Oktober - Dag 9: Van de rozenkrans in het algemeen
De kruisdraging
De rozenkrans, in het algemeen, is een meer uitgebreid rozenhoedje, of de toepassing van een rozenhoedje van vijftien tientjes op de vijftien geheimen van de godsdienst.
De oorsprong van het woord rozenkrans is dezelfde als van het voor rozenhoedje: namelijk kroon of krans van rozen. Men noemt die zo omdat, zoals men zegt dat onze gebeden voor God een welriekende wierook zijn, zo is ook de kroon van de heilige rozenkrans de hulde van een geestelijke kroon, samengesteld uit lofspraken en gebeden, welke men van de heilige Maagd en van haar goddelijke Zoon opdraagt, alsof men kransen van bloemen en rozen voor hun voeten neerlegt.
De H. Gregorius van Nazianze had het eerste zinnebeeld van het rozenhoedje gegeven, de H. Brigida had de vorm uitgevonden en de beoefening van deze godsvrucht verbreid, de H. Dominicus volmaakte beide en gaf er de naam van rozenkrans aan.
Het gewone rozenhoedje van de H. Brigida bestond uit zes tientjes of 63 Wees gegroet, ter ere van de 63 jaren van de heilige Maagd; de H. Dominicus stelde de rozenkrans in van 150 Wees gegroet, verdeeld in 15 tientjes, elk voorafgegaan van een Onze Vader en gevolgd door het Eer aan de Vader, hetwelk hij stelde in de plaats van het geloof, waarmee elk tientje van het rozenhoedje van de H. Brigida gesloten werd, om de geheimen van het Mensgeworden Woord te vieren.
Dit getal van 150 Wees gegroet, hetwelk met het getal van de Psalmen van David overeenstemt, en het Eer aan de Vader, hetwelk gevolgd is naar het gebruik, in 368 door paus Damasus ingevoerd bij het einde van elke psalm, deden aan de rozenkrans de naam van psalmzang van de heilige Maagd geven.
Men telt drie soorten van benamingen van de rozenkrans: de gewone rozenkrans, de gedurige rozenkrans en de levende rozenkrans.
De gewone rozenkrans bestaat in het bidden van de gehele rozenkrans of de vijftien tientjes, eens in de week.
De gedurige rozenkrans bestaat in het bidden van de gehele rozenkrans, eens in het jaar, op het uur van de dag of de nacht, dat men zich heeft voorgeschreven.
De levende rozenkrans bestaat in het bidden van de gehele rozenkrans in de tijd van vijftien dagen, door dagelijks slecht één tientje te bidden gezamenlijk met veertien andere personen, die er insgelijks dagelijks een bidden en een van de vijftien geheimen overwegen.
De gewone rozenkrans is die van het broederschap van de rozenkrans, het bestaat in het bidden van 150 Wees gegroet op de kleine kralen en 15 Onze Vader op de grote, en bij elk tientje een van de voornaamste geheimen, welke men in blijde, droevige en glorierijke geheimen verdeelt, te overwegen.
De vijf blijde geheimen zijn: de boodschap van de engel, de bezoeking van Maria, de geboorte van Jezus, Zijn opdracht in de tempel en Zijn terugvinden in de tempel.
De vijf droevige geheimen zijn: de doodsangst van Jezus in de hof van Olijven, de geseling, de kroning met doornen, het dragen van het kruis en de kruisiging.
De vijf glorierijke geheimen zijn: de verrijzenis van Jezus, Zijn Hemelvaart, de nederdaling van de H. Geest, de opneming ten hemel van de heilige Maagd en haar kroning in de hemel.
Deze vijftien geheimen zijn een kort begrip van het Evangelie, van de geschiedenis, het leven, het lijden en de zegepraal van Jezus, in een voor eenieder vatbare orde geschaard en geschikt, om de waarheden van het christendom in het geheugen te prenten.
Het is niet genoeg de rozenkrans oppervlakkig te kennen om tot de beoefening van dit werk van godsvrucht te besluiten, men moet ook grondig bekend zijn met her formulier van de gebeden en overwegingen, waaruit het bestaat, en met de voortreffelijkheid, de voordelen, de plichten en gebruiken van het broederschap, ten einde zich te regelen naar de voorschriften, door de Kerk ingesteld, en aldus de daaraan verbonden vruchten en voordelen te genieten. Zo het van belang is, de goederen te kennen, welke men uit een nalatenschap verkrijgen moet, behoort men toch ook te weten, welke voorwaarden aan die verkrijging verbonden zijn; men moet, als het ware, zijn krachten beproeven, om zich te verzekeren, of men de lasten daarvan zal kunnen dragen en de verbintenissen nakomen. Wij zullen in de volgende dagen al datgene ontwikkelen, wat de godsvrucht van de gelovigen kan voorlichten, voeden en volmaken betrekkelijk de rozenkrans, ten einde die oefening van godsvrucht zo doeltreffend mogelijk te maken.
De oefening van de gedurige rozenkrans is een vrije oefening, zelfs onafhankelijk van het broederschap van de rozenkrans, maar een kostbaar aanhangsel van dat broederschap.
In Frankrijk is het gebruikelijk dat zij, die zich in het broederschap van de rozenkrans laten inschrijven, zich tevens op het register van de gedurige rozenkrans laten optekenen voor het jaarlijks uur, hetwelk zij zich gekozen hebben, om de gehele rozenkrans voor alle medebroeders en vooral voor de stervenden te bidden. Wij weten niet dat deze oefening ten onze bekend is: moge de lezing deze maan haar doen aannemen!
Men ziet dat de gedurige rozenkrans een oefening van godsvrucht is, welke veel gelijkenis heeft op de gedurige aanbidding. Men geeft haar de naam van hemelse; vooreerst: omdat zij de taak van de hemelse geesten, die gedurig voor Gods troon in aanbidding zijn, navolgt; ten anderen: omdat zij de gedurende en achtervolgende godsdienstoefening vervangt, welke eertijds in vele abdijen plaats had, alwaar de religieuzen, in verschillende koren verdeeld, zich onophoudelijk in de kerk opvolgden en elkaar beurtelings, tot zelfs ’s nachts vervingen, om onafgebroken Gods lof te zingen. En inderdaad, welke godsvrucht verdient meer de naam van hemels dan die, welke in alle delen van de wereld, te allen tijde en op elk uur van de dag en de nacht ijverige zielen voor de voet van de altaren roept, om aan Jezus en Maria hulde, de wensen en de gebeden van zovele broeders, door de banden van liefde verbonden, op te dragen? Is er iets treffender, aangenamer en troostrijker, dan de gedachte aan dat verrukkend schouwspel, zo overeenkomstig met dat, hetwelk de hemelen opleveren?
Terwijl gij door de werkzaamheden van uw beroep en aan de bekommernissen van de dag en van het leven geboeid zijt, dragen duizenden van broeders, ootmoedig voor het heiligdom neergebogen, in uw naam en voor u het gebed op, hetwelk de hel sluit, de aarde verblijdt en de hemelen opent. Gij plukt er de vruchten van, met al de verdiensten en de zegeningen, welke eraan verbonden zijn.
Hoe wenselijk is het dat de oefening van godsvrucht zich ook alhier mocht vestigen en verbreiden! De parochie van de H. Thomas van Aquino te Parijs levert onophoudelijk, aan de voet van de altaren, dit stichtend toneel van godsvrucht en ijver op; de aanzienlijkste personen zijn de eersten om er het voorbeeld van te geven. Pius VII heeft op 1 februari 1808 een volle aflaat verleend aan de gelovigen, die voor het uur van de rozenkrans ingeschreven, gedurende het hun aangewezen uur de gehele rozenkrans zullen bidden; deze aflaat kan ook op de zielen in het vagevuur toegepast worden.
De levende rozenkrans is ingesteld tot steun en de bevordering der broederschappen van de rozenkrans. Deze oefening van godsvrucht gewent langzamerhand de gelovigen, om elke dag een tientje van de rozenkrans te bidden, weldra zullen zij er graag dagelijks twee en op zondag drie, dat is de gehele rozenkrans in een week bidden, zoals aan de leden van het broederschap van de rozenkrans voorgeschreven is. Dit bijna onmerkbaar verschil zal hu zo klein voorkomen, dat zij niet meer aarzelen zullen de wekelijkse rozenkrans te bidden en zich in het broederschap te laten inschrijven, ten einde de talrijke en uitgebreidere aflaten en de grote voordelen en voorrechten te kunnen genieten.
Op een andere dag zullen wij spreken van de oorsprong, het doel, de oefening en de aflaten van de vereniging van de levende rozenkrans; voor heden zullen wij ons bepalen bij de aanhaling van de woorden van Z.H. paus Gregorius XVI in zijn breve van 27 januari 1832. “Wij hebben niet geaarzeld een zo heilzame oefening met ons pauselijk gezag en goedkeuring te bekleden en haar aan te bevelen, door er aflaten aan te verbinden, omdat wij indachtig zijn aan de grote voordelen, welke de gehele katholieke Kerk ondervonden heeft, toen het gelovige volk begonnen is de vermogende bescherming van de heilige Maagd, door het bidden van de rozenkrans in te roepen … Want wij hebben het vaste vertrouwen, dat een der gelukkigste uitwerkselen van deze oefening door van haar gemakkelijkheid zelf, zal zijn, het meer herhaald doen van een gebed, hetwelk zo zeer geschikt is om de Moeder Gods heilig, ten allen tijde en plaatsen te vereren en aan die oefening een nieuwe kracht te geven door de eenheid en overeenstemming van zovele deelgenoten, die de rozenkrans bidden.”
Voornemen
Dat ons voornemen op deze dag is, de overweging bij het gebed te voegen, dit is het middel, om wel te bidden, en wij hebben nu reeds een genoegzaam juist denkbeeld van de rozenkrans, om te begrijpen dat hij tot doel heeft degenen, die er gebruik van maken, aan de overweging te gewennen. Verenigen wij ons, althans in de geest met de gelovigen, die deze oefening, geheel of gedeeltelijk, dagelijks en met steeds hernieuwde ijver, om het hart van God te treffen en zijn goddelijke barmhartigheid af te smeken, verrichten.
Gebed
Mijn God! Ik verenig mij met uw ijverige dienaren, die u dagelijks hun schatting van hulde, gebed en dankzegging brengen, door geheel of gedeeltelijk de rozenkrans te bidden; van die rozenkrans, welke reeds zovele voordelen aan de Kerk verschaft heeft en nog verschaft, door met zoveel ijver de bescherming van de heilige Maagd in te roepen. Mijn verlangen is, dat de oefening van de gedurige rozenkrans overal verbreid wordt. Amen.