Brief van de Algemeen Overste van de Priesterbroederschap Sint-Pius X naar aanleiding van de publicatie van het motu proprio “Traditionis custodes”
DEZE MIS, ONZE MIS, MOET VOOR ONS WERKELIJK ALS DE PAREL VAN HET EVANGELIE ZIJN, WAARVOOR WIJ ALLES OPGEVEN, WAARVOOR WIJ BEREID ZIJN OM ALLES TE VERKOPEN.
Beste leden en vrienden van de Priesterbroederschap Sint-Pius X,
Het motu proprio Traditionis custodes en de begeleidende brief hebben grote beroering gewekt in de zogenaamde traditionalistische kringen. Men kan logischerwijze vaststellen dat het tijdperk van de hermeneutiek van de continuïteit – met zijn dubbelzinnigheden, illusies en onmogelijke inspanningen – duidelijk voorbij is, van tafel geveegd is. Deze duidelijke maatregelen hebben niet onmiddellijk gevolgen voor de Priesterbroederschap Sint-Pius X, maar zij moeten voor ons de aanleiding zijn tot een diepgaande bezinning. Daartoe is het nodig verder te zoeken en een vraag te stellen die zowel oud als nieuw is: Waarom is de Tridentijnse Mis na vijftig jaar nog steeds de twistappel?
Allereerst moeten wij bedenken dat de H. Mis de voortzetting in de tijd is van de felste strijd die er ooit is geweest: de strijd tussen het koninkrijk van God en het koninkrijk van Satan. Deze oorlog heeft op de Calvarieberg haar hoogtepunt bereikt met de triomf van Onze Lieve Heer. Het was voor deze strijd en deze overwinning dat Hij mens geworden is. Aangezien de overwinning van Onze Lieve Heer door het kruis en zijn bloed tot stand kwam, is het begrijpelijk dat haar voortbestaan ook door strijd en tegenstellingen tot stand komt. Iedere christen wordt tot deze strijd opgeroepen: Onze Lieve Heer herinnert ons daaraan wanneer Hij zegt dat Hij gekomen is om “het zwaard op aarde te brengen” (Mt 10,34). Het is niet verwonderlijk dat de Mis van altijd, die de definitieve overwinning van Onze Lieve Heer op de zonde door zijn zoenoffer perfect uitdrukt, zelf een teken van tegenspraak is.
Maar waarom is deze Mis een teken van tegenspraak geworden binnen de Kerk zelf? Het antwoord is eenvoudig en wordt steeds duidelijker. Na vijftig jaar is het antwoord duidelijk voor alle christenen van goede wil: de Tridentijnse Mis draagt en drukt een opvatting van het christelijk leven en bijgevolg ook een opvatting van de Kerk uit die totaal onverenigbaar is met de ecclesiologie die voortgekomen is uit het Tweede Vaticaans Concilie. Het probleem is niet louter liturgisch, esthetisch of puur formeel. Het probleem is zowel leerstellig, als moreel, als spiritueel, als ecclesiologisch en liturgisch. In één woord, het is een probleem dat betrekking heeft op alle aspecten van het leven van de Kerk zonder uitzondering: het betreft het geloof.
Aan de ene kant staat de Mis van altijd, het vaandel van een Kerk die de wereld trotseert en die zeker is van de overwinning, want haar strijd is niets anders dan de voortzetting van de strijd die Onze Heer gevoerd heeft om de zonde uit te roeien en het koninkrijk van Satan te vernietigen. Het is door de Mis, dat Onze Heer de christenen opneemt in zijn eigen strijd door hen tegelijkertijd aan zijn kruis en zijn overwinning deel te laten hebben. Uit dit alles vloeit voort dat het christelijk leven een echte strijd is. Twee eigenschappen typeren het: de geest van offer en een rotsvaste hoop.
Aan de andere kant staat de Mis van Paulus VI, authentieke uitdrukking van een Kerk die in harmonie wil zijn met de wereld, die ingaat op de verzoeken van de wereld; een Kerk die uiteindelijk niet meer hoeft te strijden tegen de wereld omdat de wereld niets meer te verwijten valt; een Kerk die niets meer te onderwijzen heeft omdat zij bereid is te luisteren naar de machten van de wereld; een Kerk die het offer van Onze Heer niet meer nodig heeft, aangezien zij het begrip zonde kwijt is en dus niets meer moet uitboeten; een Kerk die niet meer de opdracht heeft het universele koningschap van Onze Heer te herstellen, omdat zij haar bijdrage wil leveren aan een betere wereld, die vrijer is, die gelijkheid nastreeft, die milieuvriendelijker is; en dit alles met zuiver menselijke middelen. Deze humanistische zending die de geestelijken zichzelf hebben gegeven moet noodzakelijkerwijs gepaard gaan met een liturgie die ook humanistisch en gedesacraliseerd is.
16 juli 2021 is zeker een belangrijke gebeurtenis in de strijd van de laatste vijftig jaar, die geen oorlog is tussen twee riten: het is wel degelijk een oorlog tussen twee verschillende en tegengestelde opvattingen van de Kerk en het christelijk leven, die totaal onverzoenlijk en onverenigbaar met elkaar zijn. De heilige Augustinus parafraserend zou men kunnen zeggen dat twee Missen twee steden bouwen: de Mis van altijd heeft de christelijke stad gebouwd, de nieuwe Mis probeert de humanistische en seculiere stad te bouwen.
Als de Goede God dit allemaal toelaat, dan doet Hij dat zeker voor een groter goed. In de eerste plaats voor onszelf, die het onverdiende geluk hebben de Tridentijnse Mis te kennen en er voordeel uit te trekken; wij bezitten een schat waarvan wij de waarde niet altijd beseffen en die wij misschien te veel uit gewoonte behouden. Wanneer iets kostbaars wordt aangevallen of veracht, wordt de grote waarde ervan beter gewaardeerd. Moge deze "schok" – die teweeggebracht wordt door de harde woorden van de officiële teksten van 16 juli – dienen om onze gehechtheid aan de Tridentijnse Mis te vernieuwen, te verdiepen en te herontdekken. Deze Mis, onze Mis, moet voor ons werkelijk als de parel van het Evangelie zijn, waarvoor wij alles opgeven, waarvoor wij bereid zijn om alles te verkopen. Diegene die niet bereid is om zijn bloed te vergieten voor deze Mis, is het niet waardig ze op te dragen. Diegene die niet bereid is alles op te geven om ze te behouden, is het niet waardig ze bij te wonen.
Dit moet onze eerste reactie zijn op de gebeurtenissen die opschudding veroorzaakt hebben in de Kerk. Onze reactie, die van priesters en katholieke gelovigen, moet diepgaander zijn en ver uitstijgen boven allerhande commentaar en verklaringen die getuigen van ongerustheid en hopeloosheid.
De Goede God heeft zeker een ander doel voor ogen als Hij deze nieuwe aanval op de Tridentijnse Mis toelaat. Niemand kan in twijfel trekken dat de laatste jaren veel priesters en gelovigen deze Mis hebben ontdekt en dat zij door de Mis in aanraking zijn gekomen met een nieuwe geestelijke en morele omgeving, die de weg naar de heiliging van hun ziel heeft geopend. De laatste maatregelen tegen de Mis zullen deze zielen verplichten alle gevolgen te trekken uit wat zij hebben ontdekt: zij moeten nu oordeelkundig kiezen wat voor de hand ligt voor alle goed geïnformeerde katholieken. Vele zielen zullen voor een belangrijke keuze komen te staan met betrekking tot het geloof, want – nogmaals – de Mis is de hoogste uitdrukking van een leerstellige en morele wereld. Het gaat er dus om te kiezen voor het katholiek geloof in zijn geheel en voor Onze Heer Jezus Christus, zijn kruis, zijn offer, zijn koningschap. Het gaat erom zijn Bloed te kiezen, de Gekruisigde tot het einde na te volgen door een volledige, radicale en consequente trouw.
De Priesterbroederschap Sint-Pius X heeft de plicht om al die zielen te helpen die momenteel geschokt en ontredderd zijn. In de eerste plaats hebben wij de plicht hun de zekerheid te bieden dat de Tridentijnse Mis de facto nooit van de aardbodem kan verdwijnen: dit is een hoogstnoodzakelijk teken van hoop. Bovendien moet ieder van ons, priester of gelovige, hun een helpende hand reiken, want wie de goederen waar hij voordeel uittrekt niet wil delen, is die goederen in feite onwaardig. Alleen op die manier zullen we de zielen en de Kerk echt liefhebben. Want iedere ziel die wij voor het kruis van Onze Lieve Heer winnen en voor de immense liefde die Hij door zijn offer heeft betoond, zal een ziel zijn die werkelijk gewonnen is voor zijn Kerk, voor de liefde die haar bezielt en die vooral in deze tijd de onze moet zijn.
“Het is aan de Moeder van Smarten dat wij deze intenties toevertrouwen, het is tot haar dat wij onze gebeden richten, omdat niemand beter dan zij het mysterie van het offer van Onze Heer en zijn overwinning op het Kruis doorgrond heeft. Niemand was zo intiem verbonden met zijn lijden en zijn triomf als zij. In haar handen heeft Onze Heer de hele Kerk gelegd en aan haar is dan ook het kostbaarste van de Kerk toevertrouwd: het testament van Onze Lieve Heer, het heilig Misoffer.”
Menzingen, 22 juli 2021,
Op het feest van de heilige Maria Magdalena,
E.H. Davide Pagliarani, Algemeen Overste