​​​​​​​Les 32: III. De Heilige Eucharistie als Sacrament.

Vierde Deel: De Middelen ter Zaligheid.

De Heilige Sacramenten

Les 32: III. De Heilige Eucharistie als Sacrament

399. Wat is het Heilig Sacrament des Altaars?

Het Heilig Sacrament des Altaars is het Sacrament waarin Jezus Christus, onder de gedaanten van brood en wijn, waarlijk tegenwoordig is, en door ons genuttigd wordt als een waarachtige spijs voor onze ziel.

1° Jezus Christus, onder de gedaanten van brood en hun waarlijk tegenwoordig: dus het Sacrament tot stand gekomen door de woorden van de Consecratie.

2° Door ons genuttigd wordt: door de H. Communie.

3° Als een waarachtige spijs onzer ziel: Christus' aanwezigheid is verbonden aan die gedaanten. Welnu we nuttigen de hostie; die hostie gaat naar de maag en wordt verteerd gelijk ander voedsel. Het innemen van de hostie waaraan Christus' aanwezigheid is verbonden, betekent de geestelijke voeding der ziel, gelijk de wassing met de begeleidende woorden in het Doopsel de zuivering der ziel betekent. Het is een werkdadig betekenen d.w.z. de ziel wordt hierdoor werkdadig gevoed.

Hier vinden we dus weerom zeer duidelijk de vier bestanddelen van ieder sacrament:

i.) Uitwendig teken: enkel een handeling, zonder woorden, namelijk de voeding met die uitwendige gedaanten.

ii.) Door Christus ingesteld: (zie het Evangelieverhaal: Lukas 22:19-20 en Mattheüs en Markus).

iii.) Een genade betekenend: de voeding met die gedaanten waaronder Christus schuilt betekent de voeding der ziel.

iv.) Voedt ook werkelijk de ziel.

400. Wat is er nodig om waardig te communiceren?

Om waardig te communiceren moet men in staat van genade zijn; ook moet men nuchter zijn, dit wil zeggen, dat men sedert middernacht niets heeft gegeten of gedronken behalve natuurwater.

1° Staat van genade: de H. Eucharistie is een sacrament der levenden, ze is een voedsel, veronderstelt dus dat men leeft; men geeft geen voedsel aan een dode mens. De ziel moet dus het bovennatuurlijk leven in zich hebben, moet in staat van genade zijn.

2° Nuchter zijn:

a) Vanaf middernacht: hiervoor is men vrij te volgen ofwel de zonnetijd, ofwel de wettelijke tijd, d.w.z. de tijd vastgesteld door de plaatselijke Regering.

b) Niets hebben gegeten of gedronken: om werkelijk ontnuchterd te zijn worden drie voorwaarden samen vereist, namelijk: De zaak moet verteerbaar zijn: een munt, steentje, afgebeten vingernagels, haarpijltjes en dergelijke zijn niet verteerbaar. De zaak moet ten tweede van buiten komen: speeksel, bloed uit neus of tanden of mond, resten van vlees of iets anders tussen de tanden: dat alles ontnuchtert niet. Ten derde: het moet werkelijk zijn wat men over het algemeen noemt eten of drinken: zo b.v. wanneer, bij het gorgelen enkele druppeltjes worden ingeslikt blijft men nuchter. Wie maar even proeft en inslikt is ontnuchterd. Of men weinig of wat meer, vrijwillig of onvrijwillig iets heeft ingenomen, dat verandert niets aan de zaak, men is ontnuchterd. Roken ontnuchtert niet.

c) Behalve natuurwater: Paus Pius XII heeft beslist dat natuurwater voortaan moet beschouwd worden als ‘niet-ontnuchterend’. (Decreet van 6 januari 1953) Men mag dus natuurwater drinken voor de Communie zonder de minste beperking van tijd.

Als natuurwater wordt beschouwd datgene wat volgens de algemene opvatting der mensen als zodanig wordt beschouwd: zo b.v. pompwater, fonteinwater, stadswater dat langs een leiding wordt gebruikt, bronwater. Blijven dus verboden: b.v. limonade, citroenwater, suikerwater, enz. Er mag dus niets vermengd worden in het natuurwater.

401. Wat moet degene doen, alvorens te communiceren; die er zich van bewust is een doodzonde bedreven te hebben?

Wie er zich van bewust is een doodzonde bedreven te hebben, moet, alvorens te communiceren, te biechten gaan en de absolutie bekomen.

1° Eerst biechten indien het kan.

2° Kan het niet, men moet zich onthouden van de H. Communie.

3° Enkele uitzonderingen: men zit reeds aan de communiebank en pas op dat ogenblik wordt men zich bewust van een vroegere niet-gebiechte doodzonde ofwel men wordt zich bewust dat men na middernacht iets genuttigd heeft: in die gevallen mag men communiceren.

Men moet nadien zodra mogelijk de vergetene, niet-gebiechte doodzonde gaan belijden in de biecht.

4° De onwaardige Communie is een zeer grote heiligschennis.

a) In haar zelve:

i.) Omdat ze een ontering is van Jezus' Lichaam en Bloed: “Wie onwaardig dit Brood zal gegeten hebben… zal schuldig zijn aan het Lichaam en Bloed des Heren” (Korintiërs 11:27-28).

ii.) Omdat ze een snode ondankbaarheid is: de heiligschennis beledigt Christus in zijn grootste Liefde geheim.

iii.) Dit doet de heiligschenner onder het masker der godsvrucht: het is de verraderlijke kus van Judas.

b) Om haar gevolgen:

i.) Tijdelijke straffen: S. Paulus getuigt dat ter oorzake van heiligschennende Communiën veel inwoners van Korintië met ziekten en dood werden gestraft (I Korintiërs 11: 30).

ii.) Verblindheid van de geest en versteendheid van het hart: de eerste heiligschennis wordt gewoonlijk gevolgd door een tweede en zo verder en zo wordt het een zondeketen.

iii.) De eeuwige verdoemenis: “Hij eet en drinkt zich een oordeel” (I Korintiërs 11:29).

402. Zijn de dagelijkse zonde een beletsel om waardig te communiceren?

De dagelijkse zonden zijn geen beletsel om waardig te communiceren, maar wie er geen berouw over heeft, ontvangt minder vruchten van de Heilige Communie.

1° De dagelijkse zonden sluiten niet uit dat iemand in staat zij van genade, dus waardig communiceren.

2° Communiceren is ongetwijfeld een daad van liefde tot God. Welnu, wie geen berouw heeft over zijn dagelijkse zonden, bewijst des te minder liefde tot God en bijgevolg is daardoor zelf zijn liefde tot God ook zwakker bij het communiceren: dan zal hij ook minder vruchten halen uit zijn Communie. Het is gelijk iemand die zich voedt omdat hij moet doch zonder lust: hij zal minder profiteren van wat hij gebruikt. Hoe vuriger we zijn bij het communiceren, hoe vruchtbaarder ook onze Communie zal zijn. Welnu de vurigheid veronderstelt ongetwijfeld de onthechting van de zonde, het berouw ook over de dagelijkse zonden.

403. Mag men soms communiceren zonder nuchter te zijn?

Men mag communiceren zonder nuchter te zijn:
ten 1ste, wanneer men in gevaar is van sterven;
ten 2de, wanneer de Kerk het toelaat, zoals voor bepaalde zieken.

1° Wanneer men in gevaar is van sterven: dan ontvangt men ook het Viaticum en daartoe hoeft men niet nuchter te wezen. Men mag de volgende dagen, zolang het stervensgevaar bijblijft, voorts communiceren zonder nuchter te zijn.

2° Wanneer de Kerk het toelaat. Door de Apostolische Constitutie ‘Christus Dominus’ van 6 januari 1953 heeft Paus Pius XII merkelijke verzachtingen aangebracht bij de wet van het nuchter zijn. Zie hier de voornaamste:

a) Water ontnuchtert niet.

b) Voor de zieke mensen: zieken, zelfs zij die niet te bed liggen, mogen, na de raad van een biechtvader (binnen of buiten de biecht) te hebben ingewonnen, iets gebruiken bij wijze van drank of bij wijze van geneesmiddel (ook vaste medicamenten: tablet of pil of iets dergelijk). Alcoholische dranken blijven uitgesloten.

Er is hier geen tijdsbepaling aangewezen: zodus het mag zelfs tot vlak voor de Communie.

c) Voor al de gelovigen in drie gevallen:

i.) Om wille van zware arbeid: ploegwerk dat beurtelings nachtwerk meebrengt; bewaking tijdens de nacht van zieken; de last van zwangere vrouwen; de arbeid van huismoeders, die voor de H. Communie een tijd lang moeten werken.

ii.) Om wille van het late, gevorderde uur waarop het hun enkel mogelijk is te communiceren: deze mogen iets gebruiken bij wijze van drank tot één uur voor de H. Communie.

iii.) Om wille van de grote verplaatsing: indien ze niet te Communie kunnen gaan tenzij ontnuchterd: ze mogen iets gebruiken bij wijze van drank tot één uur voor de H. Communie.

Nota bene: De gelovige bij wie één dezer 3 gevallen voorkomen moet eerst het advies van een biechtvader inwinnen: deze moet oordelen of het voorkomend geval in werkelijkheid een ‘grave incommodum’ zware moeilijkheid, last meebrengt voor de gelovige, persoonlijk genomen. Het feit dat één der 3 aangeduide gevallen aanwezig is, volstaat dus niet om ontslagen te zijn van de wet; het moet voor de belanghebbende persoonlijk een echt zware last meebrengen: hierover oordeelt de biechtvader. Praktisch komt voor de gelovigen alles hierop neer:

i.) Water ontnuchtert niet meer.

ii.) Denkt men van verdere vergunningen te mogen genieten men legt zijn geval voor aan een biechtvader en deze zal oordelen.

404. Verlangt de Heilige Kerk dat de gelovigen dikwijls communiceren?

De Heilige Kerk verlangt dat de gelovigen dikwijls, ja dagelijks communiceren, al wil zij ons daartoe niet verplichten.

We zijn verplicht ééns in het jaar te communiceren, gedurende de Paastijd en verder ook wanneer we in stervensgevaar verkeren. Het verlangen van Christus en de H. Kerk gaat veel verder: dit moge blijken uit de volgende beschouwingen.

1° Jezus koos voor de H. Eucharistie het brood, het meest gebruikte voedsel onder de mensen.

2° Jezus vergelijkt het voedsel der H. Eucharistie bij het Manna dat de Joden in de woestijn iedere dag gebruikten (Johannes 6:49-50).

3° De H. Communie is het voedsel bij uitstek van de ziel, Welnu, zoals het lichaam iedere dag wordt gevoed zo is eveneens de H. Communie aangewezen als het dagelijks voedsel onzer ziel. De vraag van het ‘Onze Vader’ ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ mogen we aanzien als een toespeling op het Eucharistisch Brood.

4° De eerste Christenen naderden eveneens dikwijls ter. H. Tafel. Later kwam er verslapping. De verslapping der laatste 3 eeuwen tot ongeveer 1900, is grotendeels toe te schrijven aan het Jansenisme[1], dat de veelvuldige Communie beschouwde als een beloning voor de volmaakten terwijl, naar de bedoeling van Christus, de H. Communie moest zijn het uitstekendste middel ter volmaaktheid, een geestelijk medicijn tegen de kwade neigingen en een allersterkste voedsel voor de ziel.

405. In welke voorwaarden mag men veelvuldig communiceren?

Men mag veelvuldig communiceren, indien men de vereiste gesteltenissen heeft om waardig te communiceren, in het bijzonder een zuivere en godvruchtige mening.

Men moet de vereiste gesteltenissen hebben:

1° Staat van genade.

2° Zuivere en godvruchtige mening.

406. Wat is communiceren met een zuivere en godvruchtige mening?

Communiceren met een zuivere en godvruchtige mening, is te Communie gaan om aan het verlangen van God te beantwoorden, om zich inniger met Hem te verenigen, om zich van zijn gebreken te beieren,

1° Om aan het verlangen van God te beantwoorden (zie hierboven nr. 404).

2° Om zich inniger met Hem te verenigen: liefde zoekt zich te verenigen met de beminde. God is oneindig volmaakt en dus alle liefde waardig. Gelijk de mens zich het voedsel eigen maakt, zo betekent dit Eucharistisch voedsel een aller innigste vereniging der ziel met God. Het natuurlijk voedsel wordt veranderd, omgezet tot ons eigen levend organisme terwijl in de H. Communie, onze ziel zelf wordt omvormt tot dat goddelijk voedsel: dus een des te meer innige vereniging.

3° Om zich van zijn gebreken te verbeteren: de H. Communie is een werkdadige medicijn en een versterking van het bovennatuurlijk leven der ziel die daardoor zelf gemakkelijker en werkdadiger haar gebreken zal beheersen.

407. Wat is er vereist opdat de kinderen die tot de jaren van verstand gekomen zijn, mogen en moeten communiceren?

De kinderen, die tot de jaren van verstand gekomen zijn, mogen en moeten communiceren, zodra ze de vier voornaamste geloof waarheden, kennen, en voldoende het Eucharistisch Brood van het gewone onderscheiden om het heilig sacrament godvruchtig te ontvangen.

1° Ze moeten de bijzonderste geloofswaarheden kennen zoals ze vernoemd zijn in het korte gebed: “Ik geloof in het bijzonder dat er is…”

i.) Eén God,

ii.) H. Drievuldigheid,

iii.) Menswording van God de Zoon,

iv.) De Verlossing door God de Zoon,

v.) Eeuwigheid: loon of straf.

2° Voldoende onderscheid maken tussen het Eucharistisch Brood en het gewone brood zodat het kind met kinderlijke godsvrucht communiceren. Het kind heeft meestal voldoende besef rondom de ouderdom van zeven jaar. Van die ouderdom af is het verplicht tot de Paascommunie en moet het ook communiceren indien het in stervensgevaar komt.

408. Welke zijn de vruchten van een waardige communie?

Ten 1ste, een waardige communie verenigt ons inniger met Jezus Christus en zijn Mystiek Lichaam;
Ten 2de, zij vermeerdert in ons de heiligmakende genade,
Ten 3de, zij verzwakt onze boze neigingen en helpt ons de deugd te beoefenen;
Ten 4de, zij is een onderpand van onze glorierijke verrijzenis.

1° Verenigt ons inniger

a) Met Christus: het voedsel dat we gebruiken maken we ons eigen, het verandert in ons. In de H. Communie gebeurt het tegenovergestelde: wij veranderen in Christus, wij worden meer aan Hem gelijk.

“Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt blijft in Mij en Ik in Hem… die mij eet zal door mij leven… Wie dit brood eet zal eeuwig leven” (Johannes 6:56-58).

b) Met zijn Mystiek Lichaam: d.w.z. dat we door Christus en in Hem ook inniger verenigd worden met al de andere ledematen der H. Kerk die het Mystiek Lichaam is van Christus. “De christelijke eenheid, die door de vaste en onverbrekelijke band van liefde zo geknoopt is, wordt door het offer des Heren bevestigd” (H. Cyprianus). Zo getuigt ook S. Lukas het volgende van de eerste christenen: “Ze volharden in de leer der Apostelen en de onderlinge gemeenschap, in het breken des broods (doelend op de H. Communie) en in het gebed” (Handelingen 2:42).

2° Vermeerdert in ons de heiligmakende genade:

Het is een goddelijke spijs, ze voedt ons bovennatuurlijk leven dat niets anders is dan de heiligmakende genade.

3° Zij verzwakt onze boze neigingen:

a) Onrechtstreeks heel zeker, d.w.z. in die zin dat de H. Communie in ons de liefde Gods vermeerdert, onze strevingen dus meer naar God richt en daardoor zelf de kwade begeerlijkheid afleidt, tempert.

b) Ook rechtstreeks: men mag aannemen dat de H. Communie ook rechtstreeks de begeerlijkheden tempert, ook die van het vlees. Die werkelijke aanwezigheid van Christus' Lichaam in ons lichaam, al is dit niet zintuigelijk-waarneembaar, kan inderdaad ook rechtstreeks inwerken op ons lichaam. Men ziet niet in waarom het niet zou kunnen; hoe dit nu gebeurt blijft natuurlijk voor ons een geheim.

4° Helpt ons de deugd te beoefenen: doordien we geestelijk gevoed, sterker staan, met meer liefde de strijd voor de deugd aanvatten.

5° Zij is een onderpand van onze glorierijke verrijzenis: “Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, heeft het eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongste dage” (Johannes 6:55).

Alle rechtvaardigen, ook zij die nooit het geluk hadden te communiceren (b.v. de kleine kinderen), zullen in heerlijkheid verrijzen; nochtans geeft de H. Communie een onderpand te meer op de glorievolle verrijzenis van het lichaam dat door de H. Communie verwant werd met Christus' verheerlijkte Lichaam.

 

[1] Jansenist: naam van de leden van een richting in de r.-k. kerk, in navolging van de Ieperse bisschop Jansenius (1585-1638), die leert dat God slechts weinige mensen heeft voortbestemd om gered te worden en dat Christus niet voor alle mensen is gestorven (deze opvatting is door de r.-k. kerk veroordeeld).