Sint-Servaas (13 mei)

Sint-Servaas wordt geboren rond het jaar 305 na Christus in Armenië. Als hij ongeveer twintig jaar oud is gaat hij naar het Heilig Land en wordt priester gewijd. Een oud handschrift zegt: “en onder alle priesters werd hij de waardigste bevonden om de bewaarder te worden van het Graf van onze Heer.” Als hij eens de H. Mis opdraagt zegt een Engel hem om naar de uiterste grenzen van het Romeinse Rijk te gaan om het evangelie te verkondigen. Servatius gaat op weg en komt tenslotte in Tongeren. De vorige bisschop, de H. Valentinus, had voor zijn dood zijn bisschopsstaf op het altaar gelegd en verboden dat iemand zelf deze eraf zou nemen, dan alleen diegene, die aangewezen zou worden. Al zeven jaar lag deze staf al op het altaar. Als Servaas in de kerk komt geeft de Engel, die hem begeleidt heeft, de staf aan hem. Er wordt beslist dat hij de nieuwe bisschop moet zijn, het is het jaar 335.

Servaas leidt zijn stad en gebied met veel wijsheid en liefde. Als hij hoort, dat Athanasius, de heilige bisschop van Alexandrië, naar Trier wordt verbannen, gaat hij erheen. Zij spreken elkaar over de leer van de Arianen, die zeggen dat Jezus geen God is, enkel een uitzonderlijke mens, en over de juiste leer, namelijk dat Jezus zowel God als mens is.

Om aan de ketterij van de Arianen een einde te maken roept Paus Julius I in 343 een algemene kerkvergadering bijeen in Sardica (nu Sofia). Servaas verdedigt er de ware leer en veroordeeld met andere bisschoppen het Arianisme. Drie jaar later roept hij de andere bisschoppen van Gallië voor een concilie over Euphrates, de Ariaanse bisschop van Keulen, bijeen. Daarop wordt de Ariaanse bisschop vervangen door een andere.

Iets later is Servaas op het concilie van Rimini, waar hij, volgens Baronius, één van de voornaamste is van de 400 bisschoppen en op heldhaftige wijze voor het geloof gestreden heeft.

Maar als St.-Servaas na geruime tijd terugkeert in Tongeren, heeft tijdens zijn afwezigheid de weelde het zedenbederf bij veel Christenen doen toenemen. De kwaden worden talrijker dan de goeden en verjagen hem in 374 uit de stad. Treurend om hun verblindheid gaat Servaas naar het hem getrouwe Maastricht. God laat aan Servaas zien, dat de Hunnen Tongeren en grote delen van Gallië zullen verwoesten. Servaas smeekt om genade voor zijn bisdom, en om zijn gebed meer kracht te geven, gaat hij naar het graf van de H. Apostel Petrus in Rome. Daar spreekt St. Petrus hem in een verschijning toe: “Waarom, allerheiligste man houd gij zo aan met bidden? Weet dat de Almachtige in zijn rechtvaardigheid vast besloten heeft, dat de Hunnen in Gallië binnenvallen en de steden en sterkten van Europa zullen verwoesten; dat de stad Tongeren, om de zonden van haar inwoners in puinhopen zal verkeren. In die stad zult gij uw graf niet hebben.” Hierop geeft St. Petrus hem een zilveren sleutel, die nu nog steeds in de schatkamer van de St. Servaaskerk in Maastricht bewaard wordt. Bedroefd, maar getroost Gods wil te kennen, verlaat St. Servaas Rome. Op zijn terugreis komt hij een bende Hunnen tegen, ze nemen hem gevangen. ’s Nachts is hij met een heldere schijn omgeven, de Hunnen staan verbaasd en laten hem vrij.

Als hij terug in Tongeren komt wordt hij door de inwoners met blijdschap onthaald. Servaas vertelt de ramp die over hen gaat komen, maar troost hen ook door voor hen te blijven bidden. Hierop neemt hij de relikwieën en plaatst in het jaar 383 de bisschoppelijke zetel in Maastricht. Kort daarop, op 13 mei 384, sterft hij. Bij zijn begrafenis worden al de zieken die erbij zijn genezen. Zelfs Engelen verschijnen in zichtbare gedaante en leggen een zijden kleed over zijn lichaam.

Na zijn dood toont God door wonderen hoe aangenaam hij Hem was. Terwijl in de winter alles vol sneeuw ligt, blijft op zijn graf nooit sneeuw liggen. Totdat de Maastrichtenaren boven het graf van hun bisschop een kerk bouwen. Veel wonderen gebeuren hierbij schrijft de H. Gregorius van Tours, een betrouwbaar getuige uit de zesde eeuw.

In Maastricht is er iedere zeven jaar een plechtige Heiligdomsvaart, waarbij al de relieken van de St. Servaaskerk plechtig door de stad gedragen worden. En ook in Tongeren, met haar oudste Mariakerk ten noorden van de Alpen, wordt elke 7 jaar een grootse Mariaprocessie gehouden.

Laten wij deze grote heilige die in heel Europa hoog geëerd wordt bidden dat hij het geloof in onze landen helpt bewaren!

Broeder René-Maria (FSSPX Antwerpen)

 

Voetnoot:

Eerste berichten over Servatius bij de H. Grogorius van Tour (†595) in ‘Hist. Franc.’ L. II, c. 4-5 en ‘De Gloria Confess.’ C. 72  (Migne. Patrol. Lat. T. 71)

Ook is er uit de 8ste eeuw een hoofdstuk bekend gemaakt door Kurth. ‘Deux biographies inedites de St. Servais’.

Dan is er nog een preek van de H. Radboud, Bisschop van Utrecht (901-918) ‘De genimia felicitate S. Servatii’ met andere hs. uit de 10de en latere eeuwen in de analecta Bollandiana I uitgegeven. In de 11de en 12de eeuw hebben verschillende schrijvers het leven van de H. Servatius te boek gesteld, o.a. Jucundus Presbiter, die echter niet overal evenveel geloof verdient, en Hariger, abt van Lobbes (†1007) over wie Sigbert van Gembloux en Tritheim zegt dat hij uitstekend in de kennis der gewijde en ongewijde letteren was. Verder is geraadpleegd:

- Willemsen; ‘Handleiding voor den vereerder van den H. Servatius’

- Bock en Willemsen; ‘Antiquités Sacrées, conservées dans les anciennes collégiales de St. Servais et de N. D. a Maestricht’.

- Vrancken ; ‘Sint Servatius-Legende’.