Een gewetensonderzoek over de 7 hoofdzonden

De H. Johannes openbaart ons in zijn eerste brief het bestaan van de drievoudige begeerlijkheid als bron van alle zonden en speciaal van de zeven hoofdzonden: “want al wat er is in de wereld - de begeerlijkheid van het vlees, de begeerlijkheid van de ogen en de hovaardij van het leven - is niet uit de Vader, maar is uit de wereld”. (1 Joh. 2,16)

Vanuit de begeerlijkheid van het vlees ontspruiten de gulzigheid, de ontucht (onkuisheid) en de traagheid.

Vanuit de begeerlijkheid van de ogen ontspruit de gierigheid (en ook de nieuwsgierigheid, die wel geen hoofdzonde is, maar wel alle begeerlijkheden kan dienen).

Vanuit de hovaardigheid van het leven spruiten de hoogmoed of de liefde van de ijdele glorie, de nijd en de gramschap voort.

Onderstaand schema schetst ons de gevolgen van de zeven hoofdzonden in onze ziel en moedigt ons aan om de “vasten der zonden” te beoefenen, die onze offers (gebed, vasten, aalmoezen geven) moet begeleiden tot aan Pasen en ons helpen om een goede biecht af te leggen.

E.H. Philippe François, FSSPX