Oktober - dag 21: Plichten van de broeders van de rozenkrans (vervolg)

De doodstrijd van Jezus

De bijzondere plichten, van raadgeving genoemd, voor de broeders van de rozenkrans, hoewel van zuiver godsvruchtige aard, verenigen in zich zoveel voordelen en brengen zoveel vruchten van genade en stichting voort, dat de broeders zich beijveren, die met even veel ijver als getrouwheid te volbrengen.

Eenieder kiest onder de plichten van raadgeving deze, welke volgbrenging hem het gemakkelijkste valt of die het meest met zijn staat en tijd overeenkomen. Die oefeningen kunnen drieërlei zijn: de beoefening van enige goede werken, de bijwoning van de vergaderingen van het broederschap, de trouwe bijwoning van de oefeningen van godsvrucht van de orde.

De aan de broeders van de rozenkrans eigen werken, zijn de werken van liefde of stichting. Eenieder moet de goede werken van het christendom vervullen en het broederschap van de rozenkrans, wel verre van ze te verzuimen, moedigt ze aan, doch hier is alleen sprake van de goede werken aan het broederschap eigen, welke het aanraadt, ondersteunt en leidt, met het doel om de broeders nauwer met elkaar te verbinden, en hen in de dringendste en benardste ogenblikken van hun leven behulpzaam te zijn. De werken van liefdadigheid aan het genootschap eigen, zijn het bezoeken of verplegen van de zieken en de stervenden en het godvruchtig aandenken jegens de overledenen van het broederschap.

Het bezoeken of verplegen van de zieken, vooral van de stervenden, is een van de kostbaarste werken, in welke beoefening het broederschap steeds zijn eer gesteld heeft. Welke zachte troost doet het niet genieten, wanneer men het met een geest van geloof en liefde beoefent. Gezien voor het bed van een arme stervende, spreekt de broeder hem over Maria, toont hij hem de rozenkrans en hem met hartelijkheid over O.L.V. van de Rozenkrans sprekende, bedaart hij zijn kwellingen, onderhoudt hem over het geluk van de uitverkorenen en de kroon, welke weggelegd is voor de reine harten die op de goedheid van God hopen en in zijn liefde hun vertrouwen hebben gesteld. En wanneer God de ziel tot Hem roept verlaat hij het lichaam van de overledene niet, hij voegt zijn gezucht en zijn tranen bij het gebed van de priesters en woont het heilig offer bij, hetwelk de tijd van de voldoening verkort en ze uit de vlammen van het vagevuur verlost, want zelfs de dood doet de gelukkige eendracht en de heilige banden van het broederschap niet vergeten. De broeders verhaasten de verlossing van de overledenen, door missen voor hun rust en zaligheid te laten lezen opdat zij, door hun gebeden en liefde bevrijd, op hun beurt eenmaal voor hun geluk kunnen bidden en hun de eeuwige tabernakelen doen openen.

Een tweede plicht van de broeders is het bijwonen van de openbare oefening van de rozenkrans. Inderdaad, in het gemeenschappelijk gebed put men grote hulp en in de ijver van de broeders vindt men een krachtige beweegreden tot wedijvering.

Het voorbeeld van de broeders brengt een heilzame indruk teweeg; en de ware godsvrucht van de rozenkrans doet er ons de gemakkelijkheid van in de beoefening, de schoonheid in de eenvoudigheid, een wezenlijke afwisseling in haar schijnbare eenvormigheid en een betoverende zalving in de herhaling van de goddelijke woorden waaruit hij is samengesteld ontwaren. Wee hem die er de waarde niet van zou gevoelen en die, terwijl de kralen van de rozenkrans door zijn vingers gaan, zich niet uit de grond van zijn hart met het algemeen gebed verenigen zou. Welke vrucht zou hij daaruit plukken? En welk een groot verlies voor zijn zaligheid, indien hij, een zo heilzaam hulpmiddel niet te baat nam.

Daarbij komt de bijwoning van de diensten en processies op de feesten van Maria, de eerste zondagen van de maand, de jaarlijkse dienst voor de overledenen en de andere missen en diensten van het broederschap. Men begrijpt licht dat de wederkerige liefde en de algemene stichting het voor de broeders tot een plicht maken, deze oefeningen van godsvrucht trouw na te komen.

Daarenboven, om de aflaten te verdienen welke aan de oefeningen van godsvrucht van de orde verbonden zijn en om van God bijzondere gunsten te verkrijgen door de tussenkomst van Maria en de voorspraak van de H. Dominicus en de H. Vincentius Ferrierius behoort:

Het trouw bezoeken van de kapel van O.L.V. van de Rozenkrans op de feestdagen van het broederschap en op al de andere dagen, waarop daaraan aflaten verbonden zijn.

De trouwe volbrenging van het jaarlijks uur van de gedurige rozenkrans.

Het nakomen van de vijftien communies van de vrijdag ter ere van de H. Vincentius Ferrierius, die grote lofredenaar van Maria en een van de ijverigste predikers van de rozenkrans. Voor deze laatste oefening van godsvrucht is een volle aflaat verleend, op een van die vijftien vrijdagen en daarenboven een gedeeltelijke aflaat van zeven jaar en zevenmaal veertig dagen voor elk van die vrijdagen.

Het nakomen van de communies op de vijftien dinsdagen, ter ere van de H. Dominicus, de insteller van de rozenkrans.

De oefening van de vijftien dinsdagse communies, door de pausen Innocentius XI en Pius VII goedgekeurd en met een gedeeltelijke aflaat van honderd dagen voor elke dinsdag verrijkt, had alle dinsdagen plaats in der kerken van de orde van de H. Dominicus, omdat de predikheren op dei dag, wanneer er geen beletsel was, de plechtige dienst van hun aartsvader en stichter vierden; het is om de toevloed van de gelovigen te bevorderen, dat de pausen er aflaten aan verbonden hadden.

Sedert de verdwijning van die orde in Frankrijk hebben enige personen vol ijver, maar verkeerdelijk daarover ingelicht, zich verbeeld dat men zich in de dag vergist had en men de zaterdag in plaats van dinsdag moest stellen. Deze personen zijn in dwaling: de breven van Innocentius XI en Pius VII zijn duidelijk in dat punt en de aflaten zijn slechts aan de vijftien dinsdagen verbonden.

Deze oefening van godsvrucht, welke in de laatste eeuw zeer in gebruik was, vooral te Toulouse, alwaar men tot 1500 communies in de kapel van de rozenkrans telde, bestaat in zich te verbinden vijftien dinsdagen achtereenvolgens ter communie te gaan tot aandenken van de vijftien geheimen van de rozenkrans en ter ere van de heilige Maagd, ten einde van God enige bijzondere genade te verkrijgen.

Men beseft lichtelijk hoeveel schoons, hoeveel gelijkvormig aan de geest van de kerk deze oefening van godsvrucht in zich heeft, en hoe geschikt zij is om de ogen van goedheid en barmhartigheid te doen vestigen op degenen die haar volbrengen. Al wordt zij niet altijd gevolgd door het bekomen van de genade, welke men vraagt, is zij altijd geschikt om grote vorderingen in de deugd te doen maken en vele verdiensten in te zamelen.

De rozenkrans heeft tot doel om ons Jezus Christus en de deugden, welke in de vijftien geheimen vervat zijn, te doen navolgen. De heilige Maagd heeft ingegeven om daarbij te voegen het ontvangen van het heilig sacrament des altaar op vijftien achtereenvolgende dinsdagen, om ons gelijkvormig aan Jezus Christus te maken. Indien de rozenkrans een bron van genade is en zij, die hem behoorlijk bidden, zodanig door Jezus en Maria begunstigd worden, wat moet het dan niet zijn voor degenen die de vijftien communies ter ere van de vijftien geheimen doen, omdat zij de bron van de genade, God zelf met al zijn gaven ontvangen? Zij mogen allerlei zegeningen en gunsten, door middel van deze oefening van godsvrucht, welke aan die gelukkige tijden, toen de christenen dagelijks de communie ontvingen, hopen.

Verlangende dat een van de vruchten van de lezing van deze maand de herstelling zij van de godsvrucht van de vijftien communies, zullen wij morgen een kort verslag geven van de wijze, van die te volbrengen.

Voornemen

Wij hebben een bijzonder genade nodig om te midden van de gevaren van deze wereld goed te leven en wel te sterven. Laat ons het besluit nemen, deze godsvrucht van de vijftien communies ter ere van de vijftien geheimen van de rozenkrans te beoefenen, en om een aan Maria zeer aangename taak te volbrengen, laat ons de godvrezende zielen overhalen deze godsvrucht te beoefenen, opdat zij meer en meer gelijk aan Jezus worden, wiens kennis en liefde slechts kunnen toenemen door de overweging van de vijftien geheimen, bij de communie gedaan.

Gebed

Tedere moeder van de Zaligmaker, gij zijt het die aan uw getrouwe dienaars die schone en heilzame oefening, welke zo geschikt is om ons van uw goddelijke Zoon de voor onze zaligheid nodige genaden te doen verwerven, ingegeven hebt. Wij hebben slecht een middel om u daarvoor op een u aangename en ons voordelige wijze onze dankbaarheid te betuigen; namelijk haar te volbrengen en anderen daartoe insgelijks over te halen. Bid voor ons heilige Maagd, opdat wij daaruit al de vruchten trekken, welke goed voorbereide harten ongetwijfeld daarvan plukken moeten. Amen.