Zalig ziek zijn - Het Heilig Oliesel

Dierbare zieke, ik vrees, dat u dit hoofdstuk met angst begint te lezen, alsof de dood u te wachten stond en dreigend voor u ging verschijnen bij het omkeren van een der volgende bladzijden.
En toch heeft dit sacrament op zichzelf niets schrikwekkends in zich. Het is hoogstens zoiets als de thermometer, die de zieke elke dag moet steken, om te zien hoe erg het is, met dit verschil daarbij nog, dat het heilig oliesel de gezondheid zal bevorderen, als het de zieke zalig is.
Dit sacrament toch werd ingesteld door onze Heer Jezus Christus tot verkwikking van lichaam en ziel, voor u, dierbare zieke.
Zoals we reeds gezegd hebben, vergeeft het heilig oliesel, volgens de mening van al de godgeleerden, de zonden, zelfs de doodzonden, al heeft de zieke slechts een onvolmaakt berouw, wanneer het hem onmogelijk is te biechten – of ook als hij in staat van doodzonde is, maar te goeder trouw meent, dat hij in staat van genade is.
Ook moeten de dokters, familieleden, vrienden en kennissen er voor zorgen, dat het ontvangen van het heilig oliesel niet uitgesteld wordt. – Velen menen dat ze de zieke te zeer zullen doen schrikken. De ondervinding leert, en alle priesters zullen het mij beamen, dat de zieken daar heel zelden zo van schrikken, als de familieleden het wel vrezen.
Het kan zijn dat ze een ogenblik verrast blijken, en dat een traan uit hun ogen welt en de krop hun in de keel komt. Altijd echter zijn ze, na het ontvangen van het heilig oliesel blij en verheugd omdat nu alles in orde is! Altijd brengt dat sacrament verlichting in de ziel, en in heel veel gevallen ook verlichting in de gezondheidstoestand.
Het zou onverantwoordelijk zijn de zieke van die kostbare genade te beroven en zijn zaligheid in gevaar te brengen om hem een lichte ontroering te besparen! Zal een moeder haar kind niet met een ruk bij de arm grijpen, als ze ziet dat het op het punt staat in een put te vallen, enkel om te vermijden dat het zou schrikken en wat pijn te verduren hebben? Integendeel, het kind zal blij zijn en dankbaar omdat moeder zo vlug en zo handig het groot gevaar heeft afgewend.
Zo moeten we onze moeder de H. Kerk dankbaar zijn omdat zij ons ontrukt aan de afgrond van de hel.
Het is niet goed het laatste ogenblik af te wachten om medicijnen in te nemen of een operatie te laten doen. Op den duur werken de medicijnen niet meer en een operatie kan ook te ver verschoven worden.
Zo ook kan het heilig oliesel te laat worden toegediend, zodat er werkelijk een mirakel nodig zou zijn, om nog de genezing te bewerken, en de mirakelen blijven toch een uitzondering. Beter een maand te vroeg dan een uur te laat!
Het heilig oliesel is daarbij als een zalving, die ons gereed maakt tot de strijd, de laatste kamp met de vijanden van ons geluk.
De levensstrijd is wel ten einde; maar de doodstrijd moet nog beginnen. Door de heilige zalving heeft onze ziel alle macht uit God, en mogen we de dood vlak in de holle ogen zien.
De zalving zal ook vooraf de sporen van alle zonden uitwissen, zodat de ziel gaaf en gezond voor Gods aangezicht kan verschijnen.
Bij het binnenkomen zegt de priester weer:
Vrede zij aan dit huis.
En aan allen, die het bewonen.
Daarna zet hij de heilige olie op tafel, doet een wit koorhemd aan en een paarse stool. Hij neemt het kruisbeeld en zal het u, lieve zieke, laten kussen.
Vervolgens doopt hij de palmtak in het wijwater en besprenkelt er u mee, de kamer en de aanwezigen, zeggende:
“Asperges me” zoals vóór de heilige communie. En daarna bidt hij: “Heer Jezus Christus, moge door het binnentreden in dit huis van mij, uw nederige dienaar, hier ook binnenkomen eeuwig geluk, goddelijke zegen, heilzame blijde hoop, vruchtbare liefde en duurzame gezondheid. Dat alle boze geesten zich van deze plaats verwijderen! Dat de engelen van de vrede hier verblijven, en alle bossaardige tweedracht dit huis verlaten! …
Jezus Christus zegen deze woning en allen, die er in verblijven … Hij wende van hen alle vijandige machten af, bevrijde hen van alle angst en vrees, en gelieve hen in deze woning in gezondheid te bewaren.
En verder:
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest worde in u alle macht van de duivels vernietigd door de oplegging van onze handen en de aanroeping van alle heilige engelen (de duivel blijft de geduchte vijand).
De priester neemt nu de heilige olie en zal ons zalven op de gesloten ogen, de oren, de neus, de gesloten mond, op handen en voeten, en zegt:
“Door deze heilige zalving en zijn goedertieren barmhartigheid vergeeft u de Heer al wat u met het gezicht zou misdreven hebben (met het gehoor, de reuk, de smaak, de spraak, het gevoel, de gang)”.
Na verscheidene aanroepingen leest hij het epistel van de H. Jacobus (dat van de H. mis voor de zieken) en bidt:
“Genees, bidden wij U, onze Verlosser, door de genade van de H. Geest, de zwakheden van deze zieke; heel zijn wonden; vergeef zijn zonden, en weer van hem af alle smarten naar ziel en lichaam; schenk hem barmhartig de volkomen gezondheid, in- en uitwendig, opdat hij, door de hulp van uw genade hersteld, zijn vorige taak moge hervatten.”
“Zie, Heer, op uw dienaar neer, die door de ziekte van zijn lichaam verzwakt is, en verkwik de ziel, die Gij geschapen hebt, opdat hij, door deze kastijding gezuiverd, moge voelen dat hij door uw geneesmiddel is behouden.”
En ten slotte:
“Almachtige Vader, eeuwige God, die door de genade van uw zegen over de zieke lichamen uit te storten uw schepsel door veelvuldige goedertierenheid bewaart, kom hier, op de aanroeping van uw naam, met uw gunsten om uw dienaar, na hem de gezondheid terug gegeven te hebben, met uw rechterhand op te heffen, door uw kracht te versterken, door uw macht te beschermen, en met alle gewenste zegen aan uw heilige Kerk terug te geven. Door Christus, onze Heer.”
Ziet u, dierbare zieke, hoe al die gebeden van onze moeder de H. Kerk vol zijn van heilige zalving, en enkel het grote goed van ziel en lichaam van al haar kinderen op het oog hebben, vooral van haar zieke lievelingen?!
Heere, ontferm U
G. Gezelle
Heere, ontferm U, Heere, ontferm U;
hert en aanschijn keer mij toe:
zeg: “Ik wake en Ik bescherme U”
want des levens word ik moe.
Lastig leven en niet sterven
kunnen in dit barre zand,
welk gewin is ’t voor die te erven
hoopt het hemelsch Vaderland?
……………………………………
Heere, ontferm U, Heere, ontferm U;
wees getrouwig aan uw woord,
en de vijand en ontscherm U
mijne ziel niet, onverstoord!
Sla hem af, met fellen zweerde,
dwing hem neer, met zijn gespan,
in den afgrond van der eerde,
en ontferm U mijner dan.