Oktober - Dag 3: Over de aflaten, die aan de gewijde rozenhoedjes verbonden zijn

Met leedwezen ziet men zoveel godvrezende mensen, die de loffelijke gewoonte hebben om dagelijks het rozenhoedje te bidden, zich beroven van de aflaten, welke aan die heilige oefening verbonden zijn, doordat zij, meestal uit onkunde, niet nauwkeurig voldoen aan de gestelde voorwaarden. Vooreerst: indien zij zich niet bedienen van een rozenhoedje, hetwelk gewijd is door een priester, die daartoe de macht van Rome ontvangen heeft, verdienen zij geen aflaat hoegenaamd, zij verrichten slechts, bij het bidden van het rozenhoedje, een zeer goede en prijzenswaardige oefening van godsvrucht. Indien zij zich, daarentegen, van een gewijd rozenhoedje bedienen, verdienen zij een aantal aflaten, naar de aard van de wijding en van de goede werken, welke zij verrichten.

Inderdaad, er zijn vier soorten van rozenhoedjes:

Het rozenhoedje hetwelk, ongeacht het getal tientjes, niet gewijd is en waarvan bijgevolg geen aflaten verbonden zijn.

Het gewone rozenhoedje van vijf tientjes, soms genaamd van de H. Dominicus. Wanneer dit gewijd is en men het bidt, met de overweging van de geheimen van de rozenkrans, verdient men de aflaten, welke aan het bidden van de rozenkrans verbonden zijn; welke aflaten aan alle gelovigen gegeven en dus verschillend zijn van die, welke aan de leden van de broederschappen van de rozenkrans zijn vergund. Over deze zullen wij spreken, nadat wij de oorsprong, de voortreffelijkheid, de voordelen enz. van deze oefening van godsvrucht uit een gezet zullen hebben.

Het rozenhoedje van de H. Brigida, gewoonlijk genaamd het Brigittijnse. De H. Brigida, patrones van Ierland, bijgenaamd de wonderdoenster, uit hoofde van het groot getal van haar wonderen, stichtte verscheidene kloosters. Te midden van de godsdienstoefeningen, welke de wedijver van haar religieuzen gaande maakte, moet vooral de oefening van het rozenhoedje opgemerkt worden. De H. Brigida, die bijna zevenhonderd jaar voor de H. Dominicus, de insteller van de rozenkrans, leefde, de vorm van het rozenhoedje hetwelk zij aanvaardde, uitgevonden hebbende, voerde het gebruik daarvan in alle kloosters in en dit gebruik vuurde de ijver tot in de hoogste graad aan.

Dit is het rozenhoedje hetwelk de religieuze Brigittijnen of van de orde van de Zaligmaker, omstreeks het jaar 1350 door de H. Brigitta gesticht, aannemen, aan de wijding van hetwelk de Pausen talrijke aflaten verbonden hebben, zoals wij nader zullen zien.

Eindelijk, het zogenaamd pauselijk rozenhoedje: dat, namelijk, hetwelk door de Heilige Vader gewijd en geschonken is en waaraan hij de aflaten verbindt, welke en aan de gewone en aan de Brigittijnse rozenhoedjes verbonden zijn.

De Brigittijnse rozenhoedjes genieten vele voorrechten boven de gewone en zijn ook zeer verschillend van deze. Zij bestaan uit zes tientjes, welke tezamen met het Onze Vader en de drie Wees gegroet van het kruis, 63 Wees gegroet en 7 Onze Vader uitmaken. Dit getal is gekozen, om de 63 jaren te vereren, welke de heilige Maagd, naar de algemene denkwijze, op aarde doorbracht en aan de zeven blijdschappen en zeven smarten. Hoewel echter het Brigittijnse rozenhoedje uit zes tientjes bestaat, kan men evenwel de daaraan verbonden aflaten verdienen, hetzij door slechts vijf of door de vijftien tientjes van de rozenkrans te bidden. Men kan ook de aflaten van die rozenhoedjes toepassen op de zulke, welke slechts vijf tientjes hebben.

Men leest in vele werken, onder andere in het werk, nopens de beoefening van de aflaten, door Mgr. de bisschop van Belley, dat de beschouwing of overweging van de geheimen niet noodzakelijk is, om de aflaten, aan het Brigittijnse rozenhoedje verbonden, te verdienen. Dit is een dwaling en een beslissing van 18 januari 1833, van de te Rome gevestigde Congregatie ter beantwoording van de vragen, met betrekking tot de aflaten, laat geen twijfel over nopens de verplichting, om de geheimen te overwegen onder het bidden van dit rozenhoedje. Over deze beslissing wordt gesproken in het Journal historique van Luik, deel V, bladzijde 145.

De aflaten van het rozenhoedje van de H. Brigitta verbonden, zijn uitgestrekter. De religieuzen en de ongeordende priesters, die daartoe de macht van Rome ontvangen hebben, kunnen die toepassen op de rozenhoedjes, welke hun te wijden aangeboden worden, opdat de gelovigen daaruit overvloedigere genade zouden putten. Daaruit volgt, dat de gelovigen die het gewijde Brigittijnse rozenhoedje bidden, de daaraan verbonden aflaten verdienen, welke verbonden zijn aan het bidden van de rozenkrans of van het rozenhoedje van de H. Dominicus.

Ziehier, overigens, de aflaten, verbonden aan de rozenhoedjes, gewijd door de paters Redemptoristen en, naar onze mening, door elke andere priester, die daartoe de macht van Rome ontvangen heeft.

Volle aflaten.

Degene die ten minste eenmaal in de week het rozenhoedje van vijf tientjes bidt, kan een volle aflaat verdienen op ieder van de voornaamste feestdagen, daaronder begrepen die van de Apostelen en van de H. Jozef, mits tot de H.H. Sacramenten naderende en tot de gewone intentie biddende.

Eenmaal in de maand op dezelfde voorwaarden, mits daarenboven een kerk bezoekende, wanneer men dagelijks het rozenhoedje bidt.

Eenmaal in het jaar voor degenen, die dezelfde voorwaarden zal vervullen.

Op de feestdag van de H. Brigitta (8 oktober) voor degenen, die de gewoonte hebben, ten minste eenmaal in de week, het rozenhoedje van vijf tientjes te bidden, mits dezelfde voorwaarden vervullende.

In het sterfuur, voor degenen, die zijn ziel God zal aanbevelen en de H.H. Sacramenten ontvangen, of niet kunnende, met de mond of het hart de naam van Jezus zal aanroepen.

Geestelijke aflaten

100 dagen voor elk Geloof, Onze Vader, Wees gegroet.

7 jaar en 7 maal veertig dagen voor die het roezenhoedje van vijftien tientjes ter ere van de vijftien geheimen zal bidden.

7 jaar en 7 maal veertig dagen op elk van de feestdagen van Onze Heer en van de heilige Maagd, voor die ten minste eenmaal in de week het rozenhoedje bidt en tot de gewone intentie zal bidden.

5 jaar en 5 maal veertig dagen voor die hetzelfde op zondag en op andere feestdagen door het jaar zal doen.

200 dagen voor die de gevangenen of de zieken in de gasthuizen zal bezoeken om ze te ondersteunen, of in de kerk of in zijn huis de christelijke leer zal onderwijzen.

100 dagen voor die het rozenhoedje bij zich draagt, de mis of predicatie bijwoont, of een zondaar op de goede weg terugbrengt, of eindelijk een goed werk verricht ter ere van Jezus Christus, Maria of de H. Brigitta, en 3 maal het Onze Vader en Wees gegroet zal bidden.

40 dagen voor die het rozenhoedje bij zich dragen, neer zal knielen en bij het luiden van de klok bidden voor degenen, die in doodsangst zijn.

N.B. Men kan al die aflaten op de zielen in het vagevuur toepassen.

Deze opgave van aflaten is getrokken uit een te Luik gedrukt werkje, getiteld: Voorstelling der aflaten, verbonden aan de Rozenhoedjes enz., door de Paters der Congregatie des Allerheiligsten Verlossers.

Voornemen

Het zal wel niet nodig zijn aan te raden, zich een gewijd rozenhoedje aan te schaffen; onze lezers hebben er een, hieraan twijfelen wij niet; maar zijn allen wel bedacht, om de daaraan verbonden aflaten te verdienen? Hierop niet bedacht zijn en hun inzicht of intentie niet regelende, verliezen zij voor zich en voor de zielen in het vagevuur de gunsten, welke de Kerk daaraan door de wijding verbonden heeft. Laat ons dus deze schadelijke nalatigheid doen ophouden en bidden wij tot dat einde dagelijks het volgende of een soortgelijk

Gebed

O oneindig goede en barmhartige God! Die aan uw Kerk de macht gegeven hebt, om ons de straffen van de zonde kwijt te schelden, wij bedanken u ootmoedig voor die onuitsprekelijke weldaad en dragen u op al de gebeden en goede werken, welke wij in de loop van deze dag zullen verrichten, met inzicht om voor ons en voor de zielen in het vagevuur de aflaten, welke daaraan verbonden zouden kunnen zijn, te verdienen. Mochten wij op die wijze, door de kracht van de overvloedige verdiensten van Jezus Christus, van de heilige Maagd en van de heiligen, in deze wereld aan uw rechtvaardigheid voldoen om U in de andere eeuwig te prijzen en te danken voor uw oneindige barmhartigheid. Amen.