Les 17: De Geboden van God in het Algemeen.

Derde Deel: De Geboden.

De Tien Geboden van God.

Les 17: De Geboden van God in het Algemeen.

243. Hoe kennen wij de geboden van God?

Wij kennen de geboden van God door de stem van ons geweten en door de openbaring van God die ons door de Heilige Kerk wordt voorgehouden.

1° Door de stem van ons geweten: de mens kan reeds met zijn natuurlijk verstand het bestaan van God achterhalen en meteen begrijpen dat hij aan dit Opperwezen onderworpen is, dat Hij dus in alles aan dit Opperwezen moet gehoorzamen: de stem van ons geweten is niets anders dan het verstand dat zo oordeelt, dat ons wijst op die verplichting.

2° Door de openbaring van God: God heeft in de loop der tijden zijn Wil tegenover de mens uitdrukkelijk bekend gemaakt, bijzonder door de openbaring der 10 geboden aan Mozes. (Exodus, 20:1-17; 31:18; 34:14.)

3° Worden ons voorgehouden door de H. Kerk die Christus' gezag tegenover ons vertegenwoordigt.

Christus zelf had de 10 geboden van het Oude Testament bekrachtigd: “Meent niet dat ik gekomen ben om de Wet der profeten af te schaffen; Ik ben gekomen, niet om ze af te schaffen maar om ze te volmaken” (Mattheüs 5:17).

244. Wat is het geweten?

Het geweten is niets anders dan onze rede die zegt: doe dit, want het is goed; laat dat, want het is kwaad.

Het geweten is ons verstand dat oordeelt: ‘dit is goed, doe het dus.’; ‘dit is kwaad, doe het niet.’

245. Waarom moeten wij de geboden van God onderhouden?

Wij moeten de geboden van God onderhouden omdat wij moeten gehoorzamen aan God, onze Schepper en opperste Heer, en aldus bewijzen dat wij Hem werkelijk beminnen.

God heeft de wereld geschapen, behoudt die wereld in zijn bestaan en leidt die wereld tot een bepaald doel. Gods wil beheerst dus de ganse wereld: dit weten wij en door de openbaring en door redenering van ons natuurlijk verstand.

God beminnen is dus niets anders dan onze wil in overeenstemming brengen met Gods Wil, alles doen wat Hij wil dat wij zouden doen en alles laten wat Hij wil dat wij zouden laten.

246. Hoe heeft Jezus Christus de geboden van God samengevat?

Jezus Christus heeft de geboden van God samengevat in deze woorden: “Gij zult de Heer uw God beminnen uit geheel uw hart, uit geheel uw ziel en uit al uw krachten, en uw naaste gelijk uzelf”.

Een der Farizeeën, een wetgeleerde, vroeg aan Jezus: “Meester, wat is het grootste gebod in de wet?” Jezus zei hem: “Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en heel uw verstand. Dit is het grootste en eerste gebod, En het tweede daaraan gelijk: Ge zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten” (Mattheüs 22:35-40).

247. Hoe zijn de tien geboden van God ingedeeld?

De tien geboden van God zijn zo ingedeeld, dat de eerste drie betrekking hebben op God, en de zeven andere op onszelf en de naaste.

1° Bovenal bemin één God: de liefde tot God is de grond van al onze verplichtingen.

2° Zweer niet ijdel, vloek noch spot: Gods Naam eerbiedigen. De Naam is het symbool van de persoon.

3° Heilig steeds de dag des Heren: in het Oude Testament was dit de Sabbat; in het Nieuwe Testament de Zondag: de dag des Heren heiligen is een bepaalde manier om God te vereren, door Hem gewild?

Deze drie geboden wijzen op onze verplichtingen tegenover God: Hem beminnen, aanbidden.

4° Vader, moeder zult gij eren: d.w.z. eerbiedig het gezag: plicht jegens bepaalde evenmensen die Gods gezag vertegenwoordigen.

5° Dood niet, geeft geen ergernis: noch lichaam noch ziel van zichzelf of van anderen schaden.

6° Doe nooit wat onkuisheid is: uitwendig de geslachtsdrift tegenover zichzelf en anderen beheersen.

7° Vlucht het stelen en bedriegen: het stoffelijk bezit van anderen eerbiedigen.

8° Ook de achterklap en het liegen: anderen niet benadelingen in en door ons spreken.

9° Wees steeds kuis in uw gemoed: inwendig de geslachtsdrift tegenover zichzelf en anderen beheersen.

10° En begeer nooit iemands goed: geen vrijwillige begeerten hebben op het stoffelijk bezit van anderen.