De moeders van Lu: roepingen wekken
Lu (It) - 1 september 1946: 323 priesters en zusters verzamelen in hun geboortedorp
Door Pater Koenraad Huysegems, uit de Kruisvaarder juni 2023
Het heilig Lu Monferrato
Sprankelende bron van godgewijden
Gewoon: Lu …
Zoek een plaatsnaam die korter is: Lu (uitspraak “Loe”). Twee letters. De kortste Italiaanse gemeentenaam (met nog drie andere). Om het toch een beetje beter te omschrijven noemt men de plaats ook: Lu Monferrato. Nu een Noordwest-Italiaans stadje in de provincie Alessandria, in de landstreek Piëmonte, met maar 1.106 inwoners. Maar dat waren er in 1901 nog 5.071, dus de vorige eeuw is de bevolking zeer geslonken. Het is gelegen in het centrum van twee driehoeken: ongeveer 20 kilometer van Alessandria, Casale Monferrato en Asti en ongeveer 100 kilometer van Turijn, Milaan en Genua. De schoonheid van het landschap en de vruchtbaarheid van de Grana-vallei maakten het grondgebied van het huidige Lu al aantrekkelijk voor mensen uit de oertijd. Dan komen de Gallische Kelten, daarna de Romeinen. Deze bouwen tussen de eerste en vierde eeuw de Villa dei Metilii. De naam Lu komt ook van die Romeinen. Zij noemen de nederzetting namelijk in het Latijn: “Lucus”. “Lucus” een bos toegewijd aan een godheid. Maar niet zomaar een bos: een bos op een “heilige heuvel”. Nu: een heuvel hééft Lu: 307 meter hoog. En heilig is de plek ook nog. In de vierde eeuw had het stadje te lijden onder een strenge en sneeuwrijke winter. Dan, op een 22e januari, ontdekken inwoners een plek dichtbij waar midden in dat sneeuwlandschap … een veld met rijpe tarwe opgeschoten is! En dan nog met de gouden kleur als in de zomerzon! Blij verrast gaan de inwoners van Lu de onverwachte gave Gods binnenhalen. Zo overleven ze de winter goed. Omdat het op zijn feestdag gebeurde is sindsdien de Bisschop en Martelaar de H. Valerius van Zaragoza de patroonheilige van Lu. Maar er is nog iets anders waardoor Lu beroemd, bekend en “heilig” mag genoemd worden. …
Mama’s in Lu hebben een idee. …
Het is in het jaar 1881. Gelovige moeders uit het dorp ontdekken van elkaar dat ze zeer blij zouden zijn, mocht iemand van hun kinderen hun leven volledig toewijden aan de goede God: als priester, broeder of zuster. Dat verlangen vertellen ze aan hun pastoor, Monsignore Alessandro Canora. Ze besluiten samen met hem: “We zullen elke dinsdag vóór het tabernakel samenkomen en bidden dat één van hun zonen priester zou worden of dat een dochter haar leven volledig zou wijden aan de dienst van God”. In dezelfde intentie ontvangen ze elke eerste zondag van de maand de Heilige Communie. En na de Zondagsmis bidden alle moeders wéér voor roepingen. Het gebed wat ze maken, is kort maar krachtig: “O God, verleen dat een van mijn zonen priester wordt! Ik wil zelf leven als een goed christen en ik wil mijn kinderen leiden naar alles wat goed is, zodat ik de genade mag ontvangen om U, o Heer, een heilige priester te geven”.
Is dit Gods wil? Heeft dit effect? Laat ons eerst het eerste beantwoorden. …
Arbeiders voor de wijngaard
Dan is het goed het aan Jezus zelf te vragen. Wij lezen: Mattheüs 9, 35 vv.:
“Jezus ging rond door alle steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf en de Blijde Boodschap verkondigde en alle ziekten en kwalen genas. Bij het zien van die menigte mensen werd Hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder. Toen sprak Hij tot Zijn leerlingen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten!”
“Arbeiders in de oogst” en “herder”? Waarover heeft Jezus het wel? Hij zegt het: Johannes 10, 14 v.: “Ik ben de Goede Herder. Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij. Ik geef Mijn leven voor de schapen”. En: Lucas 19, 10: “De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was”. God is mens geworden: Jezus. Waarom? Om ons te redden dus! 1 Thessalonicenzen 4, 3: “Dat is de wil Gods: uw heiliging!” Om ons heilig te maken dus. Johannes 10, 10: Jezus: “Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed!” Johannes 6, 68: “Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven!” En dus: om ons naar ons eeuwig geluk in de Hemel te voeren.
Priesters? Waarvoor?
Jezus wil Zijn werk voortzetten, ook wanneer Hij is teruggekeerd naar de Hemel. Hoe? Door mensen waardoor hij andere mensen redt. “Herders”, “arbeiders in de oogst”. Jezus werkt door hen heen. Lucas 10, 1 vv.: “Hierna wees de Heer tweeënzeventig anderen aan en zond hen voor zich uit naar alle steden en plaatsen, waarheen Hijzelf van plan was te gaan. Hij sprak tot hen: Wie naar u luistert, luistert naar Mij”. En altijd weer: Lucas 16, 2: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten”. Jezus wil dus medewerkers. Apostelen en hun opvolgers, 72 leerlingen en hun opvolgers. Zo doen het ook Paulus en Barnabas, om de pas tot het christendom bekeerden niet alleen te laten. Handelingen 14, 23: “In elke gemeente stelden zij na gebed en vasten presbyteroi (oudsten, priesters) voor hen aan en vertrouwden hen toe aan de Heer, in wie zij nu geloofden”. Priesters dus, om Jezus’ werk voort te zetten. 1 Korintërs 11, 24: “Doe dit [de H. Mis opdragen] tot Mijn [= Jezus’] gedachtenis”. Johannes 20, 23: “Aan wie ge de zonden vergeeft, hun zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, hun zijn ze niet vergeven”. Dat is biechthoren en zonden vergeven! Mattheüs 28, 18-20: “Ga dus heen, onderwijs alle volkeren, doop ze in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en leer ze te onderhouden, al wat ik u heb geboden”. Offeren, zonden vergeven, het geloof prediken, heiligen, zegenen, naar de Hemel leiden. Dat is Jezus’ werk. Vooral door mensen die wij “priesters” noemen.
Kunnen we het niet oplossen zonder priesters?
De goede God kan zielen redden, helemaal zoals Hij het wil. Lucas 1, 37: “Bij God is geen ding onmogelijk”. Maar Hij heeft onze redding voor een groot deel willen binden aan priesters. De patroonheilige van alle pastoors, de H. Jean-Marie Vianney, Pastoor van Ars, zegt het heel drastisch: “Als we goed zouden begrijpen wat een priester op aarde voorstelt, zouden we sterven: niet van angst, maar van liefde. ... De priester zet het verlossingswerk op aarde voort. ... Wat heb je aan een huis vol goud als niemand de deur voor ons opent? De priester heeft de sleutel tot de schatten van het paradijs in handen: hij is het die de deur opent; hij is de bestuurder van God; de beheerder van Zijn eigendom. ... Laat een parochie 20 jaar zonder priester en je zult de dieren aanbidden. ... De priester is geen priester voor zichzelf, maar voor u!”
Andere helpers. De godgewijde maagden. Broeders en zusters
Nog anderen roept Jezus voor Zijn werk van de redding van onze zielen. Ook mensen die hun leven volledig aan de goede God schenken. Het liefst heeft Jezus als zulke werktuigen mensen die volledig voor Hem zijn, die hun moeite en tijd niet moeten delen met de lasten van een gezin. Zelf is Hij ook zo: Hij wil geboren worden uit een maagdelijke moeder, Hij vraagt aan Zijn apostelen alles te verlaten, Hij verkiest de maagdelijke Johannes tot lievelingsleerling en raadt aan: Mattheüs 19, 11 v.: “Niet allen kunnen dit woord vatten: Er zijn onhuwbaren, die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt omwille van het rijk der hemelen, wie het vatten kan, vatte het!”
En Jezus’ succesrijkste apostel, de H. Paulus, leeft het ook voor en raadt het ook aan: 1 Korintiërs 7, 32-35: “De ongehuwde is bezorgd om de dingen van de Heer, de gehuwde om dingen van de wereld, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld. Ik zeg dit om bestwil, opdat ge onwankelbaar zou zijn in de toewijding aan de Heer. Wie trouwt, doet goed, wie niet, doet beter. Maar ieder heeft zíjn genadegave”.
Het lijkt dat al ten tijde van de apostelen er ook meisjes, dames zijn die hun leven zo aan God schenken. Handelingen 21, 8 v.: “‘s Anderendaags gingen we naar het huis van de Evangelist Filippus en namen bij hem onze intrek. Hij had vier ongehuwde dochters, die de gave van profetie bezaten”. In ieder geval raadt Paulus het aan. Zeker vanaf de tijd van de H. Benedictus en zijn zus de H. Scholastica zijn er broeders en zusters, die hun leven aan God schenken en de priesters helpen bij de redding van de zielen. Broeders zijn vaak de mannen van de logistiek en de techniek: kerken en kapellen bouwen, kleren en gewaden maken. Zusters bidden en lijden voor de zielen, geven godsdienstles, zorgen voor zieken en bejaarden, voeden kinderen op. …
Te weinig?
Ja. Altijd. Jezus zegt het. Mattheüs 9, 36 v.: “De mensen, die afgetobd neerlagen als schapen zonder herder. Toen sprak Jezus: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig”. Hoe oplossen? “Vraag daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten!” Deze woorden van Jezus hebben de moeders in Lu zeer ernstig genomen!
Luistert de goede God naar het gebed van de moeders?
Een latere priester, Don Rinaldi, herinnert zich: “Door het vertrouwende gebed van de moeders en de openheid van de ouders kwam er vrede en een sfeer van vreugdevolle christelijke vroomheid in de gezinnen, zodat de kinderen hun roeping veel gemakkelijker konden herkennen”. En? Wat met roepingen, “arbeiders in de oogst”? Al na 65 jaar zijn het er 323! 152 priesters en 171 zusters, behorend tot 41 congregaties! Sommige gezinnen hebben zelfs drie of vier roepingen! Het bekendste voorbeeld is de familie Rinaldi: God roept zeven kinderen uit dit gezin. Twee dochters werden Salesiaanse zusters (Salesianen: de orde van super-opvoeder Don Bosco), die beiden worden als moedige pionierzendelingen naar de Dominicaanse Republiek gestuurd. Vijf van de zonen worden priester, die zich ook allemaal bij de Salesianen aansluiten. In het jaar 1946 komen de roepingen uit het dorp samen voor een groepsfoto. Indrukwekkend! Zulke foto’s worden jaren later nog eens gemaakt. De Goede Herder verhoort dus het gebed en levert een massa “herders” en “herderinnetjes”! Maar wat heb je eraan als het Judassen zijn? Zijn het ook goede roepingen?
Alleen massa? Of ook kwaliteit?
We hadden het al over de Rinaldi’s. Eén van hen is Filippo Rinaldi, geboren op 28 mei 1856. De achtste van negen kinderen. Zijn jeugdige temperament was niet wat je van een heilige mag verwachten. Op een dag komt Don Bosco door het dorp Lu. Hij gaat met de jongens van het dorp wandelen. En? Bekeert dat die bengels? Vader Rinaldi is in ieder geval zó opgetogen, dat hij 10-jarige zoon Filippo op school stuurt bij de Salesianen. Dezelfde Don Bosco kan de 21-jarige Filippo in 1874 overtuigen hem te volgen. Filippo gaat binnen in het noviciaat van Sampierdarena en wordt 1882 priester gewijd. Al gauw wordt Don Filippo zélf directeur van een kostschool (in Mathi) en daarna stichter van méér zulke scholen in Spanje en Portugal. In negen jaar tijd sticht hij er zestien!
In 1898 wordt Don Filippo Rinaldi verkozen tot overste van alle Salesianen. De tweede opvolger van Don Bosco! Door zijn gebed, zachtmoedigheid en vaderlijke inzet onder de jongeren blaast hij de Salesianen nieuw leven in. Hij start missieposten, tijdschriften en verenigingen en onder zijn leiding trekken meer dan achttienhonderd Salesianen-missionarissen de wereld in. Op 29 april 1990 wordt P. Filippo Rinaldi door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard.
En dan is er nog Zuster Angela Vallese, geboren op 8 januari 1854. Ook zij wordt Salesiaanse. Op 29 augustus 1876 legt ze religieuze geloften af. In november 1877 wordt ze op de eerste zendingsexpeditie van haar orde naar Zuid-Amerika gezet. Naar het warme zuiden? Mmm … Patagonië, de zuidpunt van Zuid-Amerika, niet meer zo ver van het ijzige Antarctica. Het klimaat van Noorwegen. Bar klimaat. Bevolking? Yaganas. Heidense Indianen. Staan die te wachten op blanken? En dan leidt Zuster Angela ook nog schipbreuk in de gevaarlijke Straat van Magellaan. In het ijskoude water gevallen! Haar missie ook? Nee! Zuster Angela laat zich niet ontmoedigen! En ze blijft: vijfentwintig jaar lang, van 1888 tot 1913. In één van de zuidelijkste steden van deze planeet: het Chileense Punta Arenas. Om wat te doen? Bidden, catechismusles geven, scholen oprichten, beroepsopleiding voor meisjes starten. In een omgeving waar niemand het voor mogelijk hield! Ze verovert het hart van de plaatselijke indianen. Daarna komen er ook blanken wonen: Italianen en Kroaten. In 1893 wordt Moeder Angela benoemd tot overste van alle huizen van vrouwelijke Salesianen in Patagonië. In 1913 moet ze voor een algemeen kapittel naar Italië. Ze wordt er echter ziek. Moeder Angela overlijdt op 60-jarige leeftijd, op 17 augustus 1914. Ver van de missies in Amerika, maar geestelijk dicht bij haar zusters, vrouwen en meisjes die ze met al haar liefde heeft geholpen.
Nog meer uit Lu? Noemen wij uit Lu nog P. Luigi Borghina. Alweer een Salesiaan. Hij volgt zijn stichter zó goed, dat hij “de Braziliaanse Don Bosco” wordt genoemd. En verder: P. Pietro Rota, “de Don Bosco van Valtellina”, Mgr. Evasio Colli, die de jongens bij de Katholieke Actie kan houden midden in de woelige jaren van fascisme en Tweede Wereldoorlog. Paus Johannes XXIII zegde over die laatste: “Hij had paus moeten worden, niet ik. Hij had alles wat nodig is om een groot paus te zijn”.
Dus? Is het in Lu alleen massa, of ook nog goede kwaliteit?
Lucas 16, 2: “Vraag daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten”.
De goede God is niet spaarzaam, wanneer men hem innig om dát vraagt, wat Hijzelf ook wil. Helpers om zielen te redden. Kijk naar wat hij heeft gedaan in Lu Monferrato. En niet alleen dáár. In het Bisdom Gent hebben priesters het over “het heilig Erondegem”. Een dorpje van net over de 1000 inwoners maar met een abnormaal hoog aantal roepingen. Dat betekent: tot aan het Tweede Vaticaans Concilie. Dan begint het in te storten, in Erondegem én (minder snel) in Lu. Mattheüs 9, 37: “Arbeiders zijn er w einig”. Dus? Wat doen? Dat wat de moeders in Lu deden. Lucas 16, 2: “Vraag de Heer van de oogst arbeiders te sturen!” Dat is onze intentie voor deze maand. Niet alleen bidden voor veel roepingen, maar ook hele goede. En dan nog iets: Mattheüs 22, 14: “Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren”. Velen zijn geroepen om Jezus zo te volgen, maar ze staan er niet bij stil. Waarom niet? Dat kan verschillende oorzaken hebben, maar over een veelvoorkomende oorzaak, zei Pater Duverger een paar jaar geleden: “Wat in de lente van het leven [de jeugd] zó onmisbaar lijkt [verliefd zijn, trouwen, een gezin hebben], is in de herfst van het leven [wanneer we ouder worden] misschien nog wel mooi, maar helemaal niet zo onmisbaar en verblindend”. Trouwen is mooi, maar zijn leven helemaal aan Jezus te geven is nog véél mooier. Mattheüs 19, 27: nadat de rijke jongeling Jezus niet wilde volgen, vraagt Petrus: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zullen wij daarvoor dan ontvangen? Jezus sprak tot hen: Al wie huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om Mijn Naam, zal het honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven verwerven!”