hoger schatten, beter en beter waarderen? Dan zullen wij spoedig de waarheid erkennen van Christus' woord: “Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.” (Matth. 5: 8). Hoeveel schoner, rijker en gelukkiger zou de wereld, hoeveel gezonder en gaver zou het mensdom zijn naar ziel en lichaam, als het naar 't voorbeeld van de Maagd der maagden ijveriger en zorgvuldiger de lelie der zuiverheid aankweekte en wist te verzorgen. -
2. Haar toestemming. Het antwoord van de engel stelde Maria's hart gerust. Nu aarzelt zij niet langer toe te stemmen: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.” Wondere deemoed! Een van Gods meest verheven engelen heeft haar uit naam van God begroet met de heerlijkste titels: vol van genade, enig van God beminde, gezegende onder de vrouwen heeft hij haar geheten, - en zij noemt zich dienstmaagd. Moeder van de eeuwige Koning heeft hij haar geprezen, - zie de dienstmaagd des Heren, is haar wederwoord. Hoe zal blijde verwondering Gabriël vervuld hebben! Om hun hoogmoed had hij Lucifer zien neerstorten uit de hemel, Adam en Eva zien verdrijven uit het paradijs, velen zien neervallen in zonde en geestelijke ellende: deemoed als deze hier had hij nooit aanschouwd. Daarom dan ook was zij alleen waardig, als tweede Eva met de tweede Adam mede te werken in het geheim der Verlossing, waarin Gods Zoon zich ten diepste vernederend, de gedaante van een knecht zou aannemen. Met heilig geweld heeft Maria de Zaligmaker tot zich getrokken: “door haar maagdelijkheid was zij Hem welgevallig, door haar deemoed trok zij Hem naar zich toe, merkt de H. Bernardus op. -
Diep voor haar, zijn Meesteres, zich buigend is de engel naar de hemel teruggekeerd. En toen, onder de jubel van het engelengeleide, is de Tweede Persoon der Goddelijke Drievuldigheid neergedaald in de kuise maagdenschoot. 't Wordt nu een hemel op aarde, Godheid en mensheid omsluit nu een band, inniger dan de band, die bruidegom en bruid verbindt. De nederige Maagd van Nazareth wordt Moeder van God, Heerseres over de wereld, Koningin der engelen en Moeder der mensen, Zie haar daar neerknielen, stralend als een bovenaards wezen in innigste beschouwing verzonken, het reine hart vol vreugde, liefde en dankbaarheid. -
Het geheim der Maagd te Nazareth: is er iets lieflijkers denkbaar? 't Is als een hemelse lentetuin! Het viooltje der nederigheid bloeit er naast de lelie der reinheid en de roos der liefde: de lucht hangt vol zoete hemelgeur. Is 't wonder, dat de Zoon van God in dit paradijs van deugden wil verblijven? - Och, mocht toch ons hart niet zo geheel ongelijk zijn aan 't hart van onze hemelse Moeder! Driemaal daags herinnert ons het Angelusklokje aan haar, de Maagd van Nazareth. Laten we het “Engel des Heren” echt devoot bidden vooral in deze maand en bidden we dan met vrome wens, ons hart meer en meer aan Maria's heilig, maagdelijk hart gelijkvormig te zien. -
Gebed: Wees gegroet Maria, nederige dienstmaagd van de Heer, toch hoogverheven Koningin der schepping. Met de engel groet ik u: “Gegroet, gij vol van genade, de Heer is met u gezegend zijt gij onder de vrouwen”. Ja! wees gegroet, gij wonderreine, allervoorzichtigste, nederigste Maagd; in U alleen vond God een Hem waardige woonstede. Verwerf mij de genade, dat ook mijn hart steeds reiner, steeds God welgevalliger worde, O Maagd der maagden, eerwaardige en lofwaardige, machtige en goedertierene Maagd, bid voor ons. Amen.