Synode over synodaliteit: ‘Instrumentum laboris’ (1/3)

Bron: District België - Nederland

Synode over synodaliteit: ‘Instrumentum laboris’

Deel 1: de methode

Op 20 juni 2023 publiceerde het secretariaat van de Bisschoppensynode het Instrumentum Laboris (IL) - het werkinstrument - voor de vergadering van de Bisschoppensynode die in oktober in het Vaticaan zal plaatsvinden.

Dit document van ongeveer veertig pagina’s is voorbereid op basis van elementen uit de eerste twee fasen die al zijn afgerond: de diocesane fase, waarin bisdommen uit de hele wereld werden gemobiliseerd, en de continentale fase, waarin het episcopaat van elk continent werd samengebracht rond een eerste werkdocument (“Vergroot de ruimte van je tent”) dat eigenlijk rampzalig was.

Kort voor zijn dood beschreef Kardinaal George Pell het als “één van de meest onsamenhangende documenten die Rome ooit heeft uitgebracht” of als “een ongezonde nachtmerrie”, om de angst te beschrijven die een echte katholiek kan hebben wanneer hij met zo'n tekst wordt geconfronteerd.

Het nieuwe document is meer coherent, maar het is niet minder gevaarlijk: door de methode die het voorstelt en door de bronnen en de onderwerpen die het ter discussie voorlegt aan de bisschoppen - en niet te vergeten aan de aanwezige leken, die stemrecht zullen hebben.

Een methode gebaseerd op een praktijk

Het IL is gebaseerd op de twee voorgaande fasen: “De vragen die door het IL worden gesteld, drukken de rijkdom uit van het proces waaruit zij voortkomen; (...) zij getuigen van de geloofservaring van het Volk van God en dragen zo de stempel van een transcendente betekenis” (nr. 11). Dit is het resultaat van de “ervaring van het samen op weg zijn” van de lokale kerken (id.).

Dit begrip ervaring lijkt cruciaal te zijn, en we zullen begrijpen waarom. Net als in het vorige document zijn er weinig of geen definities. Maar de praktijk wordt benadrukt: “een synodale Kerk wordt gekenmerkt door haar werkwijze” (nr. 14).

Net als bij het marxisme of de psychoanalyse moet men de synodaliteit praktiseren om de natuur ervan te leren kennen. Deze “synodale Kerk” (110 vermeldingen in de tekst) is niet gedefinieerd, ze moet door de ervaring begrepen worden: “Het abstracte of theoretische begrip synodaliteit begint zich te verwerkelijken door een concrete ervaring” (nr. 18).

Op basis van deze ervaring formuleert het IL de “karakteristieke kenmerken van een synodale Kerk”. De gebruikte woorden moeten geciteerd worden: uit deze ervaring “ontstaat een denkbeeld dat het mogelijk maakt om een synodale Kerk te karakteriseren. Deze karakteristieke kenmerken nemen de vorm aan van gedeelde overtuigingen waarbij we kunnen stilstaan om er samen over na te denken” (nr. 19).

De kenmerken van een synodale Kerk die uit het ‘brainstormen’ van de eerste fasen komen

Deze praktijk - vergelijkbaar met brainstormen, een sessie waarin de deelnemers ideeën lanceren die vervolgens worden besproken – bracht met “grote kracht” naar voren, dat “een synodale Kerk gebaseerd is op de erkenning van de gemeenschappelijke waardigheid die voortvloeit uit het Doopsel” wat “echte medeverantwoordelijkheid” creëert. Dit punt is fundamenteel voor wat volgt.

Dit “gaat gepaard met het verlangen naar een steeds meer synodale Kerk, ook in haar instellingen, structuren en procedures, om een ruimte te creëren waarin gemeenschappelijke waardigheid door het Doopsel en medeverantwoordelijkheid in de zending niet alleen worden bevestigd, maar ook worden gebruikt en toegepast” (nr. 21). De aandachtige lezer begrijpt onmiddellijk het belang van deze uitspraak.

Een volgend kenmerk: “Een synodale Kerk is een luisterende Kerk” (nr. 22). “Luisteren naar anderen en anderen die naar u luisteren geeft een theologische en kerkelijke diepgang. (...) Deze manier van luisteren zal alle relaties die de christelijke gemeenschap aangaat met haar leden, met andere geloofsgemeenschappen en met de samenleving als geheel kenmerken en veranderen (Ibid.)”.

Na te hebben bevestigd dat “een synodale Kerk nederig wil zijn” en “om vergeving moet vragen”, vervolgt het document: “een synodale Kerk is een Kerk van ontmoeting en dialoog”. Dialoog binnen de Kerk, maar ook met leden van andere kerkelijke gemeenschappen – protestanten welteverstaan - andere religies en wereldculturen (nr. 25).

Dit leidt tot de conclusie dat “synodaliteit in de eerste plaats een dynamiek schijnt te zijn die concrete lokale gemeenschappen bezielt” (Ibid.). De tekst vervolgt: “synodaliteit blijkt een constitutieve dimensie van de Kerk sinds haar ontstaan te zijn, ook al moet ze nog geconcretiseerd worden” (nr. 26).

Deze concretisering moet diepgaand en totaal zijn, daarom is “een synodale Kerk een open en gastvrije Kerk. Ze is er voor iedereen” (nr. 26). Ze vraagt tegelijkertijd om “eerlijk en onbevreesd te voldoen aan de oproep tot een dieper begrip van de relatie tussen liefde en waarheid” (nr. 27). We wijzen erop dat het hier over inclusie gaat.

Een synodale Kerk wordt ook gekenmerkt “door het vermogen om met spanningen om te gaan zonder zich erdoor te laten overstelpen” (nr. 28). Dit wordt vervolgens uitgelegd: “Proberen om samen op weg te gaan, brengt ons ook in contact met een gezonde angst voor onvolledigheid” en met het besef dat bepaalde kwesties niet onmiddellijk kunnen worden opgelost.

Het laatste kenmerk dat genoemd wordt, is dat van het inzicht “in de rijkdom van de [menselijke] waardigheid die deze term opwekt” (nr. 31). “Door aandachtig te luisteren naar elkaars ervaringen groeien we in wederzijds respect en onderscheiden we de bewegingen van Gods Geest in het leven van anderen en in dat van onszelf” (Ibid.).

“Zo besteden we ook meer aandacht aan 'wat de Geest zegt tot de Kerken' (Openb. 2, 7), in de hoop een Kerk te worden die steeds beter in staat is om door de Geest geleide, profetische beslissingen te nemen (Ibid.).”

Een methode van immanentie[1]

Deze opsomming van de kenmerken van een “synodale Kerk”, zonder ze te hebben gedefinieerd, toont allereerst de grote zwakheid van het concept. Want de kenmerken van een ding hangen af van haar definitie en als de Kerk niet in staat is zichzelf te definiëren, is ze erg verzwakt.

Ook al stelt het mysterie van de Kerk ons niet in staat haar in al haar bovennatuurlijke diepte te begrijpen, toch heeft de Bruid van Christus niet nagelaten zichzelf door de eeuwen heen te definiëren en de kenmerken te geven die uit deze definitie voortvloeien. Zo leert de Catechismus van de heilige Pius X dat:

“De Katholieke Kerk is de gemeenschap van alle gedoopten, die op aarde leven en hetzelfde geloof en dezelfde wet van Jezus Christus belijden, dezelfde sacramenten ontvangen en aan de wettige herders gehoorzamen, vooral aan de Paus van Rome.”

En volgens de Traditie, de Kerkvaders en de Concilies, zijn de eigenschappen van de Kerk: Eén, Heilig, Katholiek, Apostolisch, Onveranderlijk, Onfeilbaar, Zichtbaar, Eeuwig, Hiërarchisch en Rooms.

Het IL stelt zich enigszins tevreden met het ordenen van een praktijk, een ervaring, een belevenis van leden van de Kerk - of liever mensen die zelfs geen lid zijn. Zoals men zal kunnen ontdekken, is deze ervaring doordrongen van alle wereldse invloeden, in de Paulinische zin van het woord, en van de ideologieën die overal circuleren.

Dit is dus wat mensen denken - mensen die heel vaak onwetend zijn, zoals veel diocesane syntheses toegeven - wat naar voren wordt gebracht, wat overgenomen en geordend wordt om er een theorie van te maken. Dit is exact de gang van zaken die beschreven en veroordeeld werd door de encycliek Pascendi van de H. Paus Pius X.

De modernisten vatten de dogmatische vooruitgang op als immanente onderwerpen, wat vervolgens uitgedrukt werd in dogma’s door het leergezag. Dat is waar we hier getuige van zijn.

(Wordt vervolgd)

Bron: Vaticaan - FSSPX.News

 

[1] Immanentie (letterlijk: erin blijvend) is dat wat tot de [menselijke] structuur van iets behoort en deze niet overschrijdt. Zo is immanent in de kennistheorie dat wat het bewustzijn niet te boven gaat, maar binnen de ervaring of het bewustzijn blijft. Binnen een theologische context zijn immanentie en immanent termen die gesteld worden tegenover transcendentie en transcendent, om uit te drukken hoe de aanwezigheid van de - bijvoorbeeld christelijke - godheid in de wereld gezien wordt. (Bron: wikipedia)