De ceder, olijfboom en roos als symbool voor Maria
Predicatie E.H. Matthias De Clercq
“Ik heb me verheven als een ceder van de Libanon, als een cipres van de Hermon, als rozen te Jericho.”
In Christus beminden,
De H. Schrift roemt Israëls plantenwereld op vele plaatsen. Vaak dienen deze heerlijke bloemen en bomen als metaforen voor de menselijke deugden. Deze beelden uit de flora duiken in de H.Schrift heel bijzonder op als het er om gaat de helden van het land in hymnes te loven. Geen wonder dus, dat ook de Kerk en zelfs de geleerde kerkvaders de geciteerde verzen van het boek Jezus Sirach toepassen op hun heldin, op hun Koningin: de Maagd Maria. Zij doen dat bijvoorbeeld in het klein officie van OLV. In die priesterlijke gezangen wordt Maria beschreven als de ceder van de Libanon, een olijfboom en een rozenstruik. Gaan we na waarom. Temeer omdat we in de maand mei elke dag OLV in de litanie van Loreto onder de prachtigste, maar soms ook merkwaardigste aanroepingen om bijstand smeken.
De ceder van de Libanon wordt ook de patriarch, de aartsvader, van de plantenwereld genoemd. De ceder kan een stamomvang van 13 meter bezitten en zelfs 30 meter hoog worden.
De vaste, dikke, stevige stam van de ceder is dus een mooi beeld voor de standvastigheid van OLV in het geloof aan haar goddelijke Zoon. De zon werd op de Calvarieberg verduisterd, de sterren schenen van het firmament te vallen, de bergen ineen te krimpen door aardbevingen, maar de Moeder Gods stond sterk en vast onder de stam van het kruishout. Over OLV heet het: Stabat juxta Crucem.
De metershoge stam van de ceder is anderzijds ook een mooie uitdrukking van haar steeds op God en Zijn heilige Wil gerichte blik. Maria vervulde de eerste vraag van de catechismus: “Wij zijn op aarde om God te kennen, te dienen en te beminnen – en al het andere is als bijzaak te beschouwen!”
Bovendien verliest de ceder, net als de dennenboom bij ons, nooit zijn groen gewaad, een zinnebeeld voor de onbederflijkheid van haar ziel in zake van de zonde. Zij bleef steeds fris en gezond. Zij kende zonde noch fout. Zij bleef steeds rijke vrucht dragen voor God.
Ook de olijfbomen en wijnstokken kunnen als symbolen voor Maria dienen. Olijfbomen en wijnstokken waren namelijk in antieke tijden de rijkdommen van een land. Deze beide gewassen brengen immers de edelste vruchten voor: druiventrossen en olijven. Zo baarde Maria als vrucht van haar lichaam, de met olie door de Godheid gezalfde Mens: Jezus Christus. Door Hem zijn wij allen rijk geworden. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan worden olie en wijn ook gebruikt voor het genezen van wonden. Maria gebruikt, als Middelares van alle genaden, bovennatuurlijke geneesmiddelen om de wonden van onze ziel te genezen en de smarten te milderen. Zij is de toevlucht der zondaren die ze sterkt net zoals olie doet. Zij is de troosteres der bedrukten, die zij troost en blijdschap brengt net zoals wijn.
De plantenwereld schenkt de kerk veel bruikbare planten om de eigenschappen van Maria in lofliederen te bezingen, maar slechts een van de planten werd in de litanie van Loreto opgenomen. Slechts 1 plant wordt in de architectuur van de kathedralen opgenomen. Namelijk: een kleine, maar fijne bloem: de roos. Maria is de roos van Jericho, de rosa mystica. Vaak staat boven het portaal van de kerk een zogenaamd rozet, dat symbool staat voor Maria en dat voor het feit dat men enkel door het Middelaarschap van Maria tot Jezus in het tabernakel kan komen.
Waarom speciaal een roos? Als we de eigenschappen van een roos van dichterbij beschouwen, weten we snel waarom.
Vele mensen beschouwen de roos als een van de mooiste bloemen, die de aarde kan voortbrengen. Welnu, in Christus beminden, is er ooit een mooier, aan God welgevalliger rein mensenkind geboren dan Maria? De H. Geest zingt in de H. Schrift in het Hooglied over haar: “Geheel schoon zijt gij, mijn vriendin, en geen vlek is aan u! Gij zijt de schoonste onder alle mensenkinderen!”
In de zomer wordt er ook geen andere bloem met zulk een verlangen verwacht als de roos. Wij verheugen ons reeds in de lente bij het verschijnen van de knoppen aan de rozenlaar. Deze vreugde wordt echter pas vervolmaakt als op een zonnige morgen de rozenblaadjes ons toelachen. Welnu, wij kunnen zeggen dat de aarde voor de geboorte van de Moeder Gods Maria geheel in winter vertoefde. De mensen hebben lang in dit tranendal gewacht op de dag dat Maria op aarde zou geboren worden. Zij de Onbevlekt Ontvangene, vrij van het slijk dezer aarde. God beloofde Adam en Eva een vrouw te sturen waaruit de Verlosser zou geboren worden, maar wanneer zou dat zijn… Eeuwen en millennia gingen voorbij. De aarde was woest en leeg. Generaties Adamskinderen wachtten en wachtten. Deze hoop en het lang wachten op Maria’s komst wordt door de groene stengel van de roos aangeduid. Groen is de kleur van de hoop. En daadwerkelijk! Roepen wij OLV niet aan als spes nostra? “Onze Hoop”. De H. Bernardus zegt: “Hoop op Maria en ge zult nooit ontgoocheld worden!”
De kroon van deze koninklijke bloem zijn de heerlijke rozenblaadjes, die in rode, gele of witte kleur voorkomen. De blaadjes verzinnebeelden de vruchten van de genade in Maria – aldus haar deugden. Maria heeft alle deugden in een heldhaftige mate beoefend. Zo kunnen wij bijvoorbeeld in de witte blaadjes de reinheid van Maria naar lichaam en ziel erkennen. In de gele blaadjes haar koninklijke mildheid en majesteit. De rode blaadjes tonen haar zichzelf wegschenkende liefde tot God. Het onbevlekt Hart van Maria leefde slechts voor God en Zijn heilige Wil. Net zoals een roos zich opent op de eerste zonnestralen van de dag, zo was Maria steeds prompt bereid de opdrachten van God te horen en in daad om te zetten. Ecce ancilla Domini! Zie de dienstmaagd des Heren!
Rozen dragen gewoonlijk ook doornen. Volgens de H. Basilius, groeiden de rozen voor de zondenval zonder doornen op. Door de zondeval van de mensen werd echter geheel de aarde vervloekt. “Van nu af zult ge doornen en distels voortbrengen”, sprak God. Ook na de geboorte van Maria bleef het zo. God wilde de staat van genade in ons herstellen, maar niet de straffen van de zonde wegnemen: dood en lijden. Ook Maria was mens en heeft geleden. Zij is de koningin van de zeven smarten. De zeven doornen. Wij kennen en vereren ze allemaal. De H. Laurentius Justinianus noemt het hart van Maria: “de helderste Spiegel van het Lijden”. Maria is een toonbeeld van hoe een katholiek moet lijden: in geloofsmoed en vertrouwen op de Goddelijke Voorzienigheid.
Rozen zien er niet alleen goed uit, ze ruiken ook aangenaam. De geur verspreidt zich. De geur vervult de gehele ruimte. Ook dat heeft een betekenis! Maria’s deugden vorderen ons tot nabootsing. Hoe zullen we Maria navolgen? Wel, vooreerst moeten we overwegen en mediteren. Maria overwoog alle geloofsmysteries in haar hart, zo bericht ons de H. Schrift. Dat overwegen kunnen we vooral doen tijdens de Rozenkransgebed. Bij elk tientje leren we iets van Christus. Bovendien moeten wij ons, net zoals Maria, voor de inspraken van de H. Geest openstellen. Ja, en niet enkel toehoorders blijven, maar ook daden volbrengen. De H. Jakobus zegt ons: “Wat nut het als er iemand zegt, ik heb het geloof, maar de daden niet volbrengt.” Handelen we dus zoals Maria. Zij overwoog, geloofde en vervulde de Wil van de Goddelijke Voorzienigheid, dag na dag. Ook wij moeten onze dagdagelijkse plichten als een heilige Liturgie beschouwen en voltrekken, ook al zijn ze soms voor ons kleine doornen.
Tot slot kunnen we ook zeggen, dat Maria de rozen liefheeft en graag als haar handtekening gebruikt. Bijvoorbeeld als bewijs voor de echtheid van de verschijning in Guadeloupe. De plaatselijke bisschop weigerde de echtheid van de verschijning aan te nemen. OLV besloot een bloemenwonder te verrichten. Het was in de maand december, putje winter, en men kon dus onmogelijk bloemen vinden. OLV stuurde de arme ziener naar een heuvel. Tot zijn verbazing vond hij aldaar een bloemenperk. Juan legt alle bloemen in zijn mantel en loopt naar het bisschoppelijk paleis. Voor de bisschop staande opende hij zijn mantel en laat de bloemen ongelukkigerwijze op de grond vallen. De bisschop stond verbaasd… maar niet alleen over de winterse bloemen. Hij keek met grote ogen naar de witte mantel en zag daarin het stralende gezicht van OLV. Een gezicht vol goedheid. Maria’s lichaam was bedekt met een mantel van sterren van waaruit stralen uitgingen.. De bisschop was overtuigd.
In Christus beminden, bidden we tenslotte dat de Moeder God ons in deze meimaand, de Mariamaand, de moed schenkt in onze zielentuin te werken: het onkruid der ondeugden uit te trekken, heerlijke bloemen van deugden te planten en het met gebed en versterving te bemesten en sterken, zodat we in welgevallige geur voor God mogen leven en ooit in het hemelse vaderland mogen aankomen. Amen.
“Ik heb me verheven als een ceder van de Libanon, als een cipres van de Hermon, als rozen te Jericho.”