Oktober - Dag 13: De oefening van de rozenkrans is door wonderen gestaafd (vervolg)
Pinksteren
De wonderen van bijzondere bescherming van O.L.V. van de Rozenkrans zijn zeer talrijk; hele boekdelen zouden nodig zijn, om slechts de voornaamste te vermelden. Wij zullen ons bij de bekendste bepalen en enige wonderen van voorkoming of redding, van genezing en bekering aanhalen.
De heer Gaultier, geneesheer, bij het broederschap van de rozenkrans ingeschreven, vertrok in 1805 als heelmeester naar het leger, vast besloten in alle gelegenheden zijn plichten als christen en als broeder van de rozenkrans stipt te vervullen. Aan deze verbintenis, te midden van duizenderlei verleidingen getrouw, werd hij daarvoor beloond door een hulp van de heilige Maagd, welke men wonderdadig mag noemen. In 1808 bevond hij zich te Madrid, toen de beruchte opstand van 2 mei uitbarstte, waarbij het Spaanse volk zonder mededogen, uren achtereen, al de Fransen vermoordde, welke het vinden kon. Daags tevoren, zijnde de eerste zondag van de maand, was de heer Gaultier, volgens het gebruik van de godvruchtige leden van het broederschap, tot de heilige communie genaderd, ter ere van de heilige Maagd. Op de dag van de opstand, begaf hij zich naar zijn post, geheel onkundig van hetgeen beraamd was, en weldra ziet hij zich omringd van een woedende bende, met dolken gewapend; deze grijpt hem aan en wil hem om het leven brengen. In dit hem bedreigend gevaar is zijn eerste zorg, zich God aan te bevelen en de bescherming van Maria in te roepen. Horende dat de Spanjaarden de Fransen voor goddelozen uitkreten, zie hij hun: “Wel neen, ik ben geen goddeloze, wilt gij er een bewijs van?” En onmiddellijk haalt hij zijn rozenkrans, die hij altijd bij zich droeg voor de dag. Op het gezicht van die rozenkrans staan de moordenaars als betoverd stil; daarbij nog ingelicht over de godsvrucht van de heer Gaultier, door een man, welke de hemel daar ter plaatse zond, om er getuigenis van af te leggen, overladen zij hem met liefkozingen, in plaats van hem te vermoorden, nemen hem zijn rozenkrans af, kussen die met eerbied en laten die aan al de omstanders en ook aan hemzelf kussen; daarna brengen zij hem in een veilig huis, alwaar hij geen gevaar te duchten heeft. “Hoe meer ik de omstandigheden van deze gebeurtenis overweeg, zegt de heer Gaultier, te meer ik erkennen moet, dat ik het behoud van mijn leven aan de bescherming van O.L.V. van de Rozenkrans te danken heb. Zo het geen eigenlijk gezegd wonder mag genoemd worden, is het dan toch een bijzondere blijkbare hulp, welke ik genoten heb.”
In het jaar 1578, werd Lombardije door de pest verwoest en het merendeel van de inwoners van Pavia waren reeds onder die verschrikkelijke plaag bezweken, toen die stad gelofte deed een prachtige kapel ter ere van O.L.V. van de Rozenkrans te zullen stichten, indien zij die plaag afweerde. De pest hield op diezelfde dag op. Uit dankbaarheid voor een zo schitterende weldaad, lieten de inwoners van Pavia de schoonste kapel van die landstreek bouwen. Verscheidene andere steden van Italië ondervonden dezelfde bescherming. Hetzelfde wonder hernieuwde zich te Keulen. De pest richtte in die stad verschrikkelijke verwoestingen aan, toen zij zich, door een openbare gelofte, aan O.L.V. van de Rozenkrans toewijdde. Zij werd bijna onmiddellijk verlost. Het is ten gevolge van deze gelofte dat daar jaarlijks een grote processie gehouden wordt.
De oefening van de rozenkrans is als een bron van overvloed geweest, in de dagen van hongersnood, en een middel in een eindeloos getal omstandigheden van schaarste in vele landen. Men herinnert zich nog de schitterende uitkomst welke zij had in het vorstendom Benevento, hetwelk in het koninkrijk Napels ingesloten is. De stad Benevento was overdekt en vernield door duizenden van kleine sprinkhanen, die het koren van het veld verslonden en een aanstaande hongersnood deden voorzien. De inwoners hielden een algemene processie ter ere van O.L.V. van de Rozenkrans en dadelijk hield de plaag op. De sprinkhanen kropen langs de wallen van de stad op en werden door de hitte van de zon gedood.
De H. Dominicus werd door zeerovers gevangen genomen en zeer door hen mishandeld. God wilde zijn dienaar wreken door een geweldige storm, welke het schip op een zandbank sloeg. In dit dreigend gevaar, waarin eenieder de dood voor ogen zag, belooft Dominicus hun, uit naam van de heilige Maagd, dat zij van de schipbreuk gered zullen worden, indien zij zich bekeren willen en de hulp van de Koningin des Hemels inroepen. De zeerovers volgen zijn raad, bewenen hun zonden en bidden met alle eerbied de rozenkrans. Ogenblikkelijk raakt het schip op een wonderdadige wijze vlot.
Het was aan de oefening van de godsvrucht van de rozenkrans, dat de koningin Blanca van Castilië het verschuldigd was, moeder te worden van de H. Lodewijk, koning van Frankrijk en het toonbeeld van de koningen. Het was aan dezelfde godsvrucht, door zijn moeder beoefend, dat Lodewijk XIV zijn geboorte te danken had, op 5 september 1698, op het ogenblik, toen men de processie van de rozenkrans, om de gelukkige geboorte van een prins af te smeken. Ter gedachtenis aan deze grote gebeurtenis, liet de koningin, vol erkentelijkheid jegens O.L.V. van de Rozenkrans, haar zoon bij het broederschap inschrijven.
De genezingen door de oefening van de rozenkrans bekomen zijn ontelbaar. Elke stad, elk dorp heeft daarvan de gedenktekens. Al de voorbeelden, welke wij daarvan zouden kunnen aanhalen, zouden niet tot de overtuiging van de gelovigen bijdragen, evenmin als ons stilzwijgen daarover in het minste hun vertrouwen in O.L.V. van de Rozenkrans zal doen verflauwen. Het zij genoeg op te merken, dat men overal in de kapellen van de rozenkrans, duidelijk uit de talrijke ex voto’s welke er voorhanden zijn, ziet dat blinden het gezicht, doven het gehoor, stommen de spraak, kreupelen en lammen het gebruik van hun ledematen, en alle soorten van zieken een gezondheid, welke de geneeskunde hun niet kon bezorgen, teruggekregen hebben.
Maria is de beschermster van de christenen, zij stelt belang zowel in hun geestelijk als in hun tijdelijk welzijn. Zo zij over onze lichamen waakt, om die van tijdelijke kwalen te behoeden, met nog meer zorg waakt zij over onze zielen, om die van de afgrond van de zonde te bewaren of daaruit te redden. Moeder van de rechtvaardigen, is zij nog meer de moeder van de zondaars, de toevlucht, de voorspreekster van hen, die zich oprecht willen bekeren. Zij stelt zich tussen de rechtvaardigheid Gods en de misdadige zondaar, om God de tranen aan te bieden, welke een oprecht berouw doet storten aan degenen, die de hulp van de genade van boven aanroepen. Ook is Maria altijd de troost van de ware boetvaardige geweest, omdat haar tederheid, als het ware, Gods goedheid geweld heeft aangedaan, om hun bekering te verwerven.
Het getal van de bekeringen, door de kracht van de rozenkrans bewerkt, is onberekenbaar. Hoeveel verstokte zondaars, voor wiens zaligheid geen hoop meer bestond, hebben zich bekeerd na het houden van de gebeden en overwegingen van de rozenkrans! Hoeveel hardnekkige ongelovigen zijn verlicht geworden! Hoeveel steden, rijken en gewesten zijn gelukkig veranderd! Hoeveel hebben hun zeden verbeterd of hun dwalingen afgezworen, zelfs tijdens het leven van de H. Dominicus!
Men verhaalt, onder andere, de volgende trek.
Een vrouw, vol godsvrucht en deugd, was in het huwelijk getreden met een rijk man, maar die ongelukkig zeer losbandig van zeden was. Ontroostbaar van in haar echtgenoot een zo grote hinderpaal van haar zaligheid gevonden te hebben, raadpleegde zij de H. Dominicus over het middel, om dit ongeluk te verhelpen. De heilige en doorluchtige dienaar van Maria gaf haar tot raad, dat zij gedurende veertien opeenvolgende dagen de rozenkrans, met zoveel godsvrucht als mogelijk was, zou bidden. De godvrezende vrouw deed dit met zoveel ijver en een zo grote overvloed van tranen, dat zij dezelfde dag verhoord werd. In de nacht, volgende op de eerste dag van die veertiendaagse oefening, stelde God, in een droom, aan haar man zo levendig de straffen voor, welke de ontuchtige in de hel verwachten, dat hij plotseling en al bevende wakker werd; na zijn afwijkingen bitter beweend te hebben, ging hij, vol dankbaarheid jegens Maria en afgeschrikt door het gevaar, waaraan hij zich blootgesteld had, spoedig de H. Dominicus bezoeken, liet zich in het broederschap van de rozenkrans opnemen en leefde het overige van zijn dagen in de vreze des Heren.
Voornemen
Laat ons dikwijls denken aan de verschillende genaden, welke de heilige Maagd voor ons, in de loop van ons leven verworven heeft; en daar de lezing van vandaag en gisteren ons overtuigt, dat de beoefening van de rozenkrans, als het ware, een zeker middel is om de nodige hulp van haar te bekomen in al onze gevaren, zowel naar ziel als naar lichaam, laat ons dagelijks haar hulp afsmeken, omdat wij dagelijks in gevaar zijn, van verloren te gaan. Waakt, zegt de H. Petrus, want uw vijand de duivel gaat als een briesende leeuw rond, zoekende wie hij verslinden zal.
Gebed
Heilige Maagd, nooit heeft men gehoord, dat iemand tot u zijn toevlucht genomen heeft zonder verhoord te zijn; vooral verkondig ik die waarheid, ten aanzien van uw getrouwe dienaren, die uw machtige voorspraak ingeroepen hebben, door de oefening van de rozenkrans. Vol vertrouwen in het middel, hetwelk gij zo dikwijls bewezen hebt, u aangenaam te zijn, wil ik, mijn tedere moeder, onophoudelijk dit middel gebruiken, om nu en in het uur van mijn dood uw bescherming te genieten. Amen.