Voor de Meimaand - Dag 13: De bruid van Sint-Jozef

Uit "Voor de Meimaand"
Maria's leven in 31 beschouwingen van E. Till S.J.
In het Nederlands bewerkt door G.v. Gestel S.J.
Uitgegeven in 1920 bij N.V. uitgevers-mij. V.H. Paul Brand te Bussum
IMPRIMI POTEST. E.J. Beukers S.J., 15 febr. 1920
IMPRIMATUR J. Pompen, Vic. Gen. Busc. Buscoduci, die 25 Martii 1920
Dag 13: De bruid van Sint-Jozef
Zoals het H. Evangelie ons meldt, had Maria zich tot een maagdelijk huwelijk verloofd met de H. Jozef, uit het geslacht van David. De huwelijksplechtigheid moet kort na het bezoek aan Elisabeth hebben plaats gehad.
1. Het huwelijk. “Huwelijken worden in de hemel gesloten”, zegt een oude spreuk. Zo ooit, dan is dat zeker waar van het huwelijk tussen Maria en Jozef, het heiligste huwelijkspaar, dat de wereld ooit zag. Maria had maagdelijkheid beloofd, dat blijkt duidelijk uit haar woorden tot de engel. En als zij zich nu toch met de H. Jozef verlooft en met hem in 't huwelijk treedt, kan dat slechts zijn op uitdrukkelijk verlangen van God zelf.
Maar wat was dan wel Gods bedoeling? Is God dan de maagdelijke staat niet welgevalliger dan de gehuwde? Zegt niet de H. Paulus: “Wie zijn dochter uithuwelijkt, doet goed; wie haar niet uithuwelijkt doet beter?” (1 Cor. 7: 38). Dat is waar, maar ondanks haar huwelijk zou Maria maagd blijven en in de schaduw daarvan zou haar maagdelijkheid te heerlijker opbloeien. In de H. Jozef moest de Moeder Gods een getuige van haar maagdelijkheid hebben, een verdediger van haar eer, een beschermer van haar leven, een begeleider op haar tochten, een steun en troost in alle gevaren en moeilijkheden.
Door zijn wettelijke vader moest de Verlosser de zoon van David zijn; bovendien ontving Hij in de H. Jozef een pleegvader en beschermer en te Bethlehem én in Egypte én te Nazareth. Tegenover de wet gold Jozef voor Jezus' vader.
Bovendien wilde God zijn dienaar Jozef belonen voor zijn getrouwheid en heiligheid. Een vrome legende verhaalt, hoe de hogepriester vóór de verloving de jongelingen uit Davids geslacht had uitgenodigd om hun staf in de tempel neer te leggen. Hij, wiens staf zou bloeien, zou Maria tot echtgenote krijgen. En de volgende morgen, ziet! Toen droeg de staf van Jozef, gelijk eertijds die van de hogepriester Aäron, blad en bloesem! De legende wil enkel dit zeggen: zoals Aäron eens de door God uitverkoren hogepriester was, zo ook werd Jozef nu boven allen waardig gekeurd, de kuise echtgenoot van de maagdelijke Moeder Gods te worden. En inderdaad, niemand verdiende die waardigheid meer dan de H. Jozef, die door de H. Geest zelf rechtvaardig genoemd is. Twee leliën van onschuld sloten hier een hemelse verbintenis en verblijdden hemel en aarde met haar heerlijk-blanke reinheid.
Dit kuise huwelijk moest het verheven geheim van de Menswording voor 't oog van de wereld als met een sluier omhullen; het moest de verzinnebeelding zijn van de heilige band, die Christus met zijn Kerk verenigd houdt, terwijl beiden tezamen als voorbeeld moesten dienen voor het Christelijk huwelijk. God wilde zo tonen, dat het huwelijk niet iets ongeoorloofds is of een louter burgerlijke overeenkomst, maar een heilig Sacrament. “Dit geheim is groot, doch ik voeg er bij: in Christus en zijn Kerk”, zegt de H. Paulus over het huwelijk (Eph. 5: 32). Maria toont ons hier, hoe, bij 't verkiezen van de huwelijksstaat, vóór alles de wil van God beslissen moet. Wil een huwelijk gelukkig zijn, dan moet het in de hemel gesloten worden, dan moet ook de toestemming van de hemelse Vader verkregen zijn. Alle zegen komt van boven, ook de huwelijkszegen; maar hoe zou God een huwelijk kunnen zegenen, dat Hij niet billijkt? Het huwelijk der H. Maagd toont ook duidelijk, wat voor een degelijk huwelijk de beste voorbereiding is: een rein leven welgevallig aan God. Het schoonste bruidskleed is het kleed van de heiligmakende genade.
2. De Bruidsschat. In de wereld speelt de bruidsschat bij het sluiten van een huwelijk niet zelden de hoofdrol. “Wat brengt hij of zij mee?” is dikwijls de eerste, ja enige vraag. - Wat brengt de H. Jozef mee ten huwelijk? Hoge adel? Zeker, hij is uit het geslacht van David, in Israël de hoogste adel, maar de luister van het koningshuis is reeds sedert lang verbleekt. Grote rijkdom? Neen, goud en zilver heeft hij niet: het geslacht van David is geheel verarmd. Maar wel kon hij Maria een gouden hart aanbieden, een hart vol trouwe liefde, grote schatten ook van deugd en verdienste. Titels en waardigheden kon hij aan Maria's naam niet toevoegen, hij is slechts een eenvoudige timmerman; toch in de ogen van God staat hij hoger dan Jozef, de onderkoning van Egypte. Deze immers was slechts een voorafbeelding van hem, die God in het grootse verlossingswerk tot zulk een bevoorrecht werktuig had uitverkoren.
En welke is Maria's bruidsschat? Ook zij is uit Davids koningshuis, maar nog veel hoger adel brengt zij mee: zij zal koningin zijn van hemel en aarde, koningin van engelen, patriarchen en profeten, koningin der Apostelen en van alle Heiligen. Ook zij mist aardse rijkdom, maar des te rijker is zij aan hemelse schatten: vol van genade heeft de engel haar genoemd. En dan, die andere schat, die hemel en aarde niet kunnen bevatten: de Zoon van God. Schoner en rijker bruidsgift is onmogelijk, en 't is juist door deze, dat Sint Jozef de rijkste, achtenswaardigste en gelukkigste man ter wereld wordt. Hij is nu de echtgenoot van Maria, de Voedstervader van Gods Zoon en het hoofd van de H. Familie. Dat alles is vervat in deze weinige woorden van de Evangelist: “Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt.” (Matth. 1: 16).
Toch is het waar, dat het huwelijk naast grote vreugde beiden ook menig kruis bracht. Dat ontbreekt wel nimmer! Elk huisje heeft zijn kruisje: ook hier. Sinds Maria de Moeder is geworden van Hem, die door zijn lijden en dood de wereld wilde verlossen, was het kruis haar geleide door heel het leven. Armoede, vervolging, verbanning waren haar gezellinnen; zelfs scheen het een ogenblik, of de donkere wolk van wantrouwen de heldere hemel van haar huwelijksgeluk verduisteren zou. Maar trouw, reinheid, heiligheid en innige liefde wisten het leed te veranderen in vreugde. Het kruis kon hen zo mogelijk slechts dichter bij elkaar brengen en inniger verenigen.
Het heilig huwelijkspaar leert ons, hoe niet aardse goederen, niet schatten, die mest en mot verteren, niet schoonheid, die vergaat, niet adelstand en klinkende titels 't huwelijksgeluk maken. Met dezelfde munt, waarmee we later de hemel kunnen kopen, verwerft men zich hier op aarde een echt gelukkig huwelijksleven: zielenadel, hechte deugd en soliede vroomheid.
Gebed: Wees gegroet Maria, allerreinste, allerheiligste Maagd, spiegel der rechtvaardigheid, lelie onder de doornen, kuise Bruid van de H. Geest. Op Gods verlangen hebt gij de H. Jozef de hand gereikt tot een maagdelijk huwelijk, om met hem een wel arm en verborgen, maar toch in waarheid hemels leven te leiden. Lichtend voorbeeld voor alle gehuwden, verkrijg voor onze christen huisgezinnen, dat het heilig huwelijkssacrament nooit geschonden worde, maar heilig gehouden en hoog in edele trouw, geduld en liefde. Amen.