De priester als werktuig van God

“Zo moet men ons beschouwen: als dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimen Gods is toevertrouwd.” (1 Cor. 4:1)

God gebruikt graag werktuigen, instrumenten. Hij heeft Zijn priesters, koningen en profeten. Hij heeft Zijn vogels in de lucht, vissen in de zee, dieren op het land. In zekere zin kunnen we zeggen dat de ganse schepping een werktuig van de Almachtige God is om Zijn wil te volbrengen. Maar Zijn grootste werktuig is de mensheid van Onze Heer Jezus Christus.

De rol van Jezus Christus

God en mens

Jezus Christus is zowel God als mens. Dit betekent dat hij twee naturen—een goddelijke en menselijke—heeft en dus twee handelingsprincipes. Hij kan louter als God optreden, zoals Hij bij de schepping doet door schepsels tot stand te brengen en in stand te houden. Hij kan louter als mens optreden, zoals Hij deed toen op deze aarde sliep (alhoewel Hij natuurlijk niet Zijn goddelijkheid verloor door dit te doen). Maar er is ook nog een derde handelwijze voor Hem beschikbaar, een waarbij Hij volgens Zijn beide naturen optreedt, handelingen welke de Kerkvaders “theandrisch” ofwel Godmenselijke handelingen noemden. Bij dergelijke handelingen is Zijn menselijke natuur een werktuig van Zijn Godheid.

Laat ons een voorbeeld van dit derde type handeling nemen. Eens op deze aarde ontmoette Onze Heer een blinde, die Hem bad zijn gezichtsvermogen terug te geven, en Onze Heer willigde genadevol zijn verzoek in. Kijkend naar de blindeman met Zijn menselijke ogen, sprak Hij de menselijke woorden: “Word ziende”, terwijl op hetzelfde ogenblik Zijn Godheid dit mirakel volbracht (Luc. 18, 35-42). Het menselijke handelen van Onze Heer was gelegenheid en werktuig voor de goddelijke werking, ver boven de mogelijkheden van elke menselijke natuur.

Jezus Christus: werktuig van alle genade

In dit voorbeeld zien we enkele sleuteleigenschappen van de werking als instrument. Er is zowel een hoofd- als een werktuigelijk handelende. Elk handelt volgens zijn eigen activiteit. Het ligt buiten de macht van het werktuig alleen om de uitvoering van zijn activiteit te bewerkstelligen, doch het resultaat is volbracht door de hoofd-handelende die als werktuig gebruikt wordt.

De katholieken belijden een adembenemend feit, namelijk dat God gewild heeft dat alle bovennatuurlijke weldaden na de zondeval van Adam tot de mensen zouden komen door de mensheid van Onze Heer Jezus Christus: “Want God heeft gewild, dat in Hem al de Volheid wonen zou, om door Hem alles met zich te verzoenen.” (Kol. 1, 20). De menselijke natuur van Onze Heer was vanaf het eerste moment van de conceptie verbonden met Zijn goddelijke natuur. Hij werd het nieuwe Hoofd van het menselijk geslacht en het is Zijn taak om dat geslacht uit zijn gevallen toestand te verheffen en het naar zijn bestemming te leiden. Hij doet dit door voor mensen het bovennatuurlijke leven te openen, door hen te onderrichten en te leiden. Hij doet dit door gedoopten in zijn mystiek Lichaam te verzamelen, Zijn Kerk, waarin zij aan Zijn leven deelnemen.

Tot de dag van vandaag schenkt Onze Heer de goddelijke genade aan de mensen door het handelen van Zijn menselijk intellect en wil. Hij kent ieder van ons en onze verblinding, Hij heeft medelijden met ons, en Hij wil ons goddelijke genaden verschaffen om ons te bevrijden uit onze gevallen toestand. In tegenstelling tot de blinde zijn we echter in staat om de genade die Christus ons verschaft, af te wijzen: wanneer Hij contact met ons maakt door Zijn mensheid, kunnen we kiezen om de akte van geloof niet te doen, die juist noodzakelijk is om contact met Hem op te nemen.

Degenen echter, die “Zijn stem horen” (Joh. 10, 3) en met de genade van Christus meewerken, leidt Hij naar het sacrament van het Doopsel, dat hen tot leden van Zijn Kerk maakt en het leven van Christus in hun zielen laat binnenstromen. Deze Kerk is Zijn Bruid, Hij heeft haar niet enkel de middelen gegeven om het leven van Christus door het Doopsel in de zielen van kinderen in te boezemen, maar ook om het leven te laten groeien en de zielen zeker naar de hemel te leiden. De priesters zijn de voornaamste en gewoonlijke werktuigen voor dit werk.

De taak van de priester

De priester: werktuig van Jezus Christus

De priester is een werktuig van de Heer zelf op dezelfde wijze als de mensheid van Onze Heer het instrument is van Zijn Godheid. Bij de priesterwijding ontvangt de priester de macht om in de Persoon van Jezus Christus te handelen. Vanaf dan bewerkt de priester, wanneer hij slechts menselijke woorden uitspreekt zoals “Dit is Mijn lichaam” of “Ik verlos u van uw zonden”, bovennatuurlijke dingen die zijn menselijke macht ver te boven gaan. Op die ogenblikken, wanneer de priester overeenkomstig zijn wijding handelt, handelt Christus door hem om geestelijke genaden over de zielen uit te storen. Wanneer een leek aan een berouwvolle vriend zegt: “Ik vergeef je”, dan gebeurt er niets bovennatuurlijks. Wanneer een priester deze woorden uitspreekt in de biecht, wast Christus deze ziel met Zijn kostbaar Bloed.

Werktuig om de genade door te geven

Aangezien priesters niet de bron van het bovennatuurlijke leven zijn, zoals Christus is, zijn ze niet in staat om naar believen genade uit te delen; noch kunnen ze nieuwe kanalen van genade leggen. Christus schenkt Zijn genade zoals Hij het wil, aan wie Hij het wil, in de mate zoals Hij het wil, en wanneer Hij het wil. Priesters hebben daarentegen enkel de macht om te zegenen, te wijden en dingen te heiligen die Christus bepaald heeft, op precies die wijze die Hij vastgelegd heeft.

Tegelijkertijd echter: wat een grote macht is dit toch! Christus zelf schenkt zielen genade, telkens wanneer een katholieke priester de officiële functies van zijn priesterschap uitoefent. Nog verwonderlijker: Hij komt elke keer in de Heilige Eucharistie tegenwoordig, wanneer een priester de consecratiewoorden uitspreekt.

Het Offer van Onze Heer Jezus Christus op de Calvarieberg is van oneindige waarde. Omdat Hij echter wil dat de mensen aan hun eigen heil meewerken, worden de vruchten van dit Offer gewoonlijk door het katholieke priesterschap aan de mensen overgebracht. Een oneindige schat aan genaden, een “ondoorgrondelijke rijkdom van Christus” (Efes. 3, 8), staat de zielen bereid. Deze genaden worden toch wegens het gebrek aan priesters niet vaak gebruikt. Vele zielen gaan verloren, omdat er niet genoeg priesters zijn om deze rijkdommen van Christus te verspreiden.

Werktuig om te besturen

Terwijl de voornaamste rol van de priester het handelen als werktuig van Christus is om de zielen de genaden te verlenen, handelt hij evenzeer als werktuig van Christus in zijn leidinggevende functie. Zoals Christus voor Zijn Kerk en haar leden zorgdraagt, zo doet ook de priester. De Paus is verantwoordelijk voor alle katholieken, de bisschoppen voor de leden van hun bisdom en de priesters voor hun gelovigen. Bij deze leidinggevende rol hoort ook het uitkiezen en vormen van de leden van de clerus, de discipline en zelfs het excommuniceren van rebellen, de organisatie en het gebruik van de middelen van de Kerk en het nemen van initiatieven voor het heil van de zielen.

Werktuig om te onderrichten

Een laatste aspect van de rol van de priester als werktuig is zijn rol als leraar. Toen Christus op aarde kwam, gaf Hij de Apostelen de volheid van de Openbaring, d.w.z. alle waarheden die geloofd moeten worden om gered te worden. Dit ‘depositum fidei’ draagt in zich de verplichting deze geloofswaarheden te bewaren en verder te geven. De priesters zijn de werktuigen voor de verkondiging van de geopenbaarde geloofswaarheden op dezelfde manier als onze goddelijke Heer. Nogmaals, ze zijn niet de bron van deze geloofswaarheden en ze hebben niet de bevoegdheid om nieuwe te verkondigen. Het is hun taak om de geloofswaarheden die van Christus komen, verder te geven in diezelfde zin en in dezelfde betekenis zoals de Apostelen ze ontvangen hebben.

Laten we het kort samenvatten. God gebruikt werktuigen om Zijn goedheid mee te delen. De mensheid van Onze Heer Jezus Christus is Zijn grootste werktuig. Onze Heer verleent als God alle bovennatuurlijke gaven door handelingen van Zijn menselijk verstand en Zijn menselijke wil. Hij verenigt de mensen met bovennatuurlijke banden in het lichaam van de Kerk, leidt de uitverkorenen naar hun hemelse thuis. Maar de Heer doet niet alles zelf; het bevalt Hem werktuigen te gebruiken. Zo roept Hij de Kerk op bepaalde mannen te kiezen om priester te worden en in Zijn Naam te handelen. Deze priesters heiligen de zielen door machtige genadekanalen die Christus geopend heeft. Ze geven de heilswaarheden verder die Christus aan de Apostelen gegeven heeft, en ze leiden de kudde van Christus om de zielen tot Hem te leiden.

Elke mens is voor Onze Heer Jezus Christus geschapen en ook het gehele mensengeslacht behoort aan Hem toe. Er is geen grotere rol voor een mens dan een werktuig van Jezus Christus te worden door het katholieke priesterschap.