De stichter van de FSSPX: Aartsbisschop Marcel Lefebvre

Na een leven van voorbeeldige dienstbaarheid in de Kerk had deze gepensioneerde Aartsbisschop na het Concilie nog het grootste werk voor zich. Zijn grootmoedige geest en scherpzinnige visie zijn nog steeds het kloppende hart van de FSSPX vandaag.

Marcel Lefebvre, stichter van de Priesterbroederschap Sint-Pius X, werd op 29 november 1905 in het Noord-Franse stadje Tourcoing geboren. Als het derde van acht kinderen, groeide Marcel onder toezicht van zijn devote katholieke ouders, René en Gabrielle, die een lokale textielfabriek bezaten.

Seminarie en priesterwijding

Marcel voelde zich reeds in zijn vroege jeugd tot het priesterschap aangetrokken. Het advies van zijn vader volgend trad hij op achttienjarige leeftijd in het Franse Seminarie te Rome in, en op 21 september 1929 werd hij tot priester gewijd. Kort daarna beëindigde hij zijn doctoraat in theologie en begon hij zijn pastoraal werk in het bisdom Rijsel (Lille). Marcel Lefebvre’s oudere broer, een missionaris van de Paters van de Heilige Geest, spoorde de nieuwe priester aan hem in Gabon (Afrika) bij te staan. Hij volgde deze oproep en trad in 1932 in bij de Paters van de Heilige Geest. Hij werd na het noviciaat onmiddellijk naar Gabon gezonden, eerst als seminarieprofessor, maar hij werd er al snel gepromoveerd tot rector. Na drie jaar moeilijk missioneringwerk besliste hij desalniettemin zich er permanent aan toe te wijden: hij legde zijn eeuwige geloften af bij de Paters van de Heilige Geest.

Apostolisch Delegaat voor Franssprekend-Afrika

Na de eerste succesvolle jaren in de missie werden Marcel Lefebvre steeds meer belangrijke verantwoordelijkheden toevertrouwd. De overste riep hem in 1945 terug naar Frankrijk en benoemde hem tot rector van het seminarie in Mortain. Zeer snel echter koos Paus Pius XII hem uit als vicaris van Dakar en werd hij dus tot bisschop gewijd. Het jaar daarop, in 1948, eerde de Paus de jonge bisschop Lefebvre verder met de titel van Apostolisch Delegaat (Afgevaardigde van de Paus) voor Franssprekend-Afrika. 15 jaar lang stichtte hij er nieuwe bisdommen, seminaries, scholen en kloosters. Pius XII benoemde hem tevens tot eerste Aartsbisschop van Dakar, waar hij op 14 september 1955 door kardinaal Tissérand plechtig werd ingehuldigd.

Na de pausverkiezing van Johannes XXIII werd Mgr. Lefebvre in zijn ambt als Apostolisch Delegaat vervangen, maar bleef hij nog Aartsbisschop van Dakar. In zijn functie als voorzitter van de West-Afrikaanse Bisschopsconferentie werd hij op 5 juni 1960 ontboden om aan de centrale voorbereidingscommissie van het Tweede Vaticaanse Concilie deel te nemen, welke de Paus het jaar daarvoor aan de wereld had aangekondigd. Op 15 november benoemde de Paus hem tot Bisschop-assistent bij de pauselijke troon. In 1962 werd hij benoemd tot bisschop van Tulle, een klein bisdom in Frankrijk.

Bisschop van Tulle en generaal-overste van de Paters van de Heilige Geest

De toestand in Tulle was moeilijk: de gehele religieuze praktijk ging achteruit, de priesters waren moedeloos. Aartsbisschop Lefebvre blies hen weer moed in door hun het belang van een waardig gecelebreerde Mis te tonen, ook als er slechts weinig gelovigen daaraan deelnemen.

Het verschil tussen de bloeiende missies, die hij verlaten had, en de ontredderde toestand in Frankrijk hielpen Mgr. Lefebvre begrijpen dat het opgeven van de soutane en de ‘opening naar de wereld’ fatale gevolgen hebben voor het leven van de priesters en hun uitstraling in de maatschappij. Hij zei later dat hij van het modernisme was gespaard, omdat hij in Afrika de werking van de Genade had gezien, omdat hij had gezien hoe heidense dorpen door het heilig Misoffer in christelijke dorpen veranderden, terwijl vele Franse bisschoppen reeds voor het Concilie niet meer echt in de kracht van de Genade geloofden.

Het verblijf in Tulle was kort. Na slechts zes maanden werd hij tot generaal-overste van de Congregatie van de Heilige Geest verkozen. Kort daarop, op 11 oktober 1962, werd het Tweede Vaticaans Concilie geopend.

Het Tweede Vaticaans Concilie

Aartsbisschop Lefebvre was nu op het hoogtepunt van zijn carrière. Vaticanum II zou voor hem echter een bittere teleurstelling worden. De meeste teksten die hij hielp voorbereiden, werden onmiddellijk verworpen en door nieuwe, liberaal geïnspireerde versies vervangen. Als antwoord op die nieuwe geest vormde de Aartsbisschop met andere prelaten een conservatieve groep, de ‘Coetus Internationalis Patrum’. Deze groep verzette zich voornamelijk tegen de invoering van modernistische tendensen in de concilieteksten, maar slaagde er tenslotte niet in deze modernistische hervormingen van de goed georganiseerde liberale groep, de zogenaamde ‘Alliantie van de Rijn’, te verhinderen, aangezien deze groep zeer duidelijk de gunst van de Paus genoot. In de debatten wees Aartsbisschop Lefebvre op de gevaren voor het Geloof bij godsdienstvrijheid, de bisschoppelijke collegialiteit en de nieuwe manier van het omgaan van de Kerk met niet-christelijke religies.

Bij het Concilie won de progressieve tendens het van de ‘Coetus Internationalis Patrum’ . Ook bij de Paters van de Heilige Geest wilden progressisten hun wil doorduwen. Bij het buitengewoon generaal-kapittel in 1968, dat het leven van de congregatie naar ‘de geest van het Concilie’ moest omvormen, legde hij zijn ambt als generaal-overste neer.

Mgr. Marcel Lefebvre was nu drieënzestig jaar oud en bereidde zich voor om met pensioen te gaan.

Stichting van de FSSPX

De Voorzienigheid had voor hem echter nog een ander avontuur uitgekozen. Na herhaaldelijke verzoeken van jongemannen die een traditionele priesteropleiding zochten, opende Aartsbisschop Lefebvre met hulp van Mgr. Charriere, Bisschop van Fribourg, een nieuw seminarie in Zwitserland: eerst in Fribourg en dan in Écône.

In 1973 stichtte hij bovendien met de steun van zijn zus, Moeder Marie Gabrielle, een kloosterlinge van de Congregatie van de Heilige Geest, de Congregatie van de Zusters van de Priesterbroederschap Sint-Pius X, om jonge meisjes op te nemen die zich aan God willen toewijden. Spoedig werd ook een tak van Broeders van de Priesterbroederschap St.-Pius X opgericht, alsook een tak van Oblaten.

Van nu af aan is het verdere leven van de Aartsbisschop onafscheidbaar met de geschiedenis van de Priesterbroederschap Sint-Pius X verbonden.

Aartsbisschop Lefebvre stierf na een korte ziekte op 25 maart 1991 (Maria Boodschap) in het ziekenhuis te Martigny (Wallis). Zijn plechtige begrafenis vond op 2 april in Écône plaats, waar hij in de crypte van het seminarie rust.

Volgens zijn wens en overeenkomstig zijn continue strijd voor behoud van het H. Misoffer en het Geloof zijn op zijn graftombe de woorden van H. Paulus geschreven:
“Tradidi quod et accepi” – “Ik heb doorgegeven wat ikzelf ontvangen heb.” (1 Kor 11, 23).

Apostolic Delegate to French Africa

Marcel Lefebvre, after these early years, was entrusted with increasingly important responsibilities. He was called back to France and made rector of a seminary in Mortain; later Pope Pius XII appointed him Apostolic Vicar of Dakar and he was thus consecrated a bishop; the following year, 1948, the pope further honored Bishop Lefebvre by naming him Apostolic Delegate to French Africa and granting him the title of archbishop.

Superior General of the Holy Ghost Fathers

Pope John XXIII, like his predecessor, believed that Archbishop Lefebvre’s theological expertise, missionary experience, and background in education were of an exceptionally rare quality; the pope thus appointed him to the Preparatory Committee of the Second Vatican Council, a body charged with setting the agenda of the upcoming and much anticipated ecumenical council. The Holy Ghost Fathers were also quite impressed with the archbishop’s work and at their General Chapter of 1962, electing him superior general.

Vatican II

Archbishop Lefebvre was now at the height of his career. Vatican II, however, would prove for him a bitter disappointment. Most of the texts he helped prepare for the council were rejected outright and new, more liberal and modern versions were substituted in their place. In response, the archbishop along with other confused prelates formed a conservative, reactionary group called the Coetus Internationalis Patrum in which he served as chairman. This group primarily opposed the introduction of modernist tendencies into the council texts.

The Coetus was ultimately unsuccessful in countering these modernist reforms, and Archbishop Lefebvre left the council heartbroken. Additionally, the Holy Ghost Fathers, chaffing under the archbishop’s conservative leadership, essentially forced his resignation as their superior general at the General Chapter of 1968. Marcel Lefebvre was now 63 years old and, after a lifetime of service to the Church, planned to retire.

Foundation of the SSPX

Here the archbishop’s life dovetails with that of the SSPX. Following the repeated requests of several young men seeking a traditional priestly formation, Archbishop Lefebvre opened a new seminary in Econe, Switzerland. The local ordinary, Bishop Francois Charriere, gave his blessing for this work, and on November 1, 1970 the Priestly Society of St. Pius X was born with the approval of the Church.

A brief account of the history of the SSPX can be read here. One detail, however, should be added to that general account, as it pertains primarily to Archbishop Lefebvre’s involvement in the Coetus Internationalis Patrum. During the Second Vatican Council, an important friendship developed between Marcel Lefebvre and Antonio de Castro Mayer, bishop of Campos (Brazil). These two shared ideas at the various Coetus functions and kept in contact long after the close of the council. They both refused to implement the modernist teachings of Vatican II and in 1983 jointly authored an open letter to the pope lamenting the numerous errors which seemed to infect Rome. When Archbishop Lefebvre consecrated four new bishops in 1988, Bishop de Castro Mayer assisted as co-consecrator.

Archbishop Lefebvre, after guiding the SSPX for over 20 years, died on March 25, 1991. He is buried in a crypt beneath his beloved seminary at Econe where his remains can be visited today. On his tomb are marked the words of the apostle St. Paul: "Tradidi quod et accepi" (I have transmitted what I have received) (I Cor. 15:3).