Les 14: I. De Goede Werken.

Tweede Deel: Het Christelijk Leven.

De Goddelijke Deugden.

Les 14: I. De Goede Werken.

193. Wat is een goed werk?

Een goed werk is een deugdzame daad die wij met Gods genade verrichten, ter ere van God en tot welzijn van onszelf of van de naaste.

1° Deugdzame daad: een inwendige of uitwendige beoefening van een der goddelijke of zedelijke deugden.

2° Met Gods genade: bij iedere goede daad die we stellen worden we gesteund door de dadelijke genade (zie hierboven nr. 154).

3° Ter ere van God: men moet een goed inzicht hebben; dit inzicht moet niet hernieuwd worden telkens bij iedere daad; het is voldoende nu en dan eens zijn algemeen goed inzicht te hernieuwen. Door de doodzonde wordt de goede mening herroepen, als het ware vernietigd.

4° Tot welzijn van onszelf: we betrachten voor onszelf een wettignatuurlijk of een bovennatuurlijk voordeel en het komt ons ook ten goede, al was het maar enkel een vermeerdering van heiligmakende genade; of van de naaste: we betrachten voor de naaste een wettignatuurlijk (b.v. een aalmoes geven) of een bovennatuurlijk voordeel (gebed voor een zondaar) en het komt hem werkelijk ten goede.

194. Welke zijn de goede werken die in de Heilige Schrift vooral worden aanbevolen?

De goede werken die in de Heilige Schrift vooral worden aanbevolen zijn: het gebed, de versterving en de werken van barmhartigheid of van naastenliefde.

1° Het gebed: (zie 26ste les). Het gebed is het middel bij uitstek om van God vele genaden te bekomen: God heeft er herhaaldelijk op gewezen. Bidden dat is met God bezig zijn in ons verstand en ons hart: dat is het beste werk dat we verrichten kunnen: dat zullen we in de Hemel vanzelf doen zonder moeite; hier op aarde vergt het een inspanning.

2° Versterving: werd herhaaldelijk door God in het Oude Testament en door O. L. Heer gepredikt. Door de versterving beheersen we onze driften, voorkomen we menige zonde en boeten we tevens onze vroegere zonden uit.

3° Werken van barmhartigheid: zijn niets anders dan bepaalde toepassingen van de grote wet der naastenliefde.

195. Wat zijn werken van barmhartigheid?

Werken van barmhartigheid zijn liefdewerken waardoor wij de naaste in zijn lichamelijke of geestelijke nood bijstaan.

1° Geestelijke werken van barmhartigheid.

i.) De zondaars vermanen.

ii.) De onwetenden leren.

iii.) De twijfelachtige goede raad geven.

iv.) De bedroefden vertroosten.

v.) Het onrecht geduldig lijden.

vi.) De beledigingen vergeven.

vii.) Voor levenden en doden bidden.

2° Lichamelijke werken van barmhartigheid.

i.) De hongerige spijzen.

ii.) De dorstige laven.

iii.) De naakten kleden.

iv.) De vreemdelingen herbergen.

v.) De zieken bezoeken.

vi.) De gevangenen verlossen.

vii.) De doden begraven.

196. Wat verdienen wij door de goede werken die wij in staat van genade doen?

Door de goede werken die wij in staat van genade doen, verdienen wij:
ten 1ste, vermeerdering van de heiligmakende genade en van de hemelse glorie;
ten 2de, dadelijke genaden om christelijk te leven;
ten 3de, vergiffenis van onze dagelijkse zonden;
ten 4de, voldoening voor onze tijdelijke straffen.

1° Ieder goed werk vermeerdert in ons het goddelijk leven en vermeerdert daardoor zelf de toekomstige glorie des hemels die niets anders is dan de volledige uitbloei van dit leven na de beproevingstijd hier op aarde. Hoe meer een leven actief is – en dat is het juist door goede werken – hoe sterker ook dit leven wordt.

2° Dadelijke genaden. God geeft aan iedere ziel meer dan voldoende genaden om christelijk te leven maar ongetwijfeld geeft Hij zijn genaden geredelijker en overvloediger aan hen die er edelmoedig aan beantwoorden door goede werken.

3° Vergiffenis van onze dagelijkse zonden. Het doen van goede werken veronderstelt in ons een werkdadige liefde tot God die daardoor zelf tegelijk is een berouwhebbende liefde en aan het berouw, naar gelang het min of meer vurig en oprecht is wordt ook verbonden een gelijkmatige vergiffenis der zonden.

4° Voldoening voor onze tijdelijke straffen: goede werken vergen een inspanning, een zekere moeite, dus een zeker lijden waaraan dan ook een uitboetingskracht is verbonden.

197. Kan men in staat van doodzonde goede werken doen?

In staat van doodzonde kan men goede werken doen, maar die zijn niet verdienstelijk voor de hemel; toch zijn ze zeer nuttig om van de goddelijke barmhartigheid de genade van bekering te bekomen.

Een ziel die in staat van doodzonde verkeert is bovennatuurlijke dood: gelijk een boom die dood is geen vruchten meer kan dragen zo kan de ziel in staat van doodzonde evenmin bovennatuurlijke vruchten dragen. Niettemin vermits het werken zijn van een verstandige, vrije mens die zijn zonden wellicht betreurt, kunnen die werken God ertoe bewegen aan die ziel de genade der bekering te verlenen.