Feestdag zalige Priester Poppe, bezieler van de Eucharistische Kruistocht
Predicatie gehouden door E.H. Matthias De Clercq op zondag 9 juni 2024 te Gerwen.
In Christus beminden,
Komende zaterdag staat onze internationale bedevaart van de Eucharistische Kruistocht naar het graf van onze stichter, de zalige Priester Poppe, op het programma. Morgen 10 juni is het ook zijn liturgische feestdag. Laat ons daarom vandaag even deze dierbare heilige, onze patroon, onbemind door de concilaire kerk, eens van naderbij bekijken. Wie is Priester Poppe?
Edward Poppe werd op 18 december 1890 geboren in Temse, een Vlaams stadje aan de Schelde, als derde in een gezin van elf kinderen. De vader, een eenvoudige bakker, was een zachte, diep gelovige man, die onophoudelijk en zonder klagen werkte, omdat “men altijd tevreden moet zijn met de Wil van God.” De moeder was wat men noemt uit de H. Schrift ‘een sterke vrouw’ en een onverzettelijke christin. Met tederheid en met energie bracht zij haar kinderen krachtig goede principes bij, waaruit zij zelf leefde, besloten de wil van haar kinderen tot het goede te buigen, “ook al hadden zij, zoals de meeste Vlamingen, hoofden van steen”. Hier ziet men opnieuw de belangrijke rol van de katholieke ouders op de toekomst, niet alleen van hun kinderen, maar van ontelbare zielen. Laat ons dit als opvoeders bewust zijn en ons sterken in het offer.
De kleine Edward groeide op in vrees en liefde voor God. In dat kinderhart, geheel vervuld voor het bovennatuurlijke, ontkiemde heel vroeg, het verlangen naar het priesterschap. Helaas! De familie was echter arm. Zij rekenden op Edward om hen te helpen en later de bakkerij over te nemen. De goede jongen durfde, de nood ziende, ook niet aandringen. Na zijn schooltijd werkte hij daarom dagelijks in de werkplaats om van vader het vak te leren.
God zij dank trad een priester als bemiddelaar op bij Edwards vader. Uiteindelijk gaf Edwards vader zich gewonnen: “Het is goed jongen, als God je tot het priesterschap roept. Maar luister goed: ik wil niet dat je als priester een beter leven hebt dan je hier gehad zou hebben. Ik wil niet dat je een vleier van de rijken wordt, maar de trooster van de ongelukkigen.”
Edwards studie aan het grootseminarie liep niet zonder moeilijkheden. Zo moest hij in militaire dienst. Hij moest zelfs zijn soutane afleggen en zich met het burgerlijke militaire uniform bekleden. Hij werd bij de brancardiers ingedeeld. Tijdens deze oorlog geraakte hij uitgeput en geraakte zelfs een tijd in Duitse gevangenschap, maar hij wist te ontsnappen. Bij de terugtocht van het Belgisch leger uit Namen verliest hij zelfs het bewustzijn. Door goede mensen werd hij echter opgelapt en naar het seminarie van Gent teruggebracht. Toen men hem later vroeg wat hij uit deze periode aan het front geleerd had, antwoordde hij: “het kostbare Kruis van onze Heiland”. “Het Kruis, onze dagelijkse smart, is de koninklijke weg der liefde. Jezus heeft de mensen door het Kruis verlost, het is door het Kruis dat men zich moet redden.” In een brief van net na de oorlog schreef hij: “Meer dan ooit besef ik dat de seminarist een martelaar dient te zijn als voorbereiding op een vruchtbaar priesterschap.”
Op 1 mei 1916 werd hij tot priester gewijd. Hij sprak tot de bisschop: “Adsum! Hier ben ik om hostie met de Hostie te worden. Slachtoffer voor de zondaars.” Om die daad van slavernij kracht bij te zetten voltrok hij de toewijding als slaaf aan Christus volgens de methode van de H. Grignion de Monfort. Hij had ook een bijzondere voorliefde tot de H. Franciscus van Assisi. Hij trad in de Derde Orde van de H. Fransciscus. Hij sprak: “Ook ik wil het evangelie naakt en zonder commentaar volgen in de heilige armoede.” Vanaf toen was zijn ideaal ‘armer worden’.
Hij werd door de bisschop als kapelaan naar Gent gestuurd in de parochie van de H. Coleta en bracht direct zijn ideaal in Franciscaans praktijk. Als een nieuwe Pastoor van Ars offerde hij zijn geld, horloge, zijn beddengoed en zelfs zijn viool om de arme parochianen bij te staan. “O armoede, gij zijt mijn verloofde!” Voor alles trachtte hij natuurlijk door deze welwillendheid tegenover de armen hun zielen te raken. Zielen, die vaak in bitterheid verstrikt waren.
De eerste fundamenten van zijn eucharistische en mariale opvoedingsmethode legde hij in zijn communiebond voor de kinderen. Hij zocht hulp bij enkele vrome, welgestudeerde leken om hen tot catechisten te maken. Het apostolaat ging te makkelijk. Het succes was te groot. Daarom kwam het Kruis. God zorgde er voor. Bij de jonge kapelaan sloopte de geestdrift zijn lichamelijke krachten. Na enige tijd kamen er ook misverstanden en kleingeestige tegenstand van zijn medebroeders. Hij werd tot bij de bisschop geroepen. Daar toonde hij een bewonderenswaardig voorbeeld van geloof en onderwerping. Hij viel voor zijn bisschop op de knieën en dankte hem voor de onterechtte beschuldigingen. Hier zijn wij trouwens een van zijn belangrijkste eigenschappen: Poppes hiërarchische geest.
‘Hostie met de Hostie te worden’, vraagt echter ook totale vernietiging. Zelfopoffering. Aan het einde van zijn tweejarige parochiale bediening te Gent, vol van mislukking en miskenning, werd hij benoemd tot aalmoezenier van de zusters van de H. Vincentius a Paulo te Moerzeke (waar onze bedevaart zaterdag start). Vervuld van apostolaatsijver werd hij teruggebracht tot werkeloosheid in een rusthuis. Waar anderen verbitterd zouden zijn, sprak hij zijn bekendste woord: “NK, niet klagen. Werken is goed, ja, maar bidden is beter en lijden is het best!”
In april 1919 werd hij uitgenodigd op een priesterbijeenkomst op de Keizersberg te Leuven. Er werd hem gevraagd voordrachten te houden, retraites, voor priesters. Zij waren buitengewoon verheffend en heiligend. De heilige priester werd de apostel van de priesters. Hij nam als leuze: ‘Alles herstellen in de eucharistische Christus door een heilig priesterschap!’ U kunt zelf zijn talrijke geschriften lezen. Een menigte van priesters ging hun fakkel ontsteken aan de vurige vlam van zijn ziel. Accendatur! Ik wil dat het brande!, sprak hij in navolging van onze Heiland. Maar al gauw herinnerde onze Heer Edward Poppe aan zijn offer… lijdend te willen zijn. Priester Poppe kreeg twee hartaanvallen, welke hem op de rand van het graf brachten. Hij strekte zijn armen uit en sprak: “Ik aanbid u eerbiedig, gij wil van God.” Vanaf die dagen lag hij met lange perioden op het ziekbed. “Met Christus ben ik aan het Kruis gehecht!”
Kapelaan Poppe spaarde zich echter ondanks alles niet. Hij geloofde: we zijn werktuigen en met Gods hulp is alles mogelijk. Adjutorium nostrum in nomine Domini! Hij was vastbesloten te blijven strijden voor de zielen. Hij begeleidde vanop zijn ziekbed de Eucharistische Kruistocht en leidde die samen met Norbertijnenpater Vanmaele uit de abdij van Averbode. Vanuit zijn onvermoeibare pen overspoelde hij Vlaanderen met boeken, traktaatjes, artikelen en brieven. Het merendeel van zijn geschriften is tot op vandaag onuitgegeven, maar ter beschikking. Kardinaal Mercier noemde Poppes schriften meesterwerken. Denken we maar aan het ‘Catechistenboek’ of ‘de geestelijke leiding van de kinderen’ of ‘de Eucharistische Methode’. Zaken die u als ouders zeker reeds hebt gelezen. Het zijn werken die vandaag in alle priorijen van de Priesterbroederschap wereldwijd, op aandringen van Mgr. Lefebvre, zelf ooit lid van de Eucharistische Kruistocht, worden toegepast.
Van heinde en ver kwam men naar het ziekenbed van Poppe. Kardinaal Mercier zegde: “Er ging een kracht van hem uit.” Men herkende in hem de deugden van Christus, die predikte door zijn voorbeeld. De ongelukkige priester Poppe, vol van lijden, was de meest blije mens, toegewijd aan heldhaftigheid en vol van engelachtig geduld.
De laatste tijd van zijn leven richtte hij zich uitsluitend op de Eucharistische Kruistocht: ‘alles herstellen in Christus door de H. Eucharistie’. Het brood van de sterken. Het succes was geweldig. Na twee jaren telde de EK honderdduizend leden. In 1924 werden de regels van de Ek goedgekeurd door kardinaal Mercier en in 1926 erkende Rome de Belgische EK. In 1932 werd de EK, tot dan, als enige kerkelijke jeugdbeweging herkend, zelfs quasi als een religieuze congregatie. Hele parochies werden vernieuwd en ontstaken in ijver. Ook pater Frenken hier in Nederland werd door priester Poppes ideaal bezield en stichtte alhier de EK. Priester Poppe stichtte de EK, niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen, omdat de EK – de Eucharistische Methode, niet enkel voor kinderen is. Hij stichtte de EKO (Ek voor onderwijzers), de EKS (EK voor studenten), EKF (fabriekswerkers), EKZ (zieken), zelfs een voor militairen.
In 1922 scheen mede door het succes van de EK Edward Poppes gezondheid weer erbovenop te komen. Kardinaal Mercier benoemde hem bijkomend tot aalmoezenier van de weerplichtige seminaristen te legerkamp Leopoldsburg. Deze missie verheugde Edward Poppe zeer: toekomstige priesters vormen! Hij gaf er zich aan met bovennatuurlijke ijver, maar de verdoken zwakte trad weer op. Toen hij op 1 januari 1924 op vakantie was bij de zusters te Moerzeke werd hij geveld door een crisis. Op 6 maart ontving hij voor een derde maal de laatste sacramenten. Toen hij op 10 juni wilde opstaan voor de H. Mis trof een laatste crisis hem dodelijk. De zuster vond hem op zijn bed met zijn blik richting het H. Hart. Zijn schone ziel ging als priester en martelaar op naar de eeuwige beloning na gedaan offer. Hij was 33 jaar oud. Op 3 oktober 1999 werd priester Poppe door Paus Johannes-Paulus II zalig verklaard.
Dierbare gelovige, beste leden van de EK, tenslotte, dit is kort en zeker onvolledig het leven van onze beschermheilige. Zeker is zijn leer niet genoeg naar voorgebracht, maar verdiep u er! Komende zaterdag bedevaarten wij naar zijn graf. Tracht mee te gaan of verbind u geestelijk in gebed en offer. Moge OLV Middelares, wie de zalige Poppe altijd aanriep, onze jeugdbeweging de Eucharistische Kruistocht die reeds door Gods genade in bloei staat nog meer zegenen. Amen.