De algemene overste, pater Davide Pagliarani, bisschop Alfonso de Galarreta, 1e assistent rechts van hem, en pater Christian Bouchacourt, 2e assistent links van hem
Boodschap van de Algemeen-Overste en diens assistenten ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de verklaring van 21 november 1974.
Vijftig jaar geleden publiceerde Mgr. Marcel Lefebvre een gedenkwaardige verklaring die het handvest van de Priesterbroederschap Sint-Pius X zou worden. Als een ware geloofsbelijdenis die weerklinkt tot in de eeuwigheid drukt die verklaring de essentie van de Broederschap uit, de bestaansreden, de leerstellige en zedelijke identiteit en – bijgevolg – de gedragslijn ervan. De Broederschap zou dan ook geen jota kunnen veranderen aan de inhoud en de geest ervan, die – vijftig jaar later – helemaal niets aan actualiteitswaarde hebben ingeboet.
De verklaring bevat twee heel belangrijke kerngedachten die elkaar wederzijds aanvullen en ondersteunen: de eerste stelt dat de strijd van de Broederschap wezenlijk leerstellig van aard is; de tweede drukt uit met welk oogmerk hij wordt gevoerd.
Het is een leerstellige strijd tegen een duidelijk geïdentificeerde vijand: de Hervorming door het Concilie, voorgesteld als een vergiftigd geheel, in dwaling opgevat en tot dwaling leidend. Het is de onderliggende geest ervan die in twijfel wordt getrokken en, bijgevolg, alles wat die geest heeft kunnen voortbrengen: “Deze aan liberalisme en modernisme ontsproten Hervorming is geheel en al vergiftigd; zij komt voort uit ketterij en leidt tot ketterij, zelfs al zijn niet al haar werken formeel ketters. Het is daarom voor een bewuste, trouwe katholiek onmogelijk om die Hervorming aan te nemen en er zich op welke manier dan ook aan te onderwerpen. De enige houding van trouw aan de Kerk en de katholieke leer – met het oog op ons zielenheil – is de categorische afwijzing van de Hervorming.”
De geschiedenis van de laatste vijftig jaar heeft de juistheid van die analyse alleen maar bevestigd. Omdat de Hervorming op zichzelf en in haar beginselen verdorven is, blijkt het onmogelijk te zijn om wat dan ook in de Kerk te hernieuwen zonder eerst de beginselen van het Concilie zelf ter discussie te stellen en alle dwalingen af te wijzen die daarin besloten liggen: al degenen die zich hebben uitgesloofd om tegelijk de Traditie en de Hervorming te bewaren, om ze te verenigen of wederzijds te verrijken, die zijn onvermijdelijk mislukt. Parallel daarmee zijn de minachting en de haat tegenover de Traditie en de Mis van altijd alleen maar toegenomen, waaruit op een concrete manier blijkt dat twee onverenigbare doctrines gepaard gaan met twee onverzoenbare culten, twee onherleidbare manieren om de Kerk en haar zielzorg op te vatten.
Hoewel begonnen op het Concilie, is die Hervorming nog steeds aan de gang en blijft ze vruchten afwerpen. Vandaag maken we – via de “synodaliteit” – de volledige omkering van de Kerkstructuur zelf mee: het doorgeven van de goddelijke Waarheid die we van het vleesgeworden Woord hebben ontvangen wordt vervangen door een systeem van menselijke makelij waarin God geen plaats meer heeft, en de menselijke geest in plaats van de Heilige Geest waait. Dat is de duivelse omkering van het Evangelie zelf.
Tegenover die duidelijk aan de kaak gestelde afbraak van de Kerk moedigt Mgr. Lefebvre ons aan om de leerstellige strijd voort te zetten, namelijk heilig te ijveren voor de heerschappij van Onze Heer Jezus Christus, Weg, Waarheid en Leven. Vandaag, net zoals gisteren, is onze opdracht niets anders dan alle dingen in Christus te hernieuwen. Alles hernieuwen: te beginnen met het priesterschap, in al haar leerstellige zuiverheid, in al haar missionaire naastenliefde; het heilige offer van de Mis hernieuwen, hart van het kerkelijke leven; het christelijke leven hernieuwen, dat niets anders is dan het leven van Christus zelf, gekenmerkt door de geest van het Kruis, om de liefde en de heerlijkheid van de Vader; de katholieke waarheid hernieuwen, om haar haar luister terug te geven en haar de wereld te kunnen laten verlichten; de rechten van Christus, Koning der volkeren, hernieuwen, in de Kerk en in de burgermaatschappij.
“Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid. Laat u niet van de wijs brengen door allerlei vreemde theorieën. Wij steunen terecht op Gods genade” (Heb. 13, 8-9).
De tweede gedachte die de verklaring van 1974 beheerst, is de heldere en vastberaden wil om te handelen met als enig doel de Katholieke en Roomse Kerk te dienen.
Het is immers alleen in de Kerk van altijd en in haar voortdurende Traditie dat we de waarborg vinden in de Waarheid te zijn, haar te blijven verkondigen en haar te blijven dienen.
Maar bovenal zijn wij ons terdege ervan bewust dat het hoeden van de Traditie, en het nemen van de nodige maatregelen om haar te bewaren en door te geven, een plicht van naastenliefde is die we vervullen ten aanzien van alle zielen en de gehele Kerk. Met het oog daarop is onze strijd ten diepste belangeloos. De Broederschap zoekt niet in de eerste plaats haar eigen overleven: zij zoekt in de eerste plaats het heil van de Wereldkerk en om die reden is zij bij uitstek een werk van de Kerk en ze biedt met haar unieke vrijheid en haar unieke kracht een gepast antwoord op de noden van een tragisch tijdperk zonder voorgaande.
Dat ene doel is vandaag de dag nog altijd het onze, op dezelfde manier als vijftig jaar geleden: “Daarom zetten wij zonder enige opstandigheid, bitterheid of wrok ons werk van priesteropleiding voort onder het gesternte van het leergezag van altijd, ervan overtuigd dat we geen grotere dienst dan dat kunnen bewijzen aan de Heilige Katholieke Kerk, aan de Heilige Vader en aan de toekomstige generaties.”
Het is aan de Kerk dat de Traditie toebehoort; het is in en voor de Kerk dat we haar in al haar volheid bewaren “in de verwachting dat het ware licht van de Traditie de nevelen verdrijft die de hemel van het eeuwige Rome verduisteren”. Met de bovennatuurlijke en onwankelbare zekerheid dat diezelfde Traditie zal zegevieren, en – met haar – de algehele Kerk. En met de vernieuwde zekerheid dat de poorten van de hel haar helemaal niet zullen overweldigen.
Menzingen, 21 november 2024
Davide Pagliarani
Algemeen-Overste
† Alfonso de Galarreta Christian Bouchacourt
1ste assistent-generaal 2de assistent-generaal