De priester als middelaar

“Iedere hogepriester wordt uit de kring der mensen genomen, en ten bate van de mensen aangesteld voor hun betrekkingen tot God, om gaven en offers brengt voor de zonden.” (Hebr. 5,1)

Om de rol van de priester als middelaar tussen God en mens te begrijpen moeten we beginnen met drie voorafgaande bemerkingen: ten eerste, dat de mens sociaal is; ten tweede, dat de mens een schepsel is; ten derde, dat de mens zondig is.

De situatie van het mensdom

De mens is sociaal

Dit betekent dat de mens door zijn eigen natuur geneigd is om gemeenschappen te vormen met zijn medemens, en dat hij zich met hen verbindt om in de noden van het leven te voorzien en het doel van het leven te bereiken. Daarenboven, aangezien geen enkele groep mensen automatisch in staat van harmonie of productiviteit samenleeft, heeft elke groep mensen een leider nodig om het geheel te verenigen en te leiden.

De mens is een schepsel

Het ene moment bestond hij niet, het andere moment werd hij tot stand gebracht. Dus, zijn bestaan is op elk moment afhankelijk van iemand anders, nl. zijn Schepper. De mens heeft niet enkel zijn bestaan aan God te danken, maar in feite alles wat hij heeft. Omwille van die staat van afhankelijkheid heeft de mens de plicht aan God eer te bewijzen. Deze plicht wordt vervuld door wat we Godsdienst noemen.

Wanneer we deze eerste twee feiten bij elkaar plaatsen, kunnen we gemakkelijk zien dat mensen die in gemeenschap leven, niet enkel presidenten, directeuren en familiehoofden nodig hebben als leiders van verschillende sociale eenheden. Ze hebben ook priesters nodig, d.w.z. mannen die voorbehouden zijn om mensen te verenigen en te leiden in de eerbied voor God. Dit is de precieze taak van de priester, en samenlevingen hebben door de eeuwen heen bepaalde mensen opzij gehouden om hen voor God te vertegenwoordigen, om in hun naam de beste gaven van de gemeenschap aan God op te dragen.

We kunnen nu al zien dat de priester door zijn natuur een middelaar is, d.w.z. iemand die als schakel tussen twee partijen dient, God en de mens. Hij is een ambassadeur aan het hemelse hof, die aan God de gehele samenleving opdraagt, Hem hulde brengt, Hem onze dankbaarheid uitdrukt, en Hem om noodzakelijke gunsten vraagt.

De mens is zondig

Maar er is nog een factor waarmee we rekening moeten houden: het feit dat de mens zondig is. De eerste mens, en daarom het natuurlijke hoofd van het menselijk geslacht, schond de relatie van de mens met God door een flagrante zonde te begaan van ongehoorzaamheid. Vanaf toen moest de mens niet enkel hulde brengen aan God, maar moest hij ook eerherstel doen. Met andere woorden hij moest in de eerste plaats boete doen voor de zonde van Adam, maar ook voor de rest van het menselijk geslacht.

Deze situatie is zeer verschillend van die van de onschuldige mens. Voordat hij God had beledigd, kon de mens aan God gaven offeren, die Hem welgevallig zouden zijn, alhoewel ze niet van oneindige waarde waren. Al wat de mens hoefde te doen, was eer bewijzen volgens de capaciteiten die hij als schepsel had. Hij moest enkel geschenken offeren proportioneel aan zijn menselijke gesteldheid, niet aan Gods verheven majesteit.

Dit is niet hoe het werkt wanneer we zonden tegen Hem moeten goedmaken, want zulk een werk zou precies zijn alsof we een brug trachten te bouwen naar de hemel, en zoiets kan geen enkele mens doen. Het vereist het oneindige.

Na Adams zonde bevond de mens zich dus in een verschrikkelijk situatie. God was beledigd door het menselijk geslacht en geen mens kon Hem ooit verzoenen. Het menselijk geslacht was geschapen voor God, maar nu was het onmogelijk om Hem te benaderen. Men kan zich inderdaad geen grotere tragedie voorstellen.

 

De noodzaak van een Verlosser

Een Verlosser

Enkel God zelf kon deze situatie oplossen. En Hij loste het op de schitterendste en verbazingwekkendste manier op. Hij voorzag het menselijk geslacht van een nieuw hoofd, en zo ook van een nieuwe middelaar die niet alleen in staat was om aan Gods majesteit gaven terug te offeren, maar ook een oneindige prijs kon betalen voor de misdaad van de zonde. Paulus zegt: “Maar toen volheid der tijd gekomen was, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw [...] om ons vrij te kopen.” (Gal. 4,4)

Jezus Christus is zowel God als mens. Als God is Hij een Goddelijk Persoon en al Zijn daden zijn God waardig. Als mens kan Hij de belangen van het menselijk geslacht tegenover God vertegenwoordigen. Dus, Hij is niet enkel in staat om een vereffening voor de zonde aan te bieden, zoals elke mens dat kan, maar Hij is ook in staat om een vereffening aan te bieden voor het ganse menselijk geslacht. En wat is deze vereffening? Hemzelf. Jezus Christus in Zijn menselijke natuur offert Zichzelf aan God op voor de ganse mensheid om onze misdaden uit te boeten en over ons allerlei goddelijke genaden te zenden. Dit is het priesterschap van Jezus Christus. Hij is de éne Middelaar tussen God en mensen (1 Tim. 2,5).

Het katholieke priesterschap

Men zou zich kunnen afvragen waarom er dan nog louter menselijke priesters nodig zijn na het perfecte Offer van Onze Heer? Welnu, het feit is dat geen enkel van de drie hierboven genoemde punten veranderd is: de mens is nog altijd sociaal, nog altijd een schepsel en nog altijd zondig. Dus, we hebben ook nog steeds leiders nodig in religieuze ceremonieën om voor ons eer en herstel te betuigen aan God. Er zal hier op aarde nooit een tijd zijn dat we geen offer aan God zullen moeten opdragen.

Onze Heer Jezus Christus wilde de mens de middelen verschaffen om Zijn eigen volmaaktste offer aan God opnieuw op te dragen, zodat de vruchten ervan aangewend zouden kunnen worden tot het einde der tijden. Daarom gaf Hij bepaalde mannen de macht om in Zijn Naam op te treden en, door zo te doen, ten behoeve van ons Zijn perfecte bemiddeling met de Vader te herhalen. Deze mannen verkrijgen deze macht door het sacrament van de priesterwijding, en ze worden terecht ‘andere Christussen’ genoemd. Dit is het wezen van het Katholieke priesterschap: in de persoon van Christus optreden door Zijn Offer aan God aan te bieden als boete voor de zonde, alsook door aanbidding, dankbetuiging en smeekbeden aan te bieden.

Middelaar

Laat ons nogmaals terugblikken en samenvatten. Omdat de mens een sociaal wezen is, doet hij met zijn medemens dingen in groep onder het bestuur van een leider. Omdat hij een schepsel is, moet hij eer betuigen aan zijn Schepper. Omdat hij zondig is, moet hij boete doen voor zijn zonden tegen God. Jezus Christus, de Godmens, vervult als Middelaar tussen God en de mens elk van deze drie taken op de meest perfecte manier. Hij is het nieuwe Hoofd van het menselijk geslacht, aangesteld door God om  de mensen te leiden in het aanbidden van God en om het perfecte eerherstel te brengen dat nodig is om de zonde weer goed te maken.

Katholieke priesters hebben een ongelofelijke taak en macht gekregen om in de persoon van Jezus Christus op te treden. Zij nemen deel aan Zijn priesterschap en zo ook aan Zijn bemiddeling. Hun belangrijkste taak wordt in de H. Mis volbracht, wanneer zij aan God namens de gehele mensheid het Lichaam en Bloed van Jezus Christus offeren. Er is in feite niets belangrijkers dat een mens kan doen dan dit: het instrument zijn van een perfecte bemiddeling tussen de mens en God.