JKI Utrecht bidt voor de zielen en bezoekt boerderij

Bron: District België - Nederland

Op 3 november bezocht JKI Utrecht de Rooms-Katholieke begraafplaats in Vleuten in het kader van Allerzielen. Met rozenkransgebed baden we voor de zielen in het vagevuur.

De begraafplaats bij de Vleutense Sint Willibrordkerk is de rustplaats van o.a. pastoor Ohl en de Zusters van de Congregatie van de H. Maria Magdalena Postel.

Pastoor Ohl was een belangrijke figuur in de Vleutense katholieke gemeenschap in de jaren '20 en '30. Hij richtte verschillende jeugdverenigingen op, waaronder de Katholieke Jonge Vrouwenvereniging (K.J.V.). Zijn missie was om de Vleutense (arbeiders)jeugd op het rechte pad te houden door sterke discipline en morele richtlijnen.

Vleuten was in die tijd nog een plaats met rijke kasteelheren en zeer arme boeren. De Zusters van de Congregatie van de H. Maria Magdalena Postel (Postelzusters) waren in de omgeving actief in het onderwijzen van de armen. Hun onderwijzing sluit mooi aan op het geestelijke werk van barmhartigheid, die tijdens deze JKI-bijeenkomst is behandeld.
 

Bezoek boerderij Geertje's Hoeve

Na het bezoek aan de begraafplaats bezochten de jongeren de boerderij Geertje’s Hoeve in Haarzuilens. Daar kregen zij een rondleiding door de geitenstal. De boer liet zien hoe de geiten gemolken worden, hoe de melk wordt verwerkt tot kaas en andere producten. Ter afsluiting gingen de jongeren zelf boter slaan van geitenmelk.

Het boerenleven is een centraal thema in de katholieke sociale leer. In de encycliek Rerum Novarum (1891) benadrukt paus Leo XIII de vitale rol van boeren in de samenleving. Het werk van boeren is niet alleen economisch waardevol, maar ook moreel.

De paus beschrijft landbouw als een "eerbare en noodzakelijke" bezigheid, essentieel voor het welzijn van de mens. Volgens hem is het de ruggengraat van de maatschappij. Het boerenleven is daarom niet slechts een beroep, maar een roeping die een grote verantwoordelijkheid voor de schepping en de gemeenschap met zich meebrengt.

Werken van Barmhartigheid

Eerwaarde De Beer sloot de dag af met een voordracht over twee geestelijke werken van barmhartigheid: “de onwetenden onderrichten” en “in moeilijkheden goede raad geven.”