De naleving van de Vasten, een bron van vreugde

Bron: District België - Nederland

E.H. Louis Bochkoltz

Soms slepen wij een verkeerde erfenis mee die de boodschap van de Kerk omsluit met angst: angst voor een oordelende God, angst voor de hel, angst voor straf, angst voor de zonde... Maar weet u wat de meest herhaalde raad is in de H. Schrift? Het is niet “gij zult niet”. In feite is de meest herhaalde raad in zowel het Oude als het Nieuwe Testament “Wees niet bang”. “Vrees niet”, “wees niet bang” en andere gelijkaardige woorden worden 365 keer herhaald in de H. Schrift. Alsof zij ons daar elke dag van het jaar aan wil herinneren. Ook tijdens de Vastentijd?

Het is waar dat de Vastentijd iets sobers heeft. Als onze voornemens goed zijn genomen, zullen ze ons gevoel van eigenwaarde een beetje pijn doen en zullen we een beetje honger hebben. Zo niet, laten we er dan nog een paar andere nemen, er is nog tijd. Maar zelfs als onze kleine ontberingen van vlees, chocolade, sociale media of de snooze-knop van de wekker ons een beetje ongemakkelijk doen voelen, ook al kost het een kleine inspanning om door de week naar de H. Mis te gaan of om meer naastenliefde te tonen voor onze naaste, laten we dan niet de woorden van Onze Heer vergeten, die ons uitnodigt om de boetetijd met een vreugdevol hart in te gaan: “Wanneer gij vast, trek dan geen somber gezicht zoals de huichelaars.” (Mt 6, 16)

De Vasten is niet nieuw. Ze werd voor het eerst vermeld in het jaar 325 in een van de canons van het Concilie van Nicea. Hoewel de strengheid van de “heilige dagen”, zoals de heilige Benedictus ze noemt, in 2023 niets meer te maken heeft met de nog niet zo oude tijden van de Kerk (het Wetboek van Canoniek Recht van 1917 schrijft nog steeds vasten voor op elke dag van de Vastentijd!), blijft het doel van onze boetedoening hetzelfde: veertig dagen lang onze ziel voorbereiden opdat Onze Heer Jezus Christus ons heiliger kan maken.

In het Oude Testament worden reeds verschillende figuratieve episodes van de Vastentijd gepresenteerd, waarvan de realisatie wordt gekenmerkt door het getal veertig:

De zondvloed, die grote zuivering van de mensheid, die veertig dagen en veertig nachten duurde (Gen. 7); de verkenning van het land Kanaän, die ook veertig dagen duurde (Numeri 13); de tocht naar het Beloofde Land, wat de Israëlieten bereikten na veertig jaar beproevingen (Hand. 7, 36); de harde boete van Ninivé, die ook veertig dagen duurde (Jonas 3). Maar de twee belangrijkste voorbeelden zijn die welke de vastenliturgie rechtstreeks in verband legt met de afzondering van de Verlosser in de woestijn: Mozes verblijft veertig dagen en veertig nachten op de Sinaï, voordat hij de Verbondstafels uit de hand van Jahweh ontvangt (Ex. 34, 27), en Elia loopt veertig dagen en veertig nachten, voordat hij de berg Horeb bereikt, om getuige te zijn van de doortocht van Jahweh (1 Koningen 19, 8).

Christus zelf kwam deze symboliek van het getal veertig bevestigen door veertig dagen te vasten in de woestijn.

In de Vasten is er eerst; gebed, vasten en aalmoezen geven. Er is ook vrees om God te beledigen en een groter berouw.

Maar er is ook de vreugde van de Vasten, en hoe kan het anders zijn, want vreugde is een kenmerkend element van het christelijk leven en de Vastentijd is een intensere en zuiverdere periode van het christelijk leven.

Wees niet bang! Vreugde, ware vreugde, is ons door Christus geschonken. Hoe meer zijn invloed zich in een ziel ontwikkelt, hoe overheersender de vreugde wordt. Een duidelijk bewijs hiervan is te vinden in de persoon van Paulus. Geen brief vloeit meer over van vreugde dan zijn brief aan de Filippenzen, die dateert van zijn eerste gevangenschap in Rome en waarin St-Paulus de christenen aanspoort zijn vreugde in de Heer te delen: “Verblijdt u altijd in de Heer; ik herhaal het: Verblijdt u!” (Fil. 4, 4).

Het is deze vreugde die ik u deze Vastentijd toewens.