Brief Mgr. Lefebvre over het verlies van de juiste geest van vasten en onthouding

Bron: District België - Nederland

Mgr. Lefebvre, de stichter van de Priesterbroederschap St. Pius X, schreef op 14 februari 1982 (toen zondag Sexagesima van de Voorvastentijd) deze brief vanuit het generaalhuis van de FSSPX te Rickenbach. Moge het ons aanzetten tot grotere ijver in de Vastentijd.

Dierbare broeders en zusters,

Volgens een oude en heilzame traditie in de Kerk richt ik ter gelegenheid van het begin van de vastentijd deze woorden tot u om u aan te moedigen deze boetetijd met ijver in te gaan, met de door de Kerk gewilde gezindheid en om het doel te bereiken waarvoor de Kerk haar voorschrijft.

Als ik in boeken kijk, die dateren uit het begin van deze eeuw, vind ik dat ze drie doelen aangeven waarvoor de Kerk deze boetetijd heeft voorgeschreven:

  • ten eerste, om de begeerlijkheid van het vlees te beteugelen;
  • vervolgens om de verheffing van onze zielen naar goddelijke waarheden te vergemakkelijken;
  • en ten slotte om boete te doen voor onze zonden.

Onze Lieve Heer gaf ons het voorbeeld tijdens zijn leven hier op aarde: bidden en boete doen. Maar Onze Lieve Heer, die geen ongeordende begeerlijkheid noch zonde had, deed boete en deed genoegdoening voor onze zonden, en liet ons zo zien dat onze boetedoening niet alleen goed kan zijn voor onszelf, maar ook voor anderen.

Bid en doe boete. Doe boete om beter te kunnen bidden, om dichter bij de Almachtige God te komen. Dit is wat alle heiligen hebben gedaan, dit is waar alle boodschappen van de Heilige Maagd [Fatima] ons aan herinneren.

Durven we te zeggen dat deze noodzaak in onze tijd minder belangrijk is dan in vroegere tijden? Integendeel, we kunnen en moeten stellen dat gebed en boete vandaag meer dan ooit noodzakelijk zijn, omdat alles in het werk is gesteld om deze twee fundamentele elementen van het christelijk leven te verminderen en te verachten.

Nooit eerder heeft de wereld ernaar gestreefd om de ongeordende instincten van het vlees onbeperkt te bevredigen - zelfs tot op het punt van de moord op miljoenen onschuldige, ongeboren kinderen. Je zou gaan geloven dat de maatschappij geen andere bestaansreden heeft dan het geven van de hoogste materiële levensstandaard aan alle mensen, zodat ze geen gebrek aan materiële goederen hebben.

Zo zien we dat zo'n maatschappij tegengesteld is aan wat de Kerk voorschrijft. In deze tijd, waarin zelfs kerkelijke persoonlijkheden zich aanpassen aan de geest van de wereld, zijn we getuige van het verdwijnen van gebed en boete - vooral in hun karakter van herstel voor zonden en het verkrijgen van vergiffenis voor fouten. Er zijn er tegenwoordig maar weinig die graag Psalm 50, het Miserere, opzeggen en die met de psalmist zeggen: "Peccatum meum contra me est semper – mijn zonde is altijd voor mij." Hoe kan een christen de gedachte aan zonde wegnemen als het beeld van het kruisbeeld altijd voor zijn ogen is?

Op het Concilie vroegen de bisschoppen om een zodanige vermindering van vasten en onthouding dat deze voorschriften praktisch verdwenen zijn. We moeten erkennen dat dit verdwijnen een gevolg is van de oecumenische en protestantse geest, die de noodzaak van onze deelname ontkent voor de toepassing van de verdiensten van Onze Heer, op ieder van ons voor de vergeving van onze zonden en het herstel van onze verbinding met God [d.w.z. ons karakter als adoptiefzonen van God].

In het verleden voorzagen de geboden van de Kerk in:

  • een verplicht vasten op alle dagen van de vastentijd met uitzondering van de zondagen, voor de drie quatertemperdagen en voor vele vigilies;
  • onthouding voor alle vrijdagen van het jaar, de zaterdagen van de vastentijd en, in veel bisdommen, alle zaterdagen van het jaar.

Wat blijft er vandaag over van deze voorschriften?

  • verplicht vasten op Aswoensdag en Goede Vrijdag,
  • onthouding voor Aswoensdag en de vrijdagen van de Veertigdagentijd. [Later viel ook de onthouding op vrijdag weg, indien men een ander 'offer' doet op deze dag]

Men vraagt zich af wat de motieven zijn voor zo'n drastische vermindering.

Wie zijn verplicht om te vasten?

Volwassenen van 21 tot 60 jaar.

En wie zijn verplicht zich te onthouden?

Alle gelovigen vanaf 7 jaar.

Wat betekent vasten?

Vasten betekent dat men slechts één (volledige) maaltijd per dag neemt, waaraan men twee collaties (of kleine maaltijden) mag toevoegen, één 's ochtends en één 's avonds, die samen geen volledige maaltijd vormen.

Wat wordt bedoeld met onthouding?

Met onthouding wordt bedoeld dat men zich onthoudt van vlees.

De gelovigen die een ware geest van geloof hebben en die de motieven van de Kerk, zoals hierboven genoemd, ten diepste begrijpen, zullen niet alleen de lichte voorschriften van vandaag van ganser harte volbrengen, maar zullen, in de geest van Onze Lieve Heer en van de Heilige Maagd Maria, zich inspannen om de zonden die zij begaan hebben en de zonden van hun familie, hun buren, vrienden en medeburgers te herstellen.

Het is om deze reden dat zij de eigenlijke voorschriften zullen aanvullen, of het nu gaat om het vasten op alle vrijdagen van de vastentijd, of onthouding van alle alcoholische dranken of onthouding van televisie, of andere soortgelijke offers. Ze zullen zich inspannen om meer te bidden, vaker aanwezig zijn bij het Heilig Misoffer, de rozenkrans te bidden en het avondgebed met het gezin niet te missen. Ze zullen zich losmaken van hun overbodige materiële goederen om de seminaries te helpen, scholen te helpen stichten, hun priesters te helpen de kapellen adequaat in te richten en noviciaten voor nonnen en broeders te helpen stichten.

De voorschriften van de Kerk hebben niet alleen betrekking op vasten en onthouding, maar ook op de verplichting van de Paascommunie.

Dit is wat de vicaris van het bisdom Sion, in Zwitserland, de gelovigen van dat bisdom aanraadde op 20 februari 1919:

  • Tijdens de vastentijd houden de pastoors twee keer per week de kruisweg; een dag voor de kinderen van de scholen en een andere dag voor de andere parochianen. Na de kruisweg reciteren ze de Litanie van het Heilig Hart.
  • Tijdens de Passieweek, dat wil zeggen de week voor Palmzondag, zal er een Triduüm zijn in alle parochiekerken. Een voordracht gevolgd door de litanie van het Heilig Hart voor uitgesteld Heilig Sacrament en tenslotte Sacramentele Zegen. In deze voordrachten zullen de priesters hun parochianen eenvoudig en duidelijk herinneren aan de belangrijkste voorwaarden om het Sacrament van de H. Biecht waardig te ontvangen.
  • De tijd waarin men de Paasplicht kan vervullen is voor alle parochies vastgesteld van Passiezondag tot de eerste zondag na Pasen.

Waarom zouden deze richtlijnen vandaag de dag niet meer nuttig zijn?

Laten we profiteren van deze heilzame tijd waarin Onze Lieve Heer gewoon is overvloedig genade te schenken. Laten we niet de dwaze maagden imiteren die zonder olie in hun lampen de deur van het huis van de bruidegom gesloten vonden en deze verschrikkelijke reactie kregen: "nescio vos"-"Ik ken u niet."

Zalig zijn zij die de geest van armoede hebben, want voor hen is het Koninkrijk der hemelen. De geest van armoede betekent de geest van onthechting van de dingen van deze wereld.

Zalig zij die wenen, want zij zullen vertroost worden. Laten we denken aan Jezus in de Hof van Olijven, die huilde om onze zonden. Het is voortaan aan ons om te wenen om onze zonden en die van onze broeders.

Zalig zij die hongeren en dorsten naar heiligheid, want zij zullen verzadigd worden. Heiligheid wordt bereikt door middel van het kruis, boete en opoffering. Als we werkelijk volmaaktheid zoeken, moeten we de kruisweg volgen.

Mogen we tijdens deze vastentijd de oproep van Jezus en Maria horen en ons inzetten om hen te volgen in deze kruistocht van gebed en boetedoening!

Mogen onze gebeden, onze smeekbeden en onze offers van de hemel de genade verkrijgen dat degenen die verantwoordelijkheid dragen in de Kerk terugkeren naar haar ware en heilige Traditie, wat de enige oplossing is om de instellingen van de Kerk weer nieuw leven in te blazen en te doen herleven.

Laten we tenslotte graag de slotvers van het Te Deum bidden: "In te Domine speravi, non confundar in aeternum-"In U, O Heer, heb ik gehoopt. Ik zal niet beschaamd worden in de eeuwigheid":

†Marcel Lefebvre

(Bron: FSSPX district USA)

Mgr. Lefebvre in Saint Marys in Kansas rond de tijd toen deze brief verscheen (1982)