Les 23: 1ste gebod van de H. Kerk: Zon- en feestdag zult gij eren.

Derde Deel: De Geboden.

De Vijf Geboden van de Kerk.

Les 23: 1ste gebod van de H. Kerk: Zon- en feestdag zult gij eren.

303. Waarom zijn wij verplicht de geboden van de H. Kerk te onderhouden?

Wij zijn verplicht de geboden van de H. Kerk te onderhouden, omdat ze gegeven worden door de Paus en de Bisschoppen, die ons in Christus naam besturen.

In nr. 110 werd aangetoond dat de Paus de plaatsvervanger is van Christus. In nr. 112 werd aangetoond dat de bisschoppen ons besturen in de naam van Christus onder het oppergezag van de Paus.

Uit die gegevens volgt dat de gelovigen moeten gehoorzamen aan de wetten, aan de geboden die de Paus en de bisschoppen hen voorhouden.

304. Wat gebiedt het eerste gebod van de Heilige Kerk?

Het eerste gebod van de H. Kerk gebiedt, op Zondagen en geboden feestdagen Mis te horen en de zondagsrust te onderhouden.

Er is een gebod en een verbod.

1° Gebod de H. Mis te horen op Zon- en geboden feestdagen,

2° Verbod slafelijke werken te verrichten op die dagen.

We moeten God vereren (1ste der 10 Geboden): die verering moet uitwendig en inwendig en openbaar zijn: we moeten er dus noodzakelijk een bepaalde tijd aan besteden en dit ook vergt dat we onze gewone bezigheden staken. Dit alles nu heeft de H. Kerk, die goddelijke opdracht verkreeg van Christus, nauwkeuriger bepaald en die bepaalde geboden moeten we dus onderhouden.

305. Welke zijn, buiten de Zondagen, de geboden feestdagen in ons land?

Ruiten de Zondagen zijn er in ons land vier geboden feestdagen: Kerstmis, Ons-Heer-Hemelvaart, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart en Allerheiligen.

Canon 1246 van het Kerkelijk Wetboek van 1983 bepaalt dat er in de Latijnse Kerk tien verplichte feestdagen zijn:

Onbevlekte Ontvangenis (8 december)

Kerstmis (25 december)

Feest van de Moeder Gods (1 januari)

Openbaring van de Heer in de volksmond genaamd Driekoningen (6 januari)

H. Jozef (19 maart)

Hemelvaartsdag (40 dagen na Pasen)

Sacramentsdag (60 dagen na Pasen)

HH. Petrus en Paulus (29 juni)

O. L. Vrouw Hemelvaart: (15 augustus)

Allerheiligen: 1 november

De Belgische bisschoppenconferentie heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid om enkele feestdagen af te schaffen. Reeds sinds het begin van de negentiende eeuw zijn er in België slechts vier verplichte feestdagen:

Kerstmis

Hemelvaartsdag

O. L. Vrouw Hemelvaart

Allerheiligen

306. Wie moeten Mishoren op Zondagen en geboden feestdagen?

Moeten Mishoren op zondagen en geboden feestdagen, alle gelovigen die hun zevende jaar voleind hebben, en niet door ziekte of een andere goede reden zijn ontslagen.

1° Alle gedoopte die hun zevende jaar voleind hebben.

2° Zijn niet verplicht: niet-gedoopte, krankzinnigen, ernstige zieken, zij die na een ernstige ziekte pas aan de beterhand zijn; wanneer men te ver van de nabij zijnde kerk woont; zij die het huis of de kleine kinderen moeten bewaken.

307. Hoe moeten wij op de geboden dagen Mishoren?

Op de geboden dagen moeten wij een gehele Mis horen, en wij moeten het doen met eerbied en aandacht.

1° Een gehele Mis: is een zware verplichting.

Wanneer ontbreekt men aan een merkelijk deel? Men kan dat zo mathematisch niet aanduiden: ziehier niettemin enkele aanwijzingen:

i.) Wie binnenkomt voor de Offerande voldoet;

ii.) Wie weggaat na de Communie voldoet;

iii.) Wie enkel onder de Consecratie afwezig is: voldoet wellicht.

iv.) Wie twee halve opeenvolgende Missen bijwoont voldoet waarschijnlijk.

2° Welke aanwezigheid wordt er vereist?

i.) Lichamelijke aanwezigheid: Mishoren per radio voldoet niet. Wie buiten de kerk staat, aangesloten bij het volk, voldoet. In de sacristie voldoet men eveneens: het is voldoende dat men de Mis kan volgen, de stem van de priester en de bel horen.

ii.) Geestelijke aanwezigheid, dus vereiste aandacht: geen daden stellen die de aandacht gans afwenden: b.v. zitten lezen in een profaan boek. Zij die orgel spelen, rondgaan om geld, biechten onder de Mis, kruisweg doen: allen voldoen vermits men dan toch nog de Mis enigszins kan volgen.

Met eerbied: wel bewust van het grote geheim dat op het altaar voltrokken wordt.

308. Waarin bestaat de zondagsrust?

De zondagsrust bestaat hoofdzakelijk hierin, dat men zich onthoudt van lichamelijke werken die niet door gewoonte of door noodwendigheid gewettigd zijn.

1° Wat is een lichamelijk werk? Werk dat gewoonlijk door dienstboden of dagloners wordt verricht, men beschouwt hierin de aard van het werk zelf en ook de gewoonte van de streek waar men woont.

Wanneer het werk meest inspanning vraagt van de geest, dan mag het beschouwd worden als geestenwerk en dus toegelaten. Dat een slafelijk of lichamelijk werk geschiedt zonder gewin of louter ter ontspanning, dit verandert niets aan de aard van het werk; het blijft dus verboden.

2° Enkele toepassingen.

a) Op reis gaan en daartoe de nodige toebereidselen maken is toegelaten.

b) Schilderen, beeldhouwen is overwegend kunstwerk, geestenwerk, dus toegelaten.

c) Foto's nemen: toegelaten. Drukwerk: verboden. Jagen, vissen toegelaten.

d) Eroderen: indien het meer kunstwerk is dan louter mechanisch werk: toegelaten.

e) Breien, crocheteren (haakwerk): verboden.

f) Rozenhoedjes, scapulieren, kunstbloemen maken: niet toegelaten in groep.

g) De gewoonten, de algemene opvatting der brave mensen van de streek geven een veilige maatstaf aan.

3° Hoe zwaar is de verplichting? Op zichzelf genomen is het een zware verplichting. Indien de stof gering was is het enkel dagelijkse zonde: b.v. ruim 2 uren zware handarbeid verrichten moet beschouwd worden als doodzonde.

4° Redenen die ontslaan van dit gebod.

a) Uit vroomheid: wat nodig is tot de eredienst, voorbereidselen tot een processie: handwerk voor arme kerken (best in het verdoken om geen ergernis te geven aan onwetenden).

b) Uit naastenliefde: ziekenverpleging en wat erbij hoort.

c) Uit noodzakelijkheid: om grote schade voor ziel of lichaam te vermijden: b.v. kleren herstellen wanneer het niet kan in de week; bakkers om verse waar aan te bieden; inhalen van oogst bij dreigend onweer; een groot en buitengewoon gewin dat anders verloren gaat indien men wacht tot de volgende dag; doorgaan met een werk dat niet kan onderbroken worden zonder grote schade.

309. Wat behoort men te doen om Zondagen en feestdagen godvruchtig door de brengen?

Om Zondagen en feestdagen godvruchtig door te brengen, behoort men, buiten de Mis, ook andere kerkelijke diensten en godsdienstige onderrichtingen bij te wonen, zich bezig te houden met godvruchtige of liefdadige werken, en enkel in eerlijk vermaak zijn ontspanning te zoeken.

1° Er is natuurlijk geen verplichting op zonde: het is niettemin een teken van vurig, christelijk leven.

2° Andere kerkelijke diensten: Vespers en Lof.

3° Godsdienstige onderrichtingen: deel uitmaken van een of meer godsdienstige groeperingen waarin gedaan wordt aan ‘Katholieke Actie’ die door de laatste Pausen zo zeer en herhaaldelijk werd aangeprezen: ook de leken, als medeleden van Christus' Mystiek Lichaam, moeten meedoen aan Apostolaat.

4° Godvruchtige en liefdadige werken: ook in het kader der Katholieke Actie.

5° Eerlijk vermaak en ontspanning: liefst in de huiselijke kring of in parochiale godsdienstige groeperingen.