H. Amandus (6 februari)

De H. Amandus is de patroon van Vlaanderen, hij heeft het definitief voor het christendom gewonnen. Zijn leven werd ongeveer 50 jaar na zijn dood opgeschreven door een geestelijke. Ook zijn er nog andere bronnen uit dezelfde tijd die deze levensloop bevestigen en aanvullen. Het volgende is daarvan een korte weergave.

Amandus wordt uit adellijke ouders geboren in de omstreken van Nantes rond het jaar 570. Hij kiest op twintigjarige leeftijd bij de monniken op het eiland Yeu in te treden. Zijn vader probeert nog om hem uit het klooster te halen, maar Amandus zegt niets anders te willen dan voor Christus te leven. Eens wandelend bij het klooster treft hij een slang: hij bidt tot God, slaat een kruisteken en verkrijgt op deze manier dat het ondier in zijn nest terug kruipt zonder dat ooit nog wordt gezien. Enige tijd later maakt hij een bedevaart naar het graf van de H. Martinus in Tour. Het jaar daarop trekt hij zich terug als kluizenaar in een huisje naast de kathedraal van Bourges bij de H. Bisschop Austregisilus, waar hij vijftien jaar blijft met als kleed een ruwe pij, en als voedsel enkel gerstebrood en water.

Daarna gaat hij op bedevaart naar Rome. In de St.-Pietersbasiliek wil hij de nacht in gebed doorbrengen, maar de kerkwacht jaagt hem bij sluitingstijd de kerk uit. Amandus valt op de drempel van het kerkportaal in slaap en in een droomgezicht beveelt de Apostel Petrus hem naar Gallië te gaan om koning Dagobert terecht te wijzen. Wanneer hij koning Dagobert in Parijs terechtwijst, ontsteekt deze in woede en beveelt hem op staande voet zijn koninkrijk te verlaten.

Koning Dagobert is bedroefd, omdat hij geen kind heeft, maar verkrijgt ten slotte door de kracht van het gebed een zoon. Nu komt bij hem het idee op hem te laten dopen door Amandus. Hij laat deze dus opzoeken, valt hem voor de voeten, smeekt hem om vergiffenis en ook om de zoon die de Heer hem heeft geschonken te dopen. De heilige stemt toe. Tijdens het doopsel antwoorden de omstanders een keer niet op een gebed. De kleine baby, Sigibert (die later ook een heilige zou worden), antwoordde met luide stem: “Amen”.

In Rome of terug in Frankrijk wordt Amandus rond 628 bisschop gewijd, maar zonder vast bisdom, om het geloof te verkondigen aan de ongelovigen. Amandus preekt het geloof in Vlaanderen, maar ook voor kortere tijd bij de Slaven in Carinthië, in de streken rond de Donau en in Gasconje (Spanje).

Ook wordt verhaald hoe een zekere bisschop het water, waarin de heilige zijn handen gewassen had, bewaarde. Met dit water heeft later een blinde het gezicht teruggekregen.

Eens wil de H. Amandus met toestemming van de koning op een bepaalde plaats een klooster bouwen. De bisschop van de stad ernaast, die dit project misvalt, stuurt dienaren erop af om hem weg te jagen of zelfs te doden. De dienaren zeggen hem dat hij mee naar een andere plaats moet gaan om een klooster te bouwen. De heilige doorziet hun bedoeling en, verlangend naar het martelaarschap, volgt hij hen tot op een berg, waar hij zich aanbied om te sterven. Maar zie, een hevige regenstorm komt over de berg. Zij menen te sterven en bidden geknield voor de voeten van Amandus om zijn voorspraak bij God. Op zijn gebed wordt het mooi weer en zij keren terug naar hun bisschop zonder hem verder te hinderen.

Amandus hervat zijn bekeringswerk onder de woeste Vlamingen bij Gent. Geen enkele geestelijke had het bij hen kunnen uithouden. Zowel de bodem als ook de mensen waren in de hele landstreek nog ruw en onbewerkt. Zij spuwen hem in het gezicht, gooien hem vuil achterna en slaan hem. Zelfs de vrouwen rukken hem de pij af en gooien hem in de Schelde! Zijn helpers zijn gevlucht, maar hij keert terug … Eens is hij erbij op het moment dat er een man terecht wordt gesteld. Amandus vraagt om genade voor de ter dood veroordeelde, maar tevergeefs: de man wordt opgehangen en sterft. Als iedereen weg is blijft hij bidden bij de dode. De volgende morgen komt deze tot leven. De littekens van zijn verwondingen zijn spoorloos verdwenen. Als de Vlamingen dit zien, bekeren ze zich en willen gedoopt worden. Amandus sticht in 639 eerst het Benedictijnenklooster van Elnone en daarna vele andere, waaronder de St. Pieters- en St. Baafsabdij in Gent. Door de monniken wordt het volk zowel in Godsdienst als in wetenschap en deugd onderricht, en leert het de grond te bewerken. Hij legt door de kloosters de basis voor de latere bloei in deugden en in welvaart van Vlaanderen.

Koning Dagobert wil Amandus als bisschop van Maastricht. Rond 647 wordt hij de opvolger van Bisschop Johannes Agnus. Maar wanneer Amandus ziet dat men zich van zijn predicatie weinig aantrekt, en bijna iedereen er al christen is, gaat hij in Geel, Antwerpen en opnieuw in Vlaanderen werken.

Hij sterft rond 679 in zijn klooster Elnone, nu St.-Amand-les-Eaux, waar hij ook begraven wordt. Bij zijn graf gebeuren talrijke wonderen. Bij de translatio naar de kerk blijkt zijn lichaam ongedeerd. Helaas hebben de Franse revolutionairen zijn relikwieën aldaar en de abdij vernield. Er zijn er nog wel veel kleinere relieken overal verspreid. Hij is ook de patroon van Vlaanderen, bierbrouwers, apothekers en herbergiers.

 

Broeder René-Maria

Bronnen:

  • ‘Legenda Aurea’ door Jocobus de Voragine, Franse uitgave door Teodor de Wyzewa, Parijs, Drukkerij Perrin, 1902. 
  •  Butler, V ie des Pères, Martyrs et autre principaux Saints (Brussel, Drukkerij H. Goemaere), 1854. 
  •  Kronenburg, N eerlands Heiligen in vroeger eeuwen (Amsterdam, Bekker), 1898. 
  • Dom Huyben, Met de Heiligen het jaar rond, deel 1 (Bussum, Uitgeverij Paul Brand), 1959. 
  •  Website H eiligen.net en andere internetbronnen