Preek Pater de Beer: De beproeving en de katholiek

Bron: District België - Nederland

De bekoring van de H. Antonius door Hiëronymus Bosch

Deze preek werd gehouden door Pater de Beer in de St. Willibrordkerk te Utrecht op zondag Laetare (10.3.2024)

Dierbare Gelovigen, 

Een prachtig en stichtend voorbeeld voor ons is de H. Apostel Paulus! Paulus, die ondanks beproevingen toch altijd opgewekt trachtte te blijven. Hij wilde zich in alles tonen als dienaar van God, vooral door veel geduld in zijn wederwaardigheden. Het kan tegenslag zijn, het kunnen bekoringen zijn. Laten we droefgeestigheid geen kans geven!

Zeker, Paulus werd begunstigd door uitzonderlijk bezielende en versterkende genaden, zoals bijv. zijn opname tot de derde Hemel. Maar daarom ook juist, opdat hij zich niet zou verheffen door ijdele zelfwaardering, liet God toe dat hij in zijn persoonlijk innerlijk leven de vernederende menselijke zwakheid zou ervaren. 

Hij bad om verlost te worden van de ellende, maar God liet hem verstaan dat die strijd een gelegenheid zou zijn om hem te behoeden en meer genade te geven.

Paulus, voor wie de genade van God levende werkelijkheid was, verdroeg daarom met blijdschap en geduld de innerlijke beproeving.

De wereldse mensen achten de beproevingen, de wederwaardigheden niet zo hoog, maar wij katholieken hebben het anders leren zien, wij staan anders in het leven. 

In de nieuwe vertaling van het Onzevader lijkt me dan ook: “En breng ons niet in beproeving” iets onzinnigs, want een beproeving kan zeer wel positief zijn.

Tegenspoed, ziekten, voortdurende bezorgdheden om iets, wat nodig is, tegenspraak en tegenstand van de mensen, dit alles is ook beproeving. Vergeten we daarbij niet dat Jezus het menselijk lijden heeft geheiligd en verlossend gemaakt.   

Misschien kunnen we de beproeving vergelijken met de dorsvlegel, waarmee het koren op de dorsvloer wordt gedorst en gezuiverd. Want evenals het koren geslagen wordt en breekt door de dorsvlegel en het kaf wordt weggeslingerd en het graan zuiver wordt, zo beteugelt en vernedert ons de beproeving en de tegenspoed door ons te slaan en te breken, en leert ze ons het kaf te scheiden van het graan, en het kostbare van het bijkomstige, en schenkt ze ons licht om in te zien wat een verschil er is tussen hemel en aarde en tussen God en al wat Hij niet is. 

1) De beproeving onderricht ons en brengt ons: 

a. de beperktheid van ons, schepselen in herinnering. De hele schepping draait niet om ons; gezondheid, faam, rijkdommen, noodweer, regen, droogte, de regeringen van de volkeren, al wat ons kan benauwen en kwellen, gehoorzamen ons niet en moeten dit ook niet. Wij zijn geen soevereinen. Wij zijn beperkt. En de tegenspoed brengt ons dit in herinnering!

b. Tegenspoed toont ons de broosheid van de aardse goederen, en zegt ons waar de ware zijn. Ze herinnert ons eraan, dat wij in ballingschap leven en dat ons vaderland de Hemel is. Dat wij in het ballingsoord geen gemak, rust, definitief geluk moeten zoeken, maar deze moeten vinden in het Vaderland. “Opdat wij des te hartelijker naar dat gelukkige leven verlangen en des te trouwer en ijveriger daarnaar streven,” zegt de H. Augustinus.

c. Ze stelt ons op de proef en toont ons zelf de uitslag van het onderzoek; of wij onthecht zijn aan een tijdelijk goed,  of een gevoel van verzet of  ongenoegen zich vertoont bij het zien van de enge poort en de smalle weg, of wij het leven beschouwen met vleselijke ogen of met de ogen van de geest, of wij het kruis, ons kruis, omhelzen of afwijzen, of wij al of niet de geest van Jezus volgen, enz.

2) De beproeving voedt ons op.

a. Ze is als het ware een soort schuurpapier, die het roest van de ondeugden afschuurt, juist door zijn ruwheid. 

De H. Johannes v.h. Kruis zegt, dat “de deugden van nederigheid, geduld en liefde in de vuuroven van de bekoring en de tegenspoed worden vervolmaakt”. 

En wij katholieken weten dat de bekoring nog geen zonde is. Het overwinnen van de bekoring is verdienstelijk en maakt heilig. Aanvechting maakt goede christenen!

Van nu te leven in een alles-kan-en-mag-maatschappij gaat een bekoring uit, maar het is tevens een beproeving.

“God zal met de beproeving ook uitkomst geven, om ze te kunnen doorstaan,” zegt Paulus.

Wij moeten de slechte hartstochten uitnemen en afvoeren, zoals we dat met het onkruid in de tuin doen, en bij deze taak helpt ons de tegenspoed. God laat de profeet Osee (2, 16) zeggen, terwijl God op de lichtzinnige vrouw doelt, het symbool van Israël: “Zie, daarom (om haar te straffen) zal ook Ik haar lokken, haar brengen in de woestijn, en spreken tot haar hart”. 

De woestijn is de beproeving, en in deze woestijn hoort de ziel de stem van God beter en houdt zij met Hem een tweegesprek.

b. De beproeving helpt ons karakter vormen. Wie geen tegenspoed wil, is vrij zwak. De H. Johannes Chrysostomus zegt: “Niet nietsdoen en een goed leventje, maar leed en gevaar hebben de heiligen de stralenkransen rond het voorhoofd gewonden”. in Rom. 3, 4 (60:415)

“De beproeving open­baart ook, wat de mens kan,” lezen we in de Navolging van Christus.

Wij moeten strijden! Wij zijn door het H. Vormsel soldaten van Christus. Wij moeten ons harden in het ongestadige klimaat. In het graan op de akker hebben we hiervan een heel mooi beeld: het graan schiet spichtig op en groeit langzaam, onder afwisseling van koude nachten en brandende zon, stormachtig en windstil weer, regen en droogte,  zo komt het tot rijpheid en brengt vrucht voort, dus in lijdzaamheid. 

Zo is het met het christelijk leven dat de zaligheid verdient. Het duurt lang en allerlei moeilijkheden moeten overwonnen worden!

Wij moeten mensen van karakter zijn om de wet van het Evangelie te volbrengen en de christelijke volmaaktheid te bereiken. Het dagelijks leven met de beproevingen is het terrein van praktische oefeningen! 

c. De beproeving oefent ons in de deugd. De H. Augustinus zegt: “Zolang wij op deze zwerftocht zijn, kan ons leven niet zonder bekoringen zijn; want door onze aanvechtingen voltrekt zich onze vooruitgang”. in Ps. 60, 3 (36:724)

De H. Jacobus schrijft in zijn brief (1, 2 v.): “De beproeving van uw geloof is de oorzaak van geduld; welnu, het geduld behoeft slechts volkomen te worden, dan bent u volmaakt en ongerept, en schiet u in niets te kort”.

Het geduld is de deugd die eigen is aan hen, die Jezus met het kruis op de schouders volgen. Het geduld dient als bewijs voor trouw, standvastigheid en waarde.

De beproeving oefent in de nederigheid, die de onmisbare en hechte grondslag is van de volmaaktheid.

d. In tegenspoed wordt het lichamelijke en geestelijke lijden van Jezus in de H. Passie intenser gevoeld. Daaruit ontluikt een hevig gevoel van bewondering, dankbaarheid en liefde. Vervolgers hebben hieraan meegewerkt! Hoeveel heiligen zou dit door de geschiedenis heen al niet hebben voortgebracht?! In de Hemel zullen we het weten!

3) Daarom zendt God beproevingen over hen, die Hij het meest liefheeft. Zo zien het de meesters van de christelijke ascese het, de katholieke schrijvers, de vrome mensen en de heiligen. 

De H. Camillus noemde een zware ziekte “Misericordias Domini: barmhartigheid van de Heer”.

De H. Elisabeth van Thürïngen, uit de Wartburg verdreven, liet in de Kerstnacht van 1227 in het franciscanerkloostertje te Eisenach een Te Deum zingen uit dankbaarheid, dat zij, arm geworden, de arme Zaligmaker mocht navolgen!

God verbergt een verdienste onder elke smart, en de windstoot van de bekoring moet volgens de H. Augustinus het vuur van de godsliefde niet uitdoven, maar aanwakkeren. 

Hoe zien wij de beproeving? Met vleselijke ogen of met die van de geest, verlicht door het geloof?

Slagen wij er in te roemen, zoals de H. Paulus, in de wederwaardigheden? Geven we de droefgeestigheid geen kans! En daarmee ook de duivel niet! Amen.