​​​​​​​Les 22: II. 8ste gebod van God: Ook de achterklap en het liegen.

Derde Deel: De Geboden.

De Tien Geboden van God.

Les 22: II. 8ste gebod van God: Ook de achterklap en het liegen.

296. Wat gebiedt het achtste gebod?

Het achtste gebod van God gebiedt oprecht te zz1n in woorden en in daden, en de faam en de geheimen van de naaste te eerbiedigen.

Zoals het zevende en het tiende gebod ons gebieden de stoffelijke goederen van de naaste te eerbiedigen, zo gebiedt ons het achtste gebod de geestelijke goederen van de naaste te eerbiedigen: zo het recht om de waarheid te vernemen, het recht op zijn goede naam, het recht op geheimhouding van geheimen waarin hij betrokken is.

297. Wat verbiedt het achtste gebod?

Het achtste gebod van God verbiedt leugen valse getuigenis, kwaadsprekerij en lastertaal, kwaad vermoeden en lichtvaardig oordeel.

1° Door de leugen: doen we geestelijk nadeel aan de naaste: we brengen hem in dwaling wat nog verdere nadelen kan veroorzaken.

2° Valse getuigenis: hierdoor brengen we de naaste eveneens geestelijk nadeel toe: ter oorzaken van ons valse getuigenis wordt de naaste gestraft en verliest hij zijn goede naam.

3° Kwaadsprekerij en lastertaal: eenieder heeft recht op zijn goede naam; eenieder wordt verondersteld eerlijk te zijn. Door kwaadsprekerij en lastertaal maakt men inbreuk op dit recht. Het is, naar het getuigenis van S. Jakobus een algemeen menselijk gebrek (Jakobus 3:2-10).

4° Kwaad vermoeden en lichtvaardig oordeel: We moeten ook inwendig de goede naam van de naaste eerbiedigen.

298. Wat is liegen?

Liegen is spreken tegen zijn gedacht met het inzicht te bedriegen.

Twee zaken worden samen vereist:

1° Spreken tegen zijn gedacht, d.w.z. het anders menen dan men het zegt.

2° Met het inzicht te bedriegen:

Bedriegen d.w.z. de waarheid niet zeggen aan iemand die het recht heeft de waarheid te kennen. Zodus wanneer de persoon het recht niet heeft de waarheid te kennen dan is er geen leugen, zelfs dan wanneer ik het anders meen dan ik het zeg, Noodleugen of wat de mensen noemen ‘liegen om beters wil’ om zich uit een verlegenheid te redden, is een ware leugen. Scherts: liegen om te lachen is geen leugen omdat het duidelijk is dat men niet wil bedriegen.

Schadeleugen: liegen om iemand nadeel toe te brengen kan doodzonde zijn wanneer men het inzicht heeft hem grote schade te berokkenen. Wanneer iemand ons onbescheiden iets vraagt dat hij niet mag weten dan moeten wij een ontwijkend ant­woord geven. Wanneer hij het niet hoeft te weten mogen wij eveneens ontwijkend antwoorden. Enkele voorbeelden van ontwijkende antwoorden: ‘Ik weet het niet.’ ‘Vraag het aan meer bevoegden.’ ‘Daar kan ik niet op antwoorden.’ Of nog, al schertsend om de persoon beleefd te doen aanvoelen dat hij onbescheiden is: ‘Kom me dat vragen in het laatste oordeel.’ ‘Vraag het aan O. L. Heer.’ ‘Ik ben even wijs als gij.’ of iets dergelijks.

Aangenomen spreekwijzen die niet moeten aanzien worden als leugen omdat iedereen weet wat ze waard zijn: ‘Mijnheer is niet thuis’ d.w.z. is niet te spreken. Reclame voor handel: alleman verkoopt het beste. Sommige beleefdheidsformules.

299. Wat is kwaadspreken?

Kwaadspreken is de gebreken of de fouten van de naaste zonder noodzakelijkheid bekend maken.

Kwaadspreken is van iemand kwaad bekend maken dat werkelijk gebeurd is of waar is. Het maatschappelijk leven vergt dat de mensen een minimum vertrouwen zouden hebben in elkaar: dat nu zou onmogelijk zijn indien het kwaad van eenieder zo maar vrij aan anderen mocht bekend gemaakt worden. “Kwaadsprekers zullen het rijk Gods niet bezitten” (I Korintiërs 6:10).

Zo b.v. zij die gehouden zijn door het beroepsgeheim weten veel zaken van anderen die minder gunstig zijn en toch moeten zij zwijgen. Er kan een voldoende reden zijn om het kwaad van de naaste bekend te maken: o.a.

1° Het welzijn van de persoon zelf die schuldig is aan het kwaad: zo kan het zelfs plicht zijn de geheime fouten van kinderen of onderdanen bekend te maken aan de ouders of oversten.

2° Ons eigen welzijn: iemand beschuldigt ons vals van een misdaad: we mogen zijn geheime misdaden bekend maken om zijn geloofwaardigheid te breken.

3° Welzijn van anderen: zo moet men soms de ouders waarschuwen tegen gevaarlijke meesters, de meesters tegen slechte dienstboden.

4° Algemeen welzijn: de geheime misdaden en bedoelingen van vijanden van God, Kerk of Staat mogen bekend gemaakt worden.

300. Wat is de naaste lasteren?

De naaste lasteren is hem beschuldigen van een gebrek dat hij niet heeft, of van een fout die hij niet heeft bedreven.

“Beter is een goede naam dan veel rijkdom” (Spreuken 22:1).

1° Lasteren is kwaad zeggen van iemand dat niet waar is. Hier komt dus nog een leugen bij. Goede hoedanigheden van anderen kleineren of ten kwade uitleggen is eveneens lasteren.

2° Lasteren is doodzonde of dagelijkse zonde naar gelang het kwaad dat men vertelt groot of klein is. Hierin moet men eveneens rekening houden met de persoon die lastert en de persoon die belasterd wordt.

3° Vermits laster een leugen is, moet die onrechtvaardigheid hersteld worden, men is verplicht tot restitutie. Restitutie gebeurt door de laster te herroepen.

4° De verplichting tot restitutie is groot of klein naar gelang de laster groot of klein is, grote of kleine schade berokkende.

301. Moet men de geheimen bewaren die men kent?

Ja, de geheimen die men kent moet men bewaren: dit eist het be­lang van de maatschappij en van iedereen in het bijzonder.

1° Wat is een geheim? Een geheim is iets dat moet verzwegen worden.

2° Soorten geheimen:

a) Biechtgeheim: verplicht de priesters.

b) Beroepsgeheim: b.v. dokters, advocaten, notarissen, apothekers, oversten.

c) Beloofd geheim: geheim dat men ons toevertrouwde op voorwaarde dat men beloofde het geheim niet verder bekend te maken.

d) Natuurlijk geheim: wat uiteraard niet mag bekend gemaakt worden omdat de bekendmaking schade of droefheid zou berokkenen aan hem die er het slachtoffer van is: b.v. kwaad spreken, gesloten brieven van anderen openen en lezen, een officieuze benoeming publiek bekend maken.

3° Verplichting:

a) Het biechtgeheim mag door de priester nooit verbroken worden, zelfs niet ten koste van zijn leven: verplicht op zware zonde.

b) Beroepsgeheim, beloofd geheim, natuurlijk geheim: verplichten op doodzonde als het gaat over een gewichtige zaak zo niet op dagelijkse zonde. Zulke geheimen mogen en moeten soms bekend gemaakt worden om een groter kwaad te voorkomen voor zich of voor een ander of voor de gemeenschap.

302. Zijn wij verplicht het onrecht te herstellen dat wij de naaste hebben aangedaan?

Ja, wij zijn verplicht zo goed en zohaast mogelijk, het onrecht te herstellen dat wij de naaste hebben aangedaan in zijn gezondheid, zijn tijdelijke goederen of zijn goede naam.

1° Onrecht in de gezondheid: tegen het vijfde gebod.

2° Onrecht in de tijdelijke goederen: tegen het zevende gebod.

3° Onrecht in de goede naam: tegen het achtste gebod. In ieder van die gevallen schendt men het recht van een ander; men moet het in de mate van het mogelijke en bovendien zodra mogelijk herstellen.