Beschouwingen over de Vasten

Bron: District België - Nederland

Elke woensdag, vrijdag en zondag van de Vasten delen wij beschouwingen via Instagram (@fsspx_benelux) in de talen Nederlands, Frans en Engels. Volg ons!

Inleiding

De meeste katholieken lijken iets te beseffen van de veertig dagen vóór het feest van Pasen. De Vastentijd, het woord ‘vasten’ komt van het zich onthouden van bepaalde spijs of drank, is een tijd die gekenmerkt wordt door bepaalde gebruiken, zoals het ontvangen van het askruisje op Aswoensdag of het besluit om 'snoep of friet achterwege te laten' als daad tijdens de Vasten. Is de Vasten niet breder dan enkel deze praktijken, die restanten uit een ander tijdperk lijken te zijn?

Een beknopte geschiedenis van de Vasten

In de eerste drie eeuwen van het christendom besloeg de voorbereiding op het Paasfeest meestal een periode van een of twee dagen, misschien hooguit een week. De heilige Irenaeus van Lyon spreekt zelfs van een veertig uur durende voorbereiding op Pasen.

De eerste verwijzing naar de Vastentijd als een periode van veertig dagen komt voor in de documenten van het Eerste Concilie van Nicea in 325 na Chr. En tegen het einde van de vierde eeuw werd een vastentijd van veertig dagen vastgesteld en aanvaard.

In zijn vroege ontwikkeling werd de Vasten al snel geassocieerd met het sacrament van het Doopsel, aangezien Pasen het grote doopfeest was. Degenen die zich voorbereidden om gedoopt te worden, namen deel aan de Vasten ter voorbereiding op de ontvangst van het sacrament van het Doopsel. Uiteindelijk vonden de gedoopte christenen het belangrijk om zich in de voorbereiding op Pasen bij de doopkandidaten aan te sluiten. De gewoonten en praktijken van de Vastentijd zoals we die nu kennen, vonden snel ingang.

Vastentijd als een reis

De Vastentijd wordt vaak afgeschilderd als een reis, van het ene tijdstip naar het andere. Het concept van een reis is duidelijk voor degenen die het programma van de doopvoorbereiding, die in de meeste parochies tijdens de Vasten wordt uitgevolgd, meemaken.

Maar de voorbereiding op de Vastentijd is niet beperkt tot hen die zich voorbereiden om gedoopt en lid te worden van de Kerk. Voor veel katholieken is de Vastentijd een reis, die wordt gemaakt van Aswoensdag tot en met Paaszondag. Nauwkeuriger gezegd begint de Vastentijd op Aswoensdag en eindigt in de periode die bekend staat als het ‘Triduum’ voor Pasen.

Het Triduum begint met de Avondmaalsmis op Witte Donderdag, bereikt zijn hoogtepunt in de Paaswake op Stille Zaterdag bij het ‘Exsultet’, “Verheug u, o hemelse Machten”, en wordt afgesloten met de H. Mis op de overgang van Stille Zaterdag naar Pasen.

Met welke maatstaf de reis ook wordt gemeten, het is niet alleen de tijdsperiode die belangrijk is, maar ook de essentiële ervaringen op de reis die nodig zijn voor een volledige waardering van wat gevierd wordt.

De vastenreis is ook een proces van geestelijke groei en veronderstelt daarom de beweging van de ene ‘staat van zijn’ naar een andere. Sommige mensen kunnen zich bijvoorbeeld aan het begin van de Vasten onrustig en angstig voelen als gevolg van een levenskeuze of een onbeantwoorde vraag, en aan het einde van de vastentijd verwachten ze volledig een gevoel van bekering, een gevoel van vrede, of misschien gewoon begrip en acceptatie. In die zin is de Vasten een beweging van het ene gezichtspunt naar het andere of misschien van de ene interpretatie van het leven naar een andere interpretatie. H. Schrift, psalmen, gebeden, rituelen, praktijken en boete zijn de componenten van deze vastenreis. Elk onderdeel, beproefd en getest door jarenlange traditie, is een van de ‘motoren’ die de Vasten aandrijft en die de vermoeide reiziger naar de geneugten van Pasen brengt.

Boetende aard van de Vasten

Een populaire opvatting over de Vasten is dat het een boeteperiode is waarin mensen proberen de rol van de zonde in hun leven te vatten. In vastenpreken zal worden gesproken over de persoonlijke zonde, waarbij men zich bewust wordt van het effect dat een dergelijke zonde kan hebben, en de zonden van anderen, en tenslotte de zonde die in onze samenleving en cultuur kan worden aangetroffen. Bewustzijn van zonde wordt echter gecompenseerd door de nadruk op de liefde en de acceptatie die God nog steeds voor de mensheid heeft, ondanks de zondige toestand waarin we ons nog steeds bevinden.

Bewustwording van zonde en de noodzaak van boete wordt benadrukt door het overwegen van het lijden en de dood van Onze Heer. Ook de zorg om tijdens de Vasten een goede biecht te spreken is een traditioneel gebruik. Oorspronkelijk werd het Sacrament van de Biecht ontvangen voordat de Vastentijd begon, bij de opgelegde boete op Aswoensdag en de voorgeschreven boete gedurende de gehele Vasten.

Oproep tot boete

“Jezus kwam naar Galilea, en verkondigde het Evangelie van het koninkrijk Gods. Hij zeide: De tijd is vervuld, en het koninkrijk Gods is nabij; bekeert u, en gelooft in het Evangelie.” (Mk. 1, 14-15). Deze oproep tot bekering luidt het plechtig begin van de Vastentijd in. De deelnemers worden getekend met een askruisje en de woorden “Bekeert u en gelooft in het Evangelie” worden gebeden. Deze zegening wordt opgevat als een persoonlijke aanvaarding van het verlangen om ter wille van het Evangelie een leven van boete op zich te nemen.

Veertig dagen lang wordt ons het voorbeeld van Jezus’ vasten en gebed in de woestijn voorgehouden. Het is tijd om de aandacht op onze bekering te vestigen. Tijdens de Vasten wordt van ons verwacht dat we ons leven onderzoeken en, door gebed, vasten en werken van naastenliefde, proberen ons leven in overeenstemming te brengen met dat van Christus. Voor sommigen zal deze bekering een ommekeer van staat van zonde naar een staat van genade zijn. Voor anderen zal het een genaderijke toewending zijn op het mysterie van God in Christus. Wat ook het patroon is dat iedere pelgrim kiest tijdens de Vastentijd, we hopen dat deze beschouwingen daarbij een nuttige ondersteuning zullen bieden.