Woordje van de Districtsoverste november 2024: de Principeverklaring van 21 november 1974

Bron: District België - Nederland

De geschiedenis is een bron van wijsheid. Het verrijkt de menselijke ervaring door gebeurtenissen uit het verleden die ons in staat stellen ons beter te richten op het heden en deze eeuw te beoordelen.

Hoe meer tijd verstrijkt, hoe meer het de wijsheid en voorzichtigheid van onze stichter, aartsbisschop Marcel Lefebvre, benadrukt. Verlicht door de gaven van de Heilige Geest, heeft hij zielen van goede wil speculatieve en praktische principes gegeven die ons helpen op koers te blijven in deze ongekende crisis van de Kerk. Deze beginselen zijn een baken dat ons leidt en ons in staat stelt grote sereniteit te bewaren in de storm die de Kerk meemaakt.

Op 21 november 1974, kort na de afkondiging van de Nieuwe Mis in 1969, schreef aartsbisschop Lefebvre een verklaring die het principe en de grondslag blijft en zal blijven van zijn houding en die van de Priesterbroederschap St. Pius X ten opzichte van de nieuwe hervormingen, de nieuwe ideeën, de nieuwe pastorale zorg, doordrenkt met neomodernistische en neoprotestantse principes. Hij bevestigde ook op 2 december 1974 dat deze verklaring een "principieel standpunt"  was, dat wil zeggen dat het niet door gebeurtenissen hoefde te worden bepaald. 

Het bevat twee praktische principes:

Het eerste principe wordt door de aartsbisschop aan het begin van zijn verklaring gesteld: "Wij houden ons met heel ons hart, met heel onze ziel aan het katholieke Rome, Bewaakster van het katholieke geloof en van de tradities die nodig zijn voor het behoud van dit geloof, aan het  eeuwige Rome, Lerares van wijsheid en waarheid". De bisschop geeft dus duidelijk uiting aan zijn wens om katholiek te blijven, om Rooms te blijven, dat wil zeggen om zich volledig te houden aan het constante leergezag van de pausen. Maar deze trouw aan het Rome van alle tijden plaatst hem voor een onvoorstelbaar dilemma: wat te doen met de leer van de paus en de bisschoppen die expliciet breken met het leergezag van altijd? Welk standpunt moeten we innemen tegenover  een autoriteit die niet langer onderwijst wat zijn voorgangers altijd hebben onderwezen? De bisschop vertrouwt dan op de Leraar van de heidenen, de heilige Paulus: "Als het zou gebeuren", zegt de heilige Paulus, "dat WIJZELF of een engel uit de hemel u iets anders zouden leren dan wat Ik u heb geleerd, laat hem dan vervloekt zijn" (Gal. 1, 8). Het antwoord is duidelijk: indien het gebeurt dat een man van de Kerk, zelfs als hij apostel is, een waarheid doorgeeft die in strijd is met wat altijd is onderwezen, is het de plicht van elke katholiek om te weigeren deze waarheid aan te hangen en haar te veroordelen. Het Geloof is een schat die we niet mogen verraden en verkwisten. Het moet als een kostbaar erfgoed worden doorgegeven aan toekomstige generaties. Het is de plicht van ieder lid van de kerk om door te geven wat we hebben ontvangen, of het nu van de onderwijzende kerk is of van de onderwezen kerk.  

Het tweede principe van een praktische orde is dan ook logisch voor de bisschop: “Aan de andere kant weigeren wij en hebben wij altijd geweigerd het Rome van de neomodernistische en neoprotestantse tendens te volgen, die zich duidelijk manifesteerde in het Tweede Vaticaans Concilie en na het Concilie in alle hervormingen die daaruit voortvloeiden.

Al deze hervormingen hebben in feite bijgedragen en dragen nog steeds bij tot de afbraak van de Kerk, tot de ondergang van het priesterschap, tot de vernietiging van het Offer en de Sacramenten, tot het verdwijnen van het religieuze leven, tot een naturalistisch en Teilhardiaans onderwijs aan de universiteiten, de seminaries, de catechese, een onderwijs die is afgeleid van het liberalisme en het protestantisme en vele malen is veroordeeld door het plechtige leergezag van de Kerk. Geen enkele autoriteit, zelfs niet de hoogste in de hiërarchie, kan ons dwingen ons katholieke geloof op te geven of te verminderen, dat al negentien eeuwen lang duidelijk tot uitdrukking is gebracht en beleden door het leergezag van de Kerk.”

Deze principeverklaring benadrukt het geloof en de voorzichtigheid van aartsbisschop Lefebvre in deze crisis die de Kerk schokt. Hij blijft in evenwicht, dat wil zeggen in deugdzaamheid. Voor hem ging het erom zich niet te laten besmetten door de liberale beginselen die voortkwamen uit het Tweede Vaticaans Concilie, en tegelijkertijd een band te behouden met Rome, dat de Zetel is van de Opvolger van Petrus. Het principe van de onderscheiding van dwalingen in Rome van neomodernistische tendensen is dus niet een soort autonoom bewustzijn, dat niet meer of minder zou zijn dan het protestantisme, maar de leer van de Traditie, dat wil zeggen van het constante leergezag van de Kerk, die regel die de heilige Vincent Ferrier zo goed schreef in zijn Commonitorium: "In de katholieke Kerk moeten we voorzichtig  zijn om vast te houden aan wat  overal, altijd en door iedereen is geloofd" (hoofdstuk 2). 

Laten we niet vergeten dat gehoorzaamheid een daad van wil is, maar ook van intelligentie. Dus als het zou gebeuren dat een autoriteit ons beval iets te doen dat ons geloof of onze moraal in gevaar bracht, zouden we, op straffe van zonde, moeten weigeren dat te doen. Deze weigering is een praktisch oordeel van het intellect dat de wil tot deugd drijft. Dit is wat Mgr. Lefebvre in herinnering brengt. 

Hij hekelt ook een praktijk die het Tweede Vaticaans Concilie in de Kerk oplegt, die wordt gedicteerd door de nieuwe liturgie. Want het concilie is meer dan een leerstelling, het is een praktijk. Het laat de gelovigen hun denken beetje bij beetje transformeren. Het is een goed uitgewerkte techniek van de marxistische dialectiek zoals Monseigneur Lefebvre benadrukt: “Men kan de 'lex orandi' niet ingrijpend wijzigen  zonder de 'lex credendi' te wijzigen. De nieuwe Mis komt overeen met een nieuwe catechismus, een nieuw priesterschap, nieuwe seminaries, nieuwe universiteiten, een charismatische Kerk, de Pinksterbeweging, alles wat in strijd is met de orthodoxie en het leergezag van alle tijden”.

Het is daarom de plicht van elke katholiek, en nog meer van elke man van de Kerk, om zich te verzetten tegen deze hervormingen die bijdragen tot de vernietiging of op zijn minst tot de verzwakking van de boot van Petrus. Deze principiële positie is vandaag ons kompas. Het stelt ons in staat trouw te blijven aan het Rome van alle tijden, aan het geloof van onze vaderen, aan het bloed dat door deze falanx van martelaren is vergoten. Het is dit dat ons leidt: verzetten we ons, maar zonder passie; met eenvoud en nederigheid. Wij verzetten ons natuurlijk, maar worden bewogen door de liefde, door onze gehechtheid aan de Kerk, aan de paus, aan de bisschoppen en aan de priesters. Het is het welzijn van de Kerk dat we willen door in deze schijnbare ongehoorzaamheid te zijn. We zijn en willen deel uitmaken van de Kerk, zelfs als dat betekent dat we het voorwerp zijn van ergernis of onrechtvaardige veroordeling. 

Mgr. Lefebvre plaatst ons in deze waarlijk Romeinse geest die ons blijft bezielen. Het houdt ons voorzichtig, dat wil zeggen deugdzaam handelen, in het licht van een crisis die ons zou kunnen destabiliseren of schandaliseren.

Laten we daarom altijd ons hart sereen en vredig houden. Laten we goed, voorzichtig en trouw blijven: het is een bijzondere en veeleisende rol die de Kerk van ons verwacht. Het is een mooi getuigenis voor de huidige tijd en voor toekomstige generaties. 

Mogen de heilige Pius X en aartsbisschop Lefebvre ons zegenen en beschermen!

E.H. de Sivry, overste van het Benelux-district