Zalig ziek zijn - Het vagevuur

Het vagevuur

Dierbare zieke, u weet, wat het is, de gezondheid verloren te hebben. U weet, wat het is, dagen lang in het ziekenhuis te liggen met koorts en pijn en wonden en verdriet. U weet, wat het is, maanden lang in een sanatorium te moeten verblijven met de wankele hoop misschien nog ten dele uw gezondheid terug te krijgen en opnieuw, wellicht met veel voorzorgen en voorzichtigheid, in uw familie en in uw vroegere werkkring te mogen verblijven.

Het vagevuur is het sanatorium voor de ziel, die door de zonden zwak geworden is, etterende wonden heeft en onzuiver bloed. Het koortsvuur van het vagevuur brandt die zielen rein. Het gescheiden zijn van de goddelijke familiekring van de Heilige Drie-eenheid is er de pijn van schade, en het verblijf in dat triestig kuuroord kan van lange duur zijn; jaren, tientallen van jaren!

En toch is het goed, dat er een vagevuur is, zoals het goed is dat er Sana’s bestaan.

Het is een liefdegave van God.

De zielen immers, die nog straffen uit te boeten hebben voor hun zonden, kunnen niet de hemel binnengaan, want “Niets onreins mag de hemel in” zegt de H. schrift (Openb. XXI, 27).

De hel hebben de zielen, die in staat van genade zijn, ook niet verdiend. Eeuwig in het voorgeborchte van de hel blijven zou toch ook te erg geweest zijn. Gods grote barmhartigheid heeft de knoop doorgehakt en het vagevuur geschapen.

De pijn van schade wordt er geleden evenals in de hel; maar de zielen genieten de onmetelijke troost dat het toch maar voor een tijdje is. Ze hebben de zekerheid dat eens toch voor hen de gelukkige eeuwigheid zal aanbreken.

Ze lijden daarbij echter nog vele andere pijnen, alhoewel ze er nooit met hun lichaam zullen zijn; immers bij het laatste oordeel, als de ziel met het lichaam zal verenigd worden, houdt het vagevuur op te bestaan.

Ook is het geen geloofspunt dat er een stoffelijk vuur zou zijn.

Toch meent de grote H. Thomas van Aquino van wel, en volgens hem is de minste pijn in het vagevuur groter dan de grootste hier op aarde. Hierover zijn de godgeleerden het echter niet meer eens, en de H. Bonaventura zegt dat wel de grootste pijn in het vagevuur de grootste van de aarde ver overtreft; maar hierover blijft discussie toegelaten.

En toch zijn de zielen er gelukkig!

Ze zouden zelfs niet onmiddellijk de hemel willen binnengaan, zegt de H. Catharina van Genua, zoals wij nooit met een verhakkeld en bemorst kleed op een prachtig feestmaal zouden willen verschijnen.

De ziel, zegt dezelfde heilige, stort zich met vreugde in het vagevuur als in een bad, omdat ze ziet dat ze niet anders kan gereinigd worden.

Ze is getroost omdat ze ziet, dat het lijden haar van uur tot uur meer en meer reinigt.

Ze zijn gelukkig omdat hun engelbewaarders hen troosten en opbeuren, en immer met blijder hoop naar de hemel wijzen.

Het vagevuur is meer een voorhemel dan een voorhel, naar het woord van Linhardt.

Dierbare zieke, door onze gebeden, ons werk, maar vooral door ons lijden kunnen we de pijnen verlichten van de zielen van het vagevuur.

Al de aflaten van de schietgebeden, H. missen, H. communies vooral, kunnen we toepassen op die zielen, die meer lijden dan wij in het ziekenhuis, op de operatietafel, of in een sana.

Hoor ze tot U schreien: “Miseremini mei, miseremini mei, saltem vos amici mei”, “Heb medelijden met mij, heb medelijden met mij, u ten minste, die mijn vrienden zijt”.

Onze moeder de H. Kerk heeft ook medelijden met de zielen van het vagevuur, en daarom stelt ze ons in de gelegenheid om aflaten te verdienen met onze gebeden en goede werken, en laat ze met Allerzielen toe aan elke priester om driemaal het H. misoffer op te dragen tot lafenis van de overledenen. Laten wij rijkelijk gebruik maken van al de middelen die ons ter hand gesteld worden en vooral ons eigen lijden uit liefde tot God opdragen tot verzachting van het lijden van de zieltjes van het vagevuur.

Er wordt verhaald dat een kloosterbroeder door Gods beschikking een blik in het vagevuur mocht werpen.

Hij verklaart dat men zich op aarde geen denkbeeld kan vormen van het lijden in het vagevuur. – Zijn verdere jaren bracht hij door in de strengste boetvaardigheid, en verdroeg daartoe de kwellingen van een langdurige ziekte met het grootste geduld.

Laten we zijn heilig voorbeeld navolgen en hier op aarde door geduld in kruis en lijden onze zondenstraffen uitboeten, om hiernamaals de pijnen te mogen ontwijken van een smartelijk vagevuur.

Het vagevuur

H. Teresia van het Kind Jezus

Door ’t vuur moet hij heen, wie wil uw glorie

Aanschouwen, o Heer; zoo luidt uw gebod;

Welnu ik verkies tot zuiverende vuurgloed

Het vuur van uw liefde, o Hart van mijn God!

 

Mijn ziel wou een akt van loutere liefde

Volbrengen, eer zij van ’t sterflijke scheidt,

Om hemelwaarts dan, naar ’t vaderland te ijlen,

Bij U, in uw hart, dat mij daar verbeidt.